Sargassum influx

Zware metalen in sargassummest worden door planten opgenomen

Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), STINAPA Bonaire, WWF Nederland
15-JUN-2022 - De bevindingen van een experiment uitgevoerd door STINAPA in het kader van een gezamenlijk project met WWF Mexico tonen aan dat grond verbeterd met sargassum hogere arseen- en cadmiumwaardes heeft. Arseen en cadmium zijn zware metalen die schadelijk zijn voor mens en dier.

De onderzoekers waarschuwen dat sargassum niet gebruikt moet worden als aanvulling voor diervoedsel of als bemesting van groenten voordat verder onderzoek heeft plaatsgevonden.

Sargassum bij Lac, Bonaire

Sargassum is een drijvend bruinwier dat een aantal belangrijke ecologische functies vervult. Het komt van nature voor, maar door veranderde zeestromingen en toegenomen vervuiling zijn er nu periodieke sargassum ‘blooms’ (woekeringen). Sinds 2011 zijn er in de Caraïben verschillende heftige sargassum blooms geweest die gevolgen hadden op sociaal, milieu- en economisch gebied, voornamelijk in de horeca-, toeristen- en visserijsector. De periodieke sargassumaanvoer bedreigt daarnaast ook de toch al kwetsbare koraalriffen, mangroves en zeegrasbedden.

De studie

Om meer te weten over de invloed of de mogelijke toepassing van het afgevoerde sargassum werd in een gezamenlijk WWF Mexico – Bonaire project door STINAPA onderzocht of planten beter ontkiemden op grond waar sargassummest aan toe was gevoegd. Ook is er gekeken of de zware metalen voorkwamen in de geoogste planten. Twee plantenbedden werden aangelegd: één met potgrond en één met 50/50 potgrond en gedroogd sargassum.

De resultaten

Het kweekexperiment

Over het algemeen was er geen zichtbaar verschil tussen de planten in de twee bedden. Monsters geanalyseerd aan de Radboud Universiteit toonden echter hogere arseenwaardes aan in groentes uit de bedden met sargassum. Om precies te zijn: paksoi had 37 keer, courgette 21 keer, malabarspinazie 4 keer en de sargassumpotgrond 13,5 keer meer arseen dan de planten en grond uit de controlebedden. Het cadmiumgehalte was ook hoger in planten die gekweekt waren in de sargassumgrond. Bij paksoi was dat 2,5 keer, bij courgette 3 keer, bij spinazie 1,3 keer en in de sargassumpotgrond 2,7 keer de hoeveelheid cadmium als in de controleplanten.

Aan de Wageningen Universiteit werden in het kader van de studie “Opportunities for valorization of pelagic Sargassum in the Dutch Caribbean” monsters sargassum van dezelfde bron onderzocht. Ook hier werden hoge waardes voor zware metalen aangetroffen. Het volledige rapport (pdf; 3,1 MB) is te vinden op de site van Wageningen University and Research.

Implicaties

De gevolgen voor de gezondheid zijn nog niet helemaal duidelijk. Er zijn verschillende organische en anorganische vormen van arseen. Pas bij hogere waardes van organisch arseen worden negatieve gevolgen waargenomen voor mensen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft nog geen drempelwaardes vastgesteld. Het EFSA Panel Verontreinigingen in de Voedselketen (EFSA Contaminants in the Food Chain (CONTAM)) heeft in 2010 gegevens gepubliceerd en stelde daarin zelfs dat er geen ‘veilige’ arseenwaarden zijn. Er is verband gelegd tussen langdurige blootstelling aan anorganisch arseen en huidafwijkingen, kanker, ontwikkelingstoxiciteit, neurologische toxiciteit, hart- en vaatziektes, abnormale glucosevertering en diabetes. Meer onderzoek is nodig om te bepalen wat de effecten van deze zware metalen zijn bij langdurige blootstelling.

Rottend sargassum  onder waterNu het op de kust ophopen van sargassum steeds vaker voorkomt, zoeken landen en organisaties naar innovatieve manieren om van deze overlast af te komen. Zolang de gezondheidseffecten niet duidelijk zijn, is het verstandig om sargassum niet te gebruiken voor voedselproductie. Het biedt dus alleen mogelijkheden voor bouwmateriaal (gedroogd en in blokken samengeperst), biobrandstof en misschien bemesting voor sierplanten of bouwmateriaal zoals bamboe.

Dit project is gefinancierd door WWF – Nederland, met bijdrages van de Radboud Universiteit.

Tekst en foto's: Jessica Johnson en Sabine Engel, onderzoekers voor STINAPA