Beschrijvingen van ‘slangen’, Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, Adversaria van Dr. Ernst Brinck, inv. nr. 2058, f. 141 v. en Tekening van een pad, twee hagedissen en een rups door de Antwerpse schilder Joris Hoefnagel (1542-1601). Prent 51 van Animalia Quadrupedia et Reptilia (Washington D.C., National Gallery of Art, 1987.20.6.52).

Slangen in de Gouden Eeuw

Stichting RAVON
20-SEP-2023 - "Addertongen zijn hard en steenachtig en slangen drinken graag melk", aldus Dr. Ernst Brinck, burgermeester van Harderwijk, aan het begin van de zeventiende eeuw. In de nieuwste uitgave van het tijdschrift RAVON onder andere een artikel dat zijn opmerkingen over de ‘slangen’ en ‘adders’ in de Nederlandse Republiek en buurland Duitsland bespreekt. 

In het begin van de zeventiende eeuw maakte Dr. Ernst Brinck, burgemeester van Harderwijk (1582-1649), aantekeningen over ‘vierpotige’ dieren, waaronder slangen en insecten. 

Brincks opmerkingen zijn een mengeling van volksgeloof en – tamelijk nauwkeurige – ooggetuigenverklaringen. Hij vermeldt dat gewone Europese adders (Vipera berus) ovipaar zijn (ze leggen eieren) en geeft een beschrijving van de eieren die zijn gevonden in een zwangere vrouwtjesslang (waarschijnlijk een ringslang, Natrix helvetica) die door een vriend van hem is gedood. De burgemeester verwijst ook naar de huid van een bij Münster gevangen bijzonder grote ‘adder’, die hij in zijn kabinet bewaarde. Dit zou een Aesculapische slang (Zamenis longissimus) kunnen zijn geweest.

Omslag RAVON-tijdschrift nr. 90

Opmerkelijk is zijn observatie dat boeren lichaamsdelen van door adders gebeten mensen en vee een paar dagen in de grond begraven om het gif het lichaam te laten verlaten. Brinck geloofde dat addertongen ‘hard en steenachtig’ waren en dat slangen graag melk drinken.

Zijn bewering dat adders in de provincie Holland afwezig waren, kan juist zijn. Andere historische bronnen suggereren echter dat het geografische bereik van de adder in de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne tijd veel groter was. Brinck verwijst ook naar paddenstoelen en vermeldt het zien van Europese boomkikkers (Hyla arborea) in Duitsland. Daarnaast geeft hij een gedetailleerde beschrijving van de zandhagedis (Lacerta agilis).

In het nieuwe tijdschrift van RAVON vind je ook een artikel over niet-inheemse reptielensoorten in Caribisch Nederland en een interview met Lendersprijswinnaar Ronald de Boer.

Lenderprijswinnaar Ronald de Boer

Ronald de Boer staat vooraan als het gaat om de actieve bescherming van reptielen, amfibieën en vissen. Voor al zijn verdiensten kreeg hij in november 2022 de Lendersprijs uitgereikt, bestaande uit een bronzen boomkikkerbeeldje en een oorkonde.

Tijdens de RAVON-dag, op 12 november 2022 te Nijmegen, ontving Ronald de Boer de Lendersprijs. Zijn zoon Vincent mocht hem uitreiken in bijzijn van Ronalds kleinkinderen en RAVON-directeur Karin Akkers

Ronald is al jaren actief binnen het Meetprogramma Reptielen als regio-coördinator. In zijn wijde omgeving brengt hij de voorjaarstrek van de amfibieën in kaart, maar ook de vissen hebben zijn aandacht. Voor de reptielen is hij betrokken bij het optimale beheer van de wegbermen. Daarbij legt hij een groot uithoudingsvermogen aan de dag; als hij zijn tanden ergens in zet laat hij niet gauw meer los.

In dit artikel (pdf: 0,1 MB) wordt de winnaar van de Lendersprijs geïnterviewd in het veld, op een mooie plek waar vijf reptielensoorten in één gebied kunnen worden aangetroffen. Hij wilde dolgraag weer eens adders zien. Raymond Creemers ging op stap met Ronald op de Zuid-Veluwe.

Verdere toename van niet-inheemse reptielen in het Caribisch gebied

Invasieve soorten zijn één van de grootste mondiale oorzaken van biodiversiteitsverlies. Onlangs is de vestiging van twee nieuwe niet-inheemse reptielen voor het eiland Sint Eustatius bevestigd: de Smooth Scaled Tegulet (Gymnophthalmus underwoodi) en de gewone huisgekko (Hemidactylus frenatus).

Gevangen Aziatische huisgekko voor de collectie van Naturalis

Hun vestiging volgt een trend van toenemende aanwezigheid van niet-inheemse reptielen, die ook wordt waargenomen op het naburige Saba. Deze aanhoudende trend versterkt de roep om actie op het gebied van bioveiligheid in de havens en vliegvelden van zowel Sint Eustatius als Saba, maar vooral op Sint Maarten, de vermoedelijke directe bron van deze niet-inheemse dieren. Zolang de dreiging van de introductie van niet-inheemse soorten niet adequaat wordt aangepakt, zal het risico op beschadiging van kwetsbare eilandecosystemen blijven toenemen.

 

Het RAVON-tijdschrift is hier verkrijgbaar. Voor nog geen €2,50 per maand ben je al abonnee en steun je de natuur.

Tekst: Afkomstig uit RAVON-tijdschrift nr 90. 
Foto's: Ernst Brinck en Joris Hoefnagel (leadfoto: samengesteld beeld van een tekst van Dr. Brinck en een illustratie van Joris Hoefnagel); RAVON; Matthijs van den Burg