Vier dingen die jij zelf kunt doen voor biodiversiteit

Wageningen Environmental Research, Wageningen University & Research
22-MEI-2021 - Biodiversiteit is overal om ons heen: het is de verscheidenheid aan leven. Biodiversiteit levert mensen direct of indirect voedsel, bouwmaterialen, medicijnen, industriële grondstoffen en meer. Behoud en herstel van biodiversiteit is belangrijk. Zelf kun je ook veel doen. Hieronder vier manieren waarop jij zelf of met buurtbewoners kunt werken aan herstel en behoud van biodiversiteit.

Iedere dag doen honderden Wageningse wetenschappers onderzoek naar biodiversiteit: hoe biodiversiteit werkt in de bodem, bij de bestuiving van planten, bij koralen, in de rivier en het tropisch regenwoud. Maar het verlies van biodiversiteit is een groot en complex probleem dat veel te groot is voor één, of zelfs voor honderden onderzoekers. “Je mist iets pas als het er niet meer is”, zegt Liesje Mommer, hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer. “En als we teveel biodiversiteit kwijt zijn – en op dit punt komen we langzaam - hebben we echt een groot en onoplosbaar probleem. Maar als we nu, samen en overal, in actie komen, kunnen we de negatieve trend buigen. Dus ook op het niveau van de individuele burger.”

Biodiversiteitsherstel is volgens Mommer één van de grootste uitdagingen van deze tijd, maar bijna ongrijpbaar voor de individuele burger. Mommer: “Daarom is het goed om biodiversiteit eens in stukjes te hakken en onder elkaar te zetten wat je zelf kunt doen om de biodiversiteit te verbeteren. Want het is goed om te realiseren dat alle kleine initiatieven bij elkaar een groot effect kunnen hebben. Iedereen moet en kan bijdragen – goed burgerschap maakt echt een verschil.” Hier laten we zien hoe dat kan.

  1. Breek met stenen, kies voor groen

Biodiversiteit begint al in je tuin of op je balkon. Om te kunnen groeien, hebben populaties wilde bijen, vlinders of vogels meer nodig dan één bloemrijk veld. Dit vraagt om verbonden stukken groen. De langste ketens met potentieel groen in Nederland zijn te vinden in de stad. “Samen vormen rijen balkons en tuinen een enorm potentieel geschikt leefgebied voor dieren”, zegt Joop Spijker, onderzoeker en betrokken bij Stichting Steenbreek.

Groene tuin

De grootste winst is te halen door te breken met stenen. Spijker: “Simpeler kan bijna niet. Elke vierkante meter steen die wordt vervangen door groen helpt. Niet alleen voor de biodiversiteit, maar ook voor het klimaat en voor jezelf. Regenwater kan in de bodem zakken, planten zorgen voor verkoeling, vangen fijnstof op en voor insecten, amfibieën, vogels en andere dieren is je tuin ineens geschikt leefgebied. Ook mensen voelen zich vaak beter in het groen dan tussen de stenen. Je hoeft niet eens een tuin te hebben. Ook op het balkon kun je bloembakken neerzetten met groen.” Het potentieel is enorm. Als tien procent van de stad insectvriendelijk is ingericht en met elkaar verbonden is, dan is dit voor populaties wilde bijen en vlinders uitstekend leefgebied.

  1. Start een buurttuin of word guerrilla gardener

Heb je geen eigen tuin maar wel groene vingers, of wil je samen met anderen iets organiseren? Dan kun je ook een buurttuin starten. Een buurttuin brengt meer groen in de omgeving, maar het is ook een goede plek om anderen te ontmoeten of zelf groenten, fruit en kruiden te kweken en oogsten. Een voorbeeld is de Torentuin in Zaltbommel, een tuin van 1,5e hectare groot op braakliggende grond. “Bewoners hebben hier echt iets van gemaakt en de gemeente heeft haar beleid aangepast aan de bewoners", zegt Thomas Mattijssen. Mattijssen onderzoekt de rol van burgers bij het vergroenen van steden.

“Het maken van een buurttuin is niet ingewikkeld. Bespreek je plan met buurtbewoners en ga met de grondeigenaar in gesprek. Dit is meestal de gemeente. In veel gevallen werken zij graag mee. Vergroenen kan met een buurtmoestuin, maar ook met een groene speeltuin, ontmoetingsplek of sportveldje waar je tegels vervangt door planten of bloembakken." Een buurttuin is nog geen tiny forest. “Een tiny forest maken is lastiger, maar levert wel veel op voor de biodiversiteit. Om een tiny forest aan te leggen moet je toestemming krijgen van het IVN (Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid) en een cursus doen. Een buurttuin is dus een stuk makkelijker te realiseren.”

