Master studente Birte Technau verzamelt uitwerpselen van poolvossen op het onbewoonde schiereiland Hornstrandir op IJsland  (exclusief eenmalig WUR)

Plastic en ander zwerfvuil in poep van IJslandse poolvossen

Wageningen Marine Research
27-SEP-2022 - Onderzoekers van onder andere Wageningen Marine Research hebben recent in het wetenschappelijke tijdschrift Polar Biology een artikel gepubliceerd, waarin het voorkomen van plastic en ander afval in IJslandse poolvossen wordt beschreven. De resultaten laten zien dat poolvossen op IJsland al sinds de jaren 90 plastic inslikken.

Het doel van deze studie was om uit te zoeken hoeveel plastic en ander zwerfvuil door poolvossen opgenomen wordt. Daarnaast was het de vraag of de poolvos geschikt is om op lange termijn als graadmeter te functioneren voor plastic zwerfvuil in het Arctische gebied. Masterstudente Birte Technau van het University Centre of the Westfjords op IJsland heeft, samen met onderzoekers van het Icelandic Institute of Natural History, poepmonsters van poolvossen verzameld. Deze monsters heeft zij in het lab van Wageningen Marine Research geanalyseerd. 

Een nieuwsgierige poolvos in Hornstrandir, IJsland

Plastic vervuiling in het Arctische gebied

Zwerfvuil zoals plastic is tegenwoordig overal aanwezig. Het Arctische gebied is dan ook geen uitzondering. Aangenomen wordt dat de vervuiling ook hier gaat toenemen, door stijgende aantallen toeristen. Maar ook door klimaatverandering, omdat het tot uitbreiding van visserij en andere scheepvaart leidt. Zwerfvuil is aangetoond in Arctisch zee-ijs, zeewater, sediment en in verschillende diersoorten op zee en langs de kusten. Over plastic dat wordt ingeslikt door landdieren is veel minder bekend. Op dit moment is de noordse stormvogel de enige diersoort die gebruikt wordt om plasticvervuiling op IJsland te monitoren. Er is nog geen vergelijkbare indicatorsoort voor op het land voorgesteld.

IJslands strand met verschillende types plastic zwerfvuil

Plastic en ander zwerfvuil in alle jaren en regio’s gevonden

In totaal zijn er 235 monsters onderzocht. Deze monsters zijn over heel IJsland verzameld en komen uit de jaren 1999, 2017, 2018 en 2020. Alle poepmonsters werden in het lab van Wageningen Marine Research uitgezocht. Hiervoor werd een methode gebruikt, waarbij al het zachte organische materiaal oplost zonder het plastic en de natuurlijk prooiresten aan te tasten.

Van de 235 monsters bevatten twaalf monsters zwerfvuil, dat is 5.11%. In geen van de monsters zat meer dan één stuk afval. Negen van de twaalf stukjes bestonden uit plastic, dede andere stukken afval waren twee stukken papier en een stuk teer. Uit alle jaren en regio’s werden lage hoeveelheden afval gevonden. Ook konden er geen ruimtelijke patronen of trends over de tijd konden worden vastgesteld. De opname van plastic kon ook niet aan een specifiek dieet van de vossen worden gerelateerd.

Overzicht van alle stukken zwerfvuil die in de uitwerpselen van IJslandse poolvossen teruggevonden zijn. Zwerfvuil werd gevonden in de jaren 1999 (a-d), in 2017 (e & f), in 2018 (g) en in 2020 (h-l)

Is poolvospoep een geschikte indicator voor plastic in het Arctische milieu?

De geschiktheid van poepanalyse om plastic vervuiling op de lange termijn te monitoren blijft onzeker. Aan de ene kant zijn uitwerpselen van poolvossen makkelijk te verzamelen, zonder de dieren te verstoren. Daarnaast is de grote verspreiding van de dieren in het noordpoolgebied is een belangrijke voorwaarde voor een goede indicator. Maar aan de andere kant is het met de lage hoeveelheid plastic in de dieren moeilijk om mogelijke trends te berekenen. Bovendien leidt het diverse dieet – poolvossen eten voedsel aan land en aan de kust – tot moeilijke conclusies wat betreft de oorsprong van afval. Bij een verwachte toename van vervuiling in het Arctische gebied zou toekomstig onderzoek aan kunnen tonen of de poolvos wel als indicator gebruikt kan worden.

Meer informatie


Tekst: Birte Technau en Susanne Kühn, Wageningen Marine Research
Foto's: Joonas Kinni (leadfoto: Birte Technau verzamelt uitwerpselen van poolvossen op Hornstrandir); Susanne Kühn; Jan van Franeker; Birte Technau