moerasparelmoervlinder - primair2

Moerasparelmoervlinder kan herstellen in goed verbonden leefgebied

De Vlinderstichting
19-DEC-2022 - Het gaat niet goed met de vlinders in ons zeer intensief gebruikte land. Verdroging, veel te hoge stikstofdepositie en klimaatverandering zijn bekende oorzaken. Maar ook versnippering is een serieus probleem. Zo zien we de afgelopen hete en droge jaren geïsoleerde kleine populaties van het gentiaanblauwtje verdwijnen, terwijl de soort het nog kan uithouden in onderling verbonden leefgebiedjes.

De moerasparelmoervlinder is in 1982 uit ons land verdwenenEen voorbeeld van de gevaren van intensief landgebruik en versnippering is de moerasparelmoervlinder, die al tientallen jaren geleden is verdwenen uit ons land. De laatste vlinders vlogen in 1982 in een geïsoleerd stukje blauwgrasland bij Zegveld in het Utrechtse veenweidegebied. De belangrijkste oorzaak voor het verdwijnen daar was de invloed van intensief agrarisch beheer in de aangrenzende graslanden. Er was sprake van verdroging en eutrofiëring. Ook was het beheer niet afgestemd op de leefwijze van de vlinder. In een groot en gevarieerd gebied met verspreid liggende goede leefgebiedjes, leidt dit niet tot het verdwijnen van vlinders. Maar als ze in een kleine, geïsoleerde populatie al op het randje van uitsterven balanceren, kan een foutief beheer de genadeklap zijn. De moerasparelmoervlinder komt niet meer voor in Nederland, maar er zijn veel andere bedreigde soorten die op de Rode Lijst staan waarvoor hetzelfde geldt. Ingrijpende maatregelen zijn nodig, waarbij tegengaan van versnippering een belangrijke is.

In Zweden blek de moerasparelmoervlinder in verbonden leefegbiedjes veel beter te kunnen overlevenZweeds onderzoek laat zien dat herstel soms wel mogelijk is, tenminste wanneer de leefgebieden waar de bedreigde soorten voorkomen maar goed onderling verbonden zijn. Dit werd duidelijk bij populatieonderzoek aan de moerasparelmoervlinder op Öland. De droogte van 2018 zorgde daar voor een dramatische afname van de populaties in 2019. In 2020 volgde wel herstel in een goed verbonden cluster van populaties, tot zelfs hogere aantallen dan voor de droogte. Maar in de cluster met versnipperd leefgebied bleef de populatie acht keer kleiner dan voor de droogte. Een kanttekening is wel dat de waardplant blauwe knoop nog niet hersteld bleek: door een lagere dichtheid en kleiner formaat was het voedselaanbod in beide gebieden gehalveerd. Maar dit stond het herstel in de beter verbonden populatie gelukkig niet in de weg. Dit geeft wel hoop voor vlinders die in Nederland afhankelijk zijn van kleine leefgebiedjes, zoals het gentiaanblauwtje. Het geeft ons de belangrijke opdracht om, naast effectief aanpakken van de eerder genoemde problemen, ook de versnippering van leefgebieden tegen te gaan

Meer informatie

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting