Kansen voor nieuw ooibos in Nederland

OBN Natuurkennis, VBNE
6-APR-2021 - Ooibossen zijn rijke ecosystemen en vormen het meest opvallende landschapsonderdeel van natuurlijke overstromingsvlaktes langs rivieren. Sinds begin jaren 90 hebben we met de realisatie van tal van nieuwe natuurgebieden en inrichtingsprojecten nieuwe inzichten opgedaan over de manier waarop ooibossen zich ontwikkelen in ons rivierengebied.

Tegelijkertijd is de realisatie van nieuw ooibos complex, onder meer door beperkingen die de laatste vijftien jaar vanuit het rivierbeheer worden opgelegd. Het Kennisnetwerk OBN heeft daarnaast enkele onderzoeken uitgevoerd naar de kansen voor nieuw ooibos in Nederland. Dit vormde de aanleiding voor een brochure (pdf; 6,2 MB) met een overzicht van de actuele kennis over deze bijzondere ecosystemen.

Rijke ecosystemen

Ooibossen vormen uitermate rijke bossystemen. Dat geldt voor de flora (met name bij hardhoutooibos, pdf; 26,0 MB), maar nog meer voor de fauna. De samenstelling en soortenrijkdom van ooibos is afhankelijk van de geografische ligging langs de rivier, de overstromingsduur en het voorkomen van processen als kwel, windworp en begrazing.

In dit kennisoverzicht behandelen we, naast de bekende zachthout- en hardhoutooibossen, ook de rivierbegeleidende elzenbroekbossen (pdf; 910 KB) als een eigenstandige ooibosvorm. Deze vorm van elzenbroekbos staat sterk onder invloed van grondwater, maar kent ook enige mate van overstroming met rivierwater.

Wat opvalt bij ooibos is de rijke variatie aan mossen, korstmossen en schimmels. Ook de lianenbegroeiingen met Hop, Bosrank en Besanjelier in met name het hardhoutooibos zijn bijzonder. De insectenrijkdom is groot, net als het aantal soorten broedvogels en vleermuizen. Daarnaast zijn soorten als bevers en boomkikkers kenmerkend. Het geluid van deze laatste soort kan in de nabije toekomst weer het kenmerkende voorjaarsgeluid van onze ooibossen worden.

Schoolvoorbeeld van hardhoutooibosontwikkeling met extensieve jaarrondbegrazing vanuit een struweelfase, waarbij Zomereiken in de bescherming van stekelstruwelen opgroeien. Koningssteen (Maasplassengebied) in 2012

Een waardevol ooibos staat nooit op zichzelf

De meest waardevolle ooibossen staan nooit op zichzelf, maar zijn onderdeel van een veel gevarieerder landschap, met moerassen, open water, stromende geulen, ruigtes en natuurlijke graslanden. Juist die landschappelijke samenhang en variatie zorgt voor de ecologische rijkdom van ooibossen. Immers, de meeste fauna die gebonden is aan ooibos, maakt ook gebruik of is afhankelijk van andere onderdelen in het landschap. Een overzicht van kenmerkende soorten en de verschillende biotopen die zij nodig hebben is te vinden op bladzijde 26 en 27 in de brochure (pdf; 6,2 MB).

Muskusboktor, typische soort van ooibossen

Bedreigingen

Een van de belangrijkste actuele bedreigingen voor de kwaliteit van de zachthoutooibossen in de Nederlandse situatie is de daling van de gemiddelde grondwaterstanden in veel uiterwaardgebieden, met name onder invloed van insnijding van het zomerbed/de vaarweg. Met de daling van de gemiddelde rivierstanden dalen ook de (grond)waterstanden in uiterwaardgebieden en overstromingsfrequenties met dito snelheid. Hierdoor kunnen zachthoutooibossen verdrogen. Het areaal dat geschikt wordt voor hardhoutooibos wordt daarmee echter steeds groter (dit bostype is soortenrijker en groeit droger), maar is nog steeds afhankelijk van kortstondige en weinig frequente, maar periodieke overstromingen.

Ruimte voor nieuw ooibos

Vingerhelmbloem in het bosje van Heyendal (Cortenoever)

Het Nederlandse natuurbeleid, onder meer vanuit het Europese verplichtingen (Habitatrichtlijn), heeft als opgave om meer ooibos te realiseren. Ook vanuit de landelijke bossenstrategie wordt gekeken naar het rivierengebied als een van de mogelijkheden voor meer bos. Door de restricties uit het oogpunt van hoogwaterveiligheid vanuit het rivierbeheer verloopt de ontwikkeling van meer ooibos de laatste vijftien jaar niet voorspoedig. Terreinbeheerders in uiterwaarden bevinden zich in het spanningsveld van ‘meer ooibos’, maar ‘minder hydraulische vrijheidsgraden’. Dit is één van de redenen geweest voor OBN om een online afwegingskader te laten ontwikkelen, dat gebruikt kan worden om keuzes te maken voor nieuwe ooiboslocaties. Hierin kan een beheerder of anderszins geïnteresseerde zelf een beeld krijgen van waar welk type bos mogelijk is in de Nederlandse uiterwaarden. De brochure eindigt met waar de beste kansen liggen voor ontwikkeling van ooibos en handvatten voor hoe meer rivierkundige ruimte gerealiseerd kan worden voor nieuw ooibos. We hopen dat met de ingrediënten uit de brochure terreinbeheerders meer kansen zien voor nieuw ooibos.

Meer informatie

Tekst: Mark Brunsveld, VBNE; Bart Peters, DT Rivierenlandschap Kennisnetwerk OBN
Foto's: Bart Beekers (leadfoto: epifytische Eikvarens in een overstroomd ooibos); Gijs Kurstjens; Bart Peters