Oyster

Gedrag larven volgen voor herstel koraal- en oesterriffen

Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA)
22-JUL-2023 - Een nieuwe studie onder leiding van Wageningen University and Research onderzoekt het zwem- en vestigingsgedrag van koraal- en oesterlarven. Inzicht in welke factoren de vestiging van larven vergemakkelijken, helpt toekomstig beheer zodat deze belangrijke rifbouwers de grootste overlevingskans hebben.

Koraal- en oesterriffen nemen af als gevolg van verschillende oorzaken, die daarmee een bedreiging vormen voor deze vitale ecosystemen. De lage percentages aan larven belemmeren het herstel van deze riffen. Het begrijpen van het gedrag van deze larven, met name hun zwemgedrag en substraatselectie, is cruciaal voor herstelinspanningen. In een recente studie gebruikten onderzoekers een hoge resolutie camera, keuzekamers en gedragsanalysesoftware om het gedrag van koraal- en oesterlarven in ongekend detail te bestuderen.

Licht, camera, actie

Onderzoekers ontwikkelden een real time, hoge resolutie volgsysteem voor koraal, oesters en andere mariene larven. De studie was gericht op het begrijpen van het gedrag van deze larven en het ontwikkelen van 'flypaper'-substraten met signalen om de vestiging van larven te bevorderen, en zo rifherstel te ondersteunen. Het onderzoek vond plaats in de mariene laboratoria van Wageningen University, met larven van het steenachtige golfbalkoraal (Favia fragum) en de gewone oester (Ostrea edulis).

Resultaten

De eerste stap was het opzetten van een broedpopulatie van beide soorten. Hiervoor verzamelden onderzoekers 15 volwassen Caribische golfbalkoralen uit het Curaçao Sea Aquarium en gewone oesterlarven uit twee kwekerijen in Nederland. Met behulp van een hoge resolutie camera, keuzekamers en gedragsanalysesoftware kon het gedrag van de larven worden gevolgd en gemonitord. Het systeem leverde van seconde tot seconde ruimtelijke gegevens, waaronder zwempatroon, zwemsnelheid en afstand afgelegd door de larven.

Gevolgen

Het kunnen identificeren van belangrijke vestigingssignalen voor deze soorten kan belangrijke gevolgen hebben. Deze kennis kan dienen als basis voor toekomstige ontwikkelingen, zoals het maken van 'flypaper'-substraten, ontworpen om larven aan te trekken en de vestiging op gewenste locaties te vergemakkelijken. Of omgekeerd, het creëert de mogelijkheid om afschrikmiddelen te ontwikkelen die larven van ongewenste, vervuilende soorten ontmoedigen zich op specifieke plekken te vestigen.

Meer informatie

Lees het volledige rapport op Dutch Caribbean Biodiversity Database.

DCNA

De Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) ondersteunt wetenschapscommunicatie en outreach in de Caribische regio door natuurgerelateerde wetenschappelijke informatie breder beschikbaar te maken via onder andere de Dutch Caribbean Biodiversity Database, DCNA's nieuwsplatform BioNews en via de pers. Dit artikel maakt deel uit van een serie artikelen over 'Invasieve Exoten in Caribisch Nederland'. Het bevat de resultaten van verschillende wetenschappelijke studies, maar de studies zelf zijn geen DCNA-studies. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. DCNA is niet aansprakelijk voor de inhoud en de in(directe) gevolgen die voortvloeien uit het publiceren van dit artikel.

Tekst: Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA)
Foto: Kate Baucherel