libellenroute tellen - primair

Genieten langs het water? Tel een libellenroute!

De Vlinderstichting
27-JAN-2022 - Nederland is een waterland en overal zijn sloten, kanalen, poelen, plassen en vijvers. Nederland is daarmee een echt libellenland, want zij hebben water nodig om zich voort te planten. Prachtige blauwe juffertjes, maar ook glazenmakers, die grote helikopters, kunnen we overal in ons land vinden. Hoe gaat het met de libellen? Om dat te weten te komen tellen vrijwilligers in het meetnet libellen.

Azuurwaterjuffer, een van de blauwe juffertjesLibellen komen overal voor, in natuurterreinen, in het agrarisch gebied en in steden en dorpen. Ook in je tuin kom je ze tegen. Zelfs als je geen tuinvijver hebt, kun je libellen in je tuin krijgen. Voor de voortplanting hebben ze dan wel water nodig, maar ze moeten ook jagen. Als er insecten in je tuin zijn, komen ze graag langs om een hapje te eten. Honderden vrijwilligers tellen mee in het meetnet libellen. Daarvoor zijn routes uitgezet langs het water en deze worden iedere twee weken geteld. Die telling gaat altijd en op alle routes op dezelfde manier, jaar in jaar uit. Dat is omdat we met deze telgegevens willen achterhalen hoe het met libellen gaat. Daarom is het belangrijk om de telling op een gestandaardiseerde manier te doen en bijvoorbeeld alleen met goed weer. Je kunt de route wel tellen als het regent, maar dan zie je natuurlijk geen libel. De lengte van een route kan variëren van vijftig meter tot een kilometer. Daarom zal in een normale tuin geen route lopen, maar bijvoorbeeld wel bij een poel of vijver in het stadspark of langs een sloot in het landbouwgebied. Het meetnet libellen geeft enorm veel informatie over hoe het met libellen gaat. Met die gegevens kunnen we werken aan behoud en vooral herstel van libellen. Hoe meer we over ze weten, hoe effectiever we ze kunnen beschermen.

Een route loopt langs water, maar dat kan op allerlei plekken zijn

Bruine korenboutWe horen wel van mensen die best een libellenroute willen tellen, maar onzeker zijn over hun soortenkennis. “Al die blauwe juffertjes, die kan ik toch nooit uit elkaar houden”, en “die glazenmakers vliegen alleen maar en gaan nooit eens rustig zitten”. Het is inderdaad zo dat die juffertjes op elkaar lijken en dat die grotere libellen vaak vliegen, maar dat betekent niet dat je ze niet kunt herkennen. Mensen die dan ook wel zijn begonnen, geven aan dat ze heel snel de basissoorten onder de knie hadden en dat ze het onmiddellijk zagen als er eens een zeldzamere nieuwe soort verscheen. Om die drempel van onzekerheid weg te nemen hebben we als Vlinderstichting ook mooie tools gemaakt. Zo kun je online libellencursussen volgen waarbij in een heel rustig tempo wordt ingegaan op de herkenning van de verschillende libellen; deze cursussen kun je zo vaak als je wilt weer terugzien. Ook zijn er praktische herkenningskaarten van de blauwe juffertjes, de heidelibellen en de glazenmakers en er zijn nog een paar nieuwe in voorbereiding. Hopelijk zijn die voor het veldseizoen beschikbaar. Kortom, genoeg mogelijkheden om de libellen te leren kennen. Gebruik eventueel dit jaar om te oefenen. Als je ze al kent, geef je dan op om een route te tellen.

Meer informatie

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting