dennenuil - primair

Prachtige nachtvlinders in het voorjaar

De Vlinderstichting
19-APR-2021 - In april beginnen de dagvlinders flink te vliegen, maar ook zijn er al een heel aantal nachtvlinders actief. Sommige daarvan zijn schitterend gekleurd. Twee daarvan, de dennenuil en de nunvlinder, zijn ook algemeen en op veel plaatsen in ons land te vinden. Je moet er alleen wel wat voor doen.

De dennenuil komt vooral op de zandgronden voorDe dennenuil is vooral op de hogere zandgronden en in de duinen te vinden. Ook daarbuiten, in de klei en veengebieden, zijn er wel waarnemingen, maar echt blijvende populaties lijken daar niet te zijn. Die zouden er mogelijk kunnen zijn, want ook buiten de zandgronden zijn er wel naaldbomen te vinden, zoals den en larix. Dat zijn de waardplanten van de dennenuil. De rupsen zijn gespecialiseerd en kunnen alleen op deze bomen overleven. De rupsen leven eerst in groepen, later solitair. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag of in een bastspleet. De dennenuil vliegt van begin maart tot begin juni in één generatie en is nu dus volop aanwezig. De vlinders komen op licht en bezoeken wilgenkatjes. Wanneer de vlinder met de kop naar beneden zit te rusten op het uiteinde van de jonge uitlopers van de waardplant, valt hij nauwelijks op.

Dennenuil en nunvlinder, kaartjes verspreiding vanaf 2010

De nunvlinder is wijd verbreidOok de nunvlinder is nu op haar piek. De vliegtijd is ook van begin maart tot juni in één generatie. De vlinders zijn vaak pas later op de avond actief, zelfs in koude nachten; ze komen zowel op licht als op smeer en bezoeken wilgenkatjes. De rups is er van april tot juli. De rups foerageert vooral ´s nachts, eerst op de knoppen van de waardplant, later op de bladeren. De nunvlinder heeft veel verschillende waardplanten en de rupsen kunnen dus op diverse soorten goed overleven. Zo zijn diverse planten en loofbomen, waaronder eik, berk, meidoorn, wilg, bosbes, zuring, moerasspirea en brandnetel bekend als waardplant. De nunvlinder is nog wijder verbreid dan de dennenuil en is ook buiten de zandgronden een algemene vlinder.

Om deze nachtvlinders te zien te krijgen moet je dus wel wat doen. Omdat ze op licht afkomen, kan het lonen om kunstmatige lichtbronnen te controleren, zoals bushokjes of reclamezuilen. Zeker in een verder donkere omgeving kun je ze daar soms op vinden. Echte nachtvlinderaars gebruiken een felle lamp met een laken of een vlinderval. Ook met stroop kun je deze vlinders lokken. Vooral de nunvlinder komt vaak op de met een zoete stof ingesmeerde bomen.

Hier is gratis een herkenningskaart te downloaden van deze en andere voorjaarsuilen (pdf; 1,1 MB). Op deze kaart staat ook hoe je zelf de stroop kunt maken.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Jurriën van Deijk (leadfoto: dennenuil); Kars Veling
Kaartjes: NDFF