O dennenboom, o dennenboom wat zijn je beestjes wonderschoon

EIS Kenniscentrum Insecten, Naturalis Biodiversity Center
23-DEC-2023 - Iedere kerst duiken de verhalen weer op: in je kerstboom zouden zo’n 25.000 beestjes leven. Hoeveel is daar nou precies van waar en welke beestjes zijn er eigenlijk te vinden? Insectenexpert Aglaia Bouma van Naturalis weet er meer van.

Het getal 25.000 is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Het komt uit een onderzoek van de Noorse onderzoeker Bjarte Jordal. Tijdens zijn onderzoek naar Noorse kerstbomen vond hij sparren en dennen waar wel 25.000 insecten, spinnen en andere kruipers in leefden. In Nederland is soortgelijk onderzoek (nog) niet gedaan, maar dat er van alles te vinden is in je kerstboom is onvermijdelijk. “In en rondom bomen leeft altijd van alles. Verschillende soorten planten en dieren zijn er namelijk afhankelijk van”, zegt Aglaia. “Hetzelfde geldt voor kerstbomen. Wanneer je deze in huis haalt, haal je dus het 'skelet' van een heel ecosysteem mee naar binnen.” 

Kerstboomtakluis

Een insect dat graag overwintert in kerstbomen is de kerstboomtakluis (Cinara confinis). Takluizen zijn bladluizen die zich niet beperken tot alleen het blad, maar ook sap zuigen uit onder andere takken, twijgen en wortels. Bij verse bomen blijft het sap stromen, maar bij kerstbomen – zeker bij afgezaagde exemplaren – raakt het sap op. De bladluizen worden hongerig en gaan op zoek naar voedsel. Daar komt nog eens bij dat er eieren op de naalden gelegd kunnen zijn. Door de warmte van je huis krijgen de nimfen het idee dat de lente is aangebroken, en komen ze uit hun ei. Ook zij kunnen niet genoeg voedsel vinden in de boom. “Je hoeft niet bang te zijn voor de kerstboomtakluis,” zegt Aglaia. “De insecten blijven in of onder je boom. Ze zijn op zoek naar sap uit de boom en aangezien ze dat niet kunnen vinden, zullen ze helaas dood gaan.”

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Kerstboomtakluis (Cinara confinis) (Bron: Roy Kleukers)

Sparrenspillebeen

Andere kerstgasten zijn de wantsen, bijvoorbeeld de wants met de sprookjesachtige naam sparrenspillebeen (Phytocoris intricatus). Dit insect overwintert in sparren en legt daar ook haar eitjes. Net zoals bij de kerstboomtakluis krijgen de spillebenen door de warmte van je woonkamer de lente in de bol. Daardoor kruipen de larven  uit hun eitje. Wederom zal een gebrek aan voedsel ervoor zorgen dat de insecten niet lang leven.

De sparrenspillebeen is een wants die met de kerstboom je huis in kan komen

“En zo zijn er nog veel meer geleedpotigen te noemen die voor kunnen komen”, zegt Aglaia. Denk aan bast- en schorskevers, lieveheersbeestjes, spinnen, mijten, springstaarten, (sluip)wespen of bijvoorbeeld de groene schildwants. Dat laatste insect vindt Aglaia bijzonder: “In de zomer zijn ze grasgroen, maar in de winter zijn ze bruin en bijna onzichtbaar tegen de stam van een (kerst)boom.” De groene schildwants vervelt niet, maar verandert van kleur, “Zo past hij zich optimaal aan het seizoen aan.”

Sinds het oprukken van de bedwants hebben wantsen een slechte naam, maar deze soorten zijn op geen enkele manier een bedreiging voor mens of huisdier. De verhalen dat er ook teken in je kerstboom zouden zitten, zijn volgens Aglaia bangmakerij: “In zéér uitzonderlijke gevallen zou er eentje in je boom kunnen zitten, maar die kans is heel erg klein.”

Groene schildwants. Groen in de zomer, maar bruin in de winter

Er valt niet veel te doen tegen de beestjes in je boom, en dat hoeft ook helemaal niet. Aglaia: “Je haalt nu eenmaal niet alleen een boom, maar een heel ecosysteem naar binnen.” Als je het aantal beestjes in je kerstboom zou willen beperken, dan kan je de boom buiten uitkloppen voordat je hem naar binnen haalt. “Maar leg er dan wel een wit laken onder”, zegt Aglaia. “Zo kan je goed zien welke beestjes er allemaal leven in je boom. Dat is niet alleen reuze interessant, maar ook heel leerzaam.”  

Meer informatie

Tekst: Sietske Hoekstra, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Getty Images (leadfoto: lieveheersbeestje); L. Skipper
Film: Roy Kleukers, EIS Kenniscentrum Insecten