zandraket lead

Stoepplantje van de week: zandraket

Hortus botanicus Leiden
16-APR-2022 - Het stoepplantje van deze week is weer zo'n klein ding waar je door 'plantenblindheid' gemakkelijk aan voorbijloopt, hoe algemeen het ook is. De plant is een bladrozetje met een of enkele bloemstengeltjes. Tot je de naam hoort: zandraket, want dan zal er wellicht een belletje gaan rinkelen. De zandraket is tenslotte hét organisme dat gebruikt wordt voor DNA-onderzoek aan zaadplanten.

Zandraket (Arabidopsis thaliana) komt volgens Heukels' flora voor op 'open, droge, min of meer voedselrijke zandgrond in bermen, op dijken en akkers en in plantsoenen' en is daarmee een ideaal stoepplantje. De zandraket is een ideale onderzoeksplant: hij heeft maar vijf chromosomen (2n = 10), en een korte levenscyclus. De hoofdbloei ligt weliswaar in het voorjaar (april-mei), maar je kunt er in één seizoen diverse generaties van kweken. En hij wordt niet al te groot: tot dertig centimeter hoog. Het plantje heeft voor al dat onderzoek zelfs een eigen database: TAIR, The Arabidopsis Information Resource, die genetische en moleculair-biologische gegevens bevat van dit modelplantje, waaronder het complete genoom ervan. Kijk maar eens op Arabidopsis.org.

 Zandraket tussen de stenenZandraket op de stoep

Kronkelwegen

Ook de naam van deze plant is bijzonder. Nu zullen de meeste mensen bij raket in de eerste plaats denken aan de vliegende bommen waarmee Poetin op dit moment oorlogsmisdaden begaat door er Oekraïense burgers mee te bestoken, maar dat heeft niets te maken met ons stoepplantje. De naam van het projectiel is via wat kronkelwegen terug te leiden naar een spinrokken, vanwege de overeenkomst in vorm. Het spinrokken, spinrok of rokken is een stok waarop wol of vlas wordt gestoken waarvan de draad wordt gesponnen met behulp van een spintol of een spinnewiel. 

Woordenboeken

De raket in de plantennaam heeft ook de nodige kronkels achter de rug, maar dat is dan ook de enige overeenkomst. Het zand in de naam ligt voor de hand: de open droge zandgrond uit de flora. De raket zelf gaat volgens alle etymologische woordenboeken echter via Frans roquette en Italiaans rochetta of rucchetta, en soms nog een Provençaals tussenstapje rouqueto, terug op een verkleiningsvorm van het Latijnse eruca. Dat verwijst in algemene zin naar een kruisbloemige plant, maar de veelheid aan omschrijvingen doet vermoeden dat het niet helemaal duidelijk is welke soort er naar moderne begrippen mee bedoeld werd. De woordenboeken spreken van 'wilde kool,' 'een soort van kool,' 'waterkers' en zelfs 'raket.' Sommige proberen wat preciezer te zijn en noemen namen als 'gewone raket, die nu Eruca sativa Miller heet,' of 'gewone raket Sisymbrium officinale en wilde raket Diplotaxis.' De oudste vermelding van raket dateert uit 1587. 

Zwaardherik

Eruca sativa gaat inmiddels door het leven als Eruca vesicaria, en heet in het Nederlands geen 'gewone raket', maar zwaardherik. De plant is een beetje bitter, maar goed eetbaar, en een oudere naam is daarom raketsla. Tegenwoordig zit hij vaak in zakjes gemengde sla en gaat dan over de toonbank als rucola. Zo'n naam doet het commercieel natuurlijk veel beter dan zwaardherik of raketsla. Sisymbrium officinale is wel de gewone raket, en Diplotaxis is de geslachtsnaam van de grote en de kleine zandkool. 

Droog

De wetenschappelijke naam Arabidopsis is een afgeleide van Arabis, de geslachtsnaam van de scheefkelk. Arabis betekent letterlijk 'van een Arabier' en slaat waarschijnlijk op de droge omgeving waar de planten van dit geslacht voorkomen. In zijn Species plantarum uit 1753 beschrijft Linnaeus de zandraket als Arabis thaliana.

