zwartsprietdikkopje - primair

Heel veel vlinders, feit of opschepperij?

De Vlinderstichting
14-DEC-2023 - We kennen ze allemaal: de verhalen over 'héle grote' gevangen vissen. Of in ons geval, over 'héél veel' vlinders. Vaak van toen de vertellers nog jong waren. Het meetnet geeft een echt beeld over hoe het met soorten gaat, en daar kunnen ook topdagen tussen zitten. En omdat keurig volgens vaste methoden geteld wordt, kunnen we kijken hoe het echt zat en vergelijken in de tijd. Kloppen die verhalen?

Kleine vos: 668 exemplaren in een kilometer route op 19 augustus 1995 in OverijsselOmdat we van alle routes in het meetnet de lengte kennen, hebben we van elk bezoek voor alle soorten het totaal aantal vlinders berekend op de hele route, en die daarna omgerekend naar een standaardlengte van 1000 meter. Voor deze analyse hebben we routes die korter zijn dan 300 meter of langer dan 2000 meter weggelaten uit deze berekening, aangezien die het beeld soms kunnen vertekenen. We onderscheiden drie perioden: 1990-1999 (de ‘sterkeverhalentijd’), 2000-2022 (deze eeuw) en het afgelopen jaar 2023. Voor iedere periode berekenen we de topdag qua dichtheid per 1000 meter. De getallen hieronder betreffen ook altijd de aantallen per 1000 meter. Voor een aantal soorten moeten we vaststellen dat de ‘oude opscheppers’ gelijk hadden. Bijvoorbeeld 128 argusvlinders op 5 augustus 1992 op een route van 1000 meter bij Weert zit er nu echt niet meer in. Of 668 kleine vossen op 19 augustus 1995 in Overijssel, dat is daarna nooit meer overtroffen. Dat geldt ook voor landkaartjes, bruin zandoogjes, dagpauwogen, duinparelmoervlinders, gehakkelde aurelia’s, groot dikkopjes en zwartsprietdikkopjes.

Topaantallen in 2023:  dambordje (linksboven), grote vos (midden boven), keizersmantel (linksonder), scheefbloemwitje (midden onder) en braamparelmoervlinder (rechts)

Dit zijn allemaal soorten die tegenwoordig ook een duidelijk lagere index hebben dan dertig jaar geleden en waarvoor we zullen moeten accepteren dat de sterke verhalen vermoedelijk wel kloppen en niet snel meer zullen worden overtroffen. Maar ook leuk, van een aantal soorten viel de topdag juist dit jaar, 2023: 

  • 5 dambordjes op 6 juli op de Sint-Pietersberg.
  • 11 grote vossen bij Groesbeek op 3 april.
  • 235 keizersmantels op 18 juli bij Winterswijk.
  • 10 scheefbloemwitjes op 7 juli in Gorinchem.
  • 4 braamparelmoervlinders op 10 juli in Zuid-Limburg.

Argusvlinder: 128 exemplaren in een route van 1000 meter op 2 augustus 1992 bij WeertNiet geheel toevallig zijn deze vijf vlindersoorten bezig zich uit te breiden in ons land. Deze records zouden de komende jaren zomaar weer gebroken kunnen gaan worden. Voor veel andere soorten zullen de topdagen niet snel meer verbeterd worden. De indexen van deze soorten zijn flink gedaald en de kans op een positieve uitschieter is daarmee ook steeds kleiner geworden. Dit past bij de algemeen dalende trend die veel vlindersoorten laten zien.

Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).

Meer informatie vindt u in dit artikel in het tijdschrift Vlinders (pdf: 1,7 KB) van De Vlinderstichting.

 

Tekst: Chris van Swaay, De Vlinderstichting, Martin Poot & Bram Borkent, CBS
Foto's: Kars Veling