Ook in het park is ruimte voor meer groen

Krijg je geen toestemming voor een buurttuin, maar wil je wel meer groen in jouw omgeving? Dan kun je volgens Mattijssen ook nog guerrilla gardener worden. “Bij mij in de buurt staan overal bloembollen onder de bomen. Dat doen mensen zelf, zonder toestemming. Je kunt dus kiezen voor bloembollen, of gewoon struiken plaatsen op plekken waar het kaal is. Negen van de tien keer blijven die planten staan. Daar doet dan niemand iets aan, maar je buurt is wel weer een stukje groener.”

  1. Kies voor planten uit de ‘cloud’

Planten zijn uiteindelijk de knoppen waaraan je kunt draaien om te bepalen hoe jouw tuin of buurttuin eruit gaat zien en welke dieren er in je tuin voorkomen. Maar volgens plantenecoloog Nils van Rooijen hoef je niet eens aan deze knoppen te draaien. “In de tuin ligt een hele zadenbank verstopt. Het is ontzettend leuk om te kijken wat er gebeurt als je niets doet en de tuin gewoon laat groeien. Je krijgt dan soorten die daar thuishoren.”

Als je zelf wilt bepalen wat er in je tuin gaat groeien, dan adviseert Van Rooijen om te kiezen voor biologische zaden. “Biologisch wil zeggen dat er geen bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt en dat de zaden niet gecoat zijn. Je kunt hierom vragen in het tuincentrum. Ook bestaan er keurmerken voor.” Daarnaast is het belangrijk om planten in de tuin te hebben die daar thuishoren en zogenaamd inheems zijn. “Dan heb je in Nederland nog keuze uit ruim 2000 soorten. In het tuincentrum kun je nagaan of een soort inheems is, al zijn inheemse soorten daar vaak van uitheemse herkomst. Als je hier zeker van inheemse planten wilt zijn, dan kan je ook direct naar een kweker van wilde inheemse planten toe.”

Het zaaien van inheemse zaden is goed voor de biodiversiteit

Om de Nederlandse plantensoorten te behouden, werkt van Rooijen met zijn collega’s aan een Levend Archief van zaden. “Dit is eigenlijk een back-up van alle plantensoorten. Van soorten die zwaar bedreigd zijn tot algemeen voorkomend. We willen een zo compleet mogelijk beeld krijgen van de genetische variëteit onder planten in Nederland. De margriet in Friesland is bijvoorbeeld anders dan die in Limburg of de Achterhoek. Uiteindelijk willen we dus dat je de juiste margriet daar kunt planten waar die thuishoort.” Het opbouwen van deze ‘cloud’ aan zaden gaat daar dus bij helpen. Dit is in de toekomst niet alleen in te zetten als bron voor inheemse tuinplanten, maar ook als back-up voor de natuur.  

  1. Word (burger)wetenschapper

Wageningse wetenschappers schakelen steeds vaker de hulp in van burgers. Als burger kun jij hen helpen door mee te doen aan burgerwetenschapsprojecten, oftewel: citizen science. Citizen science is onderzoek dat in zijn geheel of gedeeltelijk door burgers of niet-professionele wetenschappers wordt uitgevoerd. WUR heeft verschillende van deze projecten.

Ieder jaar staan tientallen vrijwilligers met schepnetten langs de kant om waterdiertjes te vangen. De resultaten geven zij door op waterdiertjes.nl. Met deze gegevens krijgen onze onderzoekers een compleet beeld van de waterkwaliteit in Nederland. Daarnaast bestaat het project Snapshot Veluwe. Op de Veluwe staan tientallen wildcamera’s die continu foto’s nemen van wilde dieren die voorbij lopen. Dit levert een database op van duizenden foto’s die allemaal bekeken moeten worden. Iedereen kan helpen om de dieren op de foto’s te identificeren. Onderzoekers gebruiken deze gegevens in hun onderzoek naar het gedrag van de dieren en wat bijvoorbeeld de invloed is van recreatie.

Eén van de langlopende citizen science-projecten van WUR is Muggenradar.nl. Dit voorjaar hebben duizenden mensen in Nederland muggen naar Wageningen opgestuurd voor analyse. Dit maakte het mogelijk om in korte tijd duizenden muggen verspreid over het hele land in te verzamelen. “Een succesvolle samenwerking tussen publiek en wetenschap", zegt Arnold van Vliet, bioloog en mede-initiatiefnemer van Muggenradar.nl. “Op geen andere manier is op deze schaal zo’n gedetailleerd overzicht te krijgen van welke muggensoorten waar in Nederland voorkomen, welke mate van overlast ze veroorzaken en of ze ziekteverwekkers zoals het Westnijlvirus bij zich dragen.” En als je meer wilt dan muggen meppen of waterdiertjes vangen, kun je altijd nog wetenschapper worden bij WUR.

Tekst: Wageningen University & Research
Foto's: Shutterstock; sjon.nl