ZandraketrozetZandraketbloemetjes

Misvatting

Thaliana is een eerbetoon aan de Duitse arts en botanicus Johannes Thal (1542‑1583), die het plantje als eerste beschreven zou hebben, als Pilosella siliquosa. Pilosella is tegenwoordig de geslachtsnaam van muizenoor, een geslacht uit de composietenfamilie. De Duitse Wikipedia vermeldt zelfs 'Thal' als auteursafkorting van Johannes Thal. Dat moet een misvatting zijn, want erkende auteursafkortingen zijn er alleen voor auteurs die na Linnaeus gepubliceerd hebben, en na het overlijden van Johannes Thal zou het nog ongeveer 125 jaar duren voor Linnaeus geboren werd.

Genus

Arabidopsis is in 1821 in het leven geroepen door de Zwitserse botanicus De Candolle (1778-1841) als een sectie van het genus Sysimbrium (raket), waar hij toen zeven soorten in onderbracht. Inmiddels zijn die allemaal weer naar andere taxa verplaatst. De Duitse botanicus Gustav Heynhold heeft Arabidopsis in 1842 verheven tot genus, en wel in het eerste deel van de Flora von Sachsen, die hij samen met Friedrich Holl had samengesteld en die door Justus Naumann in Dresden uitgegeven is. Over Heynhold en Holl is weinig bekend. Heynhold leefde in de eerste helft van de 19e eeuw (1798-1862) en zou gewerkt hebben in de botanische tuinen van Dresden en Frankfurt. Friedrich Holl (overl. 1850) was een apotheker uit Dresden, die planten heeft verzameld in Portugal en op Madeira. Misschien is hij dezelfde als Christian Friedrich Holl (1794-1856), ook uit Dresden. In de flora is dr. Friedrich Holl als auteur vermeld, latere bronnen verwijzen naar C.F. Holl.

 De steel en de hauw van zandraket staan vaak in een flauwe hoek ten opzichte van elkaarZandraketstengel

 

Potjeslatijn

Zandraket, uit het Stoepplantjeskleurboek voor volwassenen

Arabidopsis betekent iets als 'ziet eruit als Arabis.' Er zijn meer namen die op -opsis eindigen, en kennelijk afgeleid zijn van een andere naam. Voorbeelden zijn Cardaminopsis naast Cardamine (veldkers) en Nasturtiopsis naast Nasturtium (witte kers, waterkers). Het is bekend dat auteurs dikwijls om nieuwe namen verlegen zitten, maar toch een verband met bestaande taxa willen leggen. Dan liggen afleidingen voor de hand - en ligt potjeslatijn op de loer.
Heynhold bracht alleen Arabidopsis thaliana in Arabidopsis onder, waardoor veel botanici deze soort als typesoort van dat geslacht gingen beschouwen, waarbij ze over het hoofd zagen, dat A. thaliana nooit door De Candolle in die groep was ondergebracht. Maar De Candolle had ook geen typesoort voor zijn sectie aangewezen, wat op grond van de nomenclatuurregels tot grote verwarring en allerlei ongewenste synonymie zou kunnen leiden. Omdat juist Arabidopsis thaliana zo belangrijk is voor taxonomisch onderzoek, moest daar een blijvende oplossing voor gevonden worden, en de enige mogelijkheid daarvoor was de naam te conserveren. Dat is dan ook in 1988 gebeurd. Ondanks alle bezwaren tegen Arabidopsis thaliana op grond van de nomenclatuurregels blijft deze naam gehandhaafd.

Na Heynhold hebben andere botanici heel veel soorten in Arabidopsis ondergebracht, waardoor de grenzen van dat geslacht voortdurend werden opgerekt en Arabidopsis een soort afvalputje voor kruisbloemigen dreigde te worden. Pas kort voor de eeuwwisseling (1997 en 1999) is daar flink de bezem door gehaald door O'Kane en Al‑Shehbaz, die het geslacht Arabidopsis op grond van diepgaand morfologisch onderzoek beperkt hebben tot negen soorten. Die indeling is kort daarna door ander onderzoek (Koch et al., 1999, 2000) bevestigd.

Mocht het u inmiddels duizelen, ga dan snel naar buiten en kijk uit naar een bloeiende zandraket, ergens in een boomspiegel of zo. En meld hem dan aan voor het citizen science onderzoek. Nog een tip: wandel op een werkdag eens naar de Oude UB aan het Rapenburg in Leiden en bekijk de stoepplantjeskunstwerken, waaronder de zandraket. Leiden niet in de buurt? In juni zijn de kunstwerken te zien in het Stadsmuseum in Grave.

Tekst: Wim Voortman, Hortus botanicus Leiden
Foto's: KU Leuven; André Biemans
Tekening: Nathalie Tirion