Natuur op de stoep: stoeprandvingermos en andere straatkorstjes
Hortus botanicus LeidenKorstmossen behoren tot een weinig bekende, maar zeer succesvolle levensgroep. Ze hebben een streepje voor op de meeste andere levensvormen door een vernuftige samenwerking. Elk korstmos bestaat uit minstens één schimmel en daarnaast een algensoort. Hortus-prefect Paul Keßler schreef hier al eerder een bericht over de biologie en het nut van korstmossen. Korstmossen zijn in grote mate zelfvoorzienend en leven verder van de lucht. Daardoor kunnen ze op plekken leven waar ander leven het snel begeeft, op straatstenen bijvoorbeeld. Dit maakt ze echter ook gevoelig voor veranderingen in de leefomgeving. Laurens Sparrius schreef voor Nature Today al over deze gevoeligheid, speciaal voor stikstof.
Vlekjes
Terug naar de straatstenen en stoeptegels. Wanneer deze verouderen, worden op de minder belopen plekken al snel vlekjes zichtbaar. Het ongetrainde oog ziet hier al snel viezigheid van de straat in, of neemt ze überhaupt niet waar. Logisch ook, want hoe kan er op steen nou wat groeien? Maar met een loepje, de grote vriend van elke bioloog, wordt al snel zichtbaar dat deze viezigheid bestaat uit allerlei kleuren en structuren. Rond, hoekig, korrelig, geel, grijs, groen en blauw: het is er allemaal. Deze vormen doen soms bijna buitenaards aan, waardoor het fascinerend is om naar korstmossen te kijken. Vele tientallen soorten zijn te vinden op deze straatstenen. Welke soorten je vindt verschilt per type steen. Op zure, bakstenen klinkers vormen zich plakkaatjes dunne blauwkorst (Porpidia soredizodes), terwijl rond dambordje (Circinaria contorta) graag op basische betonnen tegels groeit.
Namenfeest
De groeiplaats en het uiterlijk zijn niet de enige vreemde kwaliteiten van korstmossen: de namen zijn ook vaak bijzonder. Een klein oud klinkerstraatje naast de Hortus botanicus Leiden, de 5e Binnenvestgracht, herbergt soorten met namen als berijpte kroontjeskorst (Sarcogyne regularis), steenschubje (Acarospora sp. Myriospora sp.), gewone stippelkorst (Verrucaria nigrescens), muurzonnetje (Athallia holocarpa), zwart-op-wit-korst (Verrucaria muralis), geleimos (Collemataceae) en valse citroenkorst (Flavoplaca flavocitrina). De namen reflecteren vaak bepaalde kenmerken die de soorten tonen. Zo vormen bekermossen (Cladoniaceae) kleine bekertjes en lijken geleimossen als ze nat zijn op een puddingachtige massa. Steenpurperschaaltje (Lecidella stigmatea), zwarte knoopjeskorst (Bacidina egenula) en stofglimschoteltje (Lecania erysibe): het is altijd leuk om tijdens excursies de namen op te noemen van alle korstmossen die op een enkel steentje kunnen samenleven. Muurschotelkorst (Lecanora muralis), gewone cementkorst (Diplotomma alboatrum), muurschriftmos (Arthonia calcarea), gelobde citroenkorst (Variospora flavescens), donker landkaartmos (Rhizocarpon reductum), stoeprandvingermos (Physcia caesia) en frietzak-bekermos (Cladonia humilis). Je kan haast een woordenboekje vullen met de soorten in een enkele straat. Het enige wat je nodig hebt om ze te vinden, is een loepje op zak.
Zelf korstmossen vinden
Als je benieuwd geworden bent hoe bizar de kleine wereld van korstmossen nou werkelijk is, dan kan je zelf gemakkelijk gaan zoeken. Op je eigen tuinpaadje of op de stoep, maar ook op muurtjes, schuttingen en bomen. Gewapend met een loepje kunt u de korstmossen vinden. Op naam brengen is soms lastig, maar veel algemene soorten zijn goed te doen. De Basisgids Korstmossen van Arie van den Bremer en Leo Spier behandelt de meeste algemene soorten die in bijna elke straat en tuin te vinden zijn. De Veldgids Korstmossen is het meest veelomvattende standaardwerk in Nederland. Het helpt je verder op weg als je een stukje dieper wil gaan in de korstmossenwereld. Let bij uw speurtocht naar stoepplantjes voor het stoepplantjesonderzoek dus op kleine gekleurde vlekken op de stoep. Want zelfs met de uitdagende leefomstandigheden op het plaveisel, kan zich een levend tapijt vormen.
De komende vier jaar is er in de Leidse Hortus extra aandacht voor mossen en korstmossen, in het kader van het project Verborgen Stadsnatuur oftewel Hidden Biodiversity. Vorige week werd het project gepresenteerd aan collega's en Vrienden van de Leidse Hortus door prefect Paul Keßler, projectleider Michael Stech en Hortus-PhD-kandidaat Tim Claerhout.
Meer informatie
- De Verspreidingsatlas Korstmossen is online te raadplegen
- De Veldgids Korstmossen is dit jaar in een nieuwe, herziene druk verschenen
- De Basisgids korstmossen is alleen antiquarisch nog te verkrijgen
- Het Groot dooiermos neemt toe door stikstof
- Website Bryologische Lichenologische Werkgroep
Tekst: Harold Timans, Hortus botanicus Leiden
Foto's: Arjan de Groot, Hanneke Jelles