Zelfs de kleinste verschillen in uiterlijk terug te zien in DNA

Naturalis Biodiversity Center
13-FEB-2021 - Zogeheten foraminiferen - eencelligen met huisjes van kalk - kunnen soms heel erg op elkaar lijken, en genetisch toch mijlenver uit elkaar liggen. Voor het eerst hebben onderzoekers foraminiferen uit Australië en Indonesië bestudeerd met micro-CT-scans en DNA-technieken. Hierdoor kunnen we beter begrijpen hoe verschillend soorten van elkaar kunnen zijn, en of dat is vastgelegd in DNA.

Foraminiferen zijn eencellige organismen die vooral voorkomen in de zee en een uitwendig kalkskelet hebben. Het herkennen van soorten is vaak erg lastig, omdat het niet duidelijk is of een individu een andere vorm heeft omdat het in een andere omgeving leeft, bijvoorbeeld in dieper water, of dat het soortkenmerken betreft. Zo kunnen deze organismen er vrijwel hetzelfde uitzien en toch genetisch verschillen, of juist dezelfde genen hebben en er totaal anders uitzien.

Hoe verhouden uiterlijk en genen zich tot elkaar? Onderzoekers van Naturalis hebben gekeken naar het geslacht Amphisorus. De verschillende exemplaren zijn in Australië en Indonesië verzameld en door middel van micro-CT-scans bestudeerd. Dat zijn 3D-scans waarop veel details zichtbaar zijn.

Grote foraminiferen uit Indonesië. Reusachtig, als je bedenkt dat dit eencellige wezens zijn

Nieuwe soorten

Door deze scans is het mogelijk een gedetailleerd beeld van de foraminiferen te krijgen. Er zijn vier verschillende uiterlijke vormen van Amphisorus gevonden. Toen de onderzoekers naar het DNA van de foraminiferen keken, vonden ze ook hier kleine verschillen in. De verschillen in uiterlijk zijn dus ook aantoonbaar in het DNA. Toen de onderzoekers de nieuw gevonden exemplaren wilden koppelen aan bestaande Amphisorussoorten, konden ze deze niet goed koppelen aan bestaande soorten, omdat deze niet goed pasten bij de omschrijvingen. “De combinatie van een ander uiterlijk met een ander genotype maakt het aannemelijk dat we te maken hebben met verschillende soorten Amphisorus. We hebben voorlopig echter nog even afgezien van het formeel beschrijven van nieuwe soorten, omdat we eerst meer exemplaren uit verschillende gebieden willen bestuderen en naar een groter aantal genen willen kijken,” zegt foraminiferen-expert Jan Macher van Naturalis.

Toekomstbeeld

“We denken dat veel soorten nog niet zijn gevonden of beschreven” zegt Jan Macher. Ze worden nu gebruikt voor zogenoemde ‘biomonitoring’ in mariene ecosystemen. Dit is het monitoren van bepaalde soorten die erg gevoelig zijn voor verandering van de omgeving. “Meer kennis van de biodiversiteit, de verspreiding en de ecologie van foraminiferen zal het in de toekomst beter mogelijk maken deze soorten bij biomonitoring te gebruiken,” aldus Macher.

Meer informatie

Tekst: Renée Zijlmans, Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Willem Renema & Jan Macher, Naturalis Biodiversity Center