klaverspanner - primair

Stedelijke klaverspanners passen zich aan hogere temperaturen aan

De Vlinderstichting
4-JAN-2024 - Het oppervlak stedelijk gebied wordt wereldwijd steeds groter. In steden is sprake van een hitte-eilandeffect. Door de bebouwing en verharding wordt het in steden aanmerkelijk warmer en heter dan daarbuiten. Dat heeft invloed op de planten en dieren in de stad. Onderzoek aan de klaverspanner laat zien dat de vliegtijd langer wordt en dat de vlinders in de stad beter tegen de hitte kunnen.

Klaverspanners in de stad kunnen beter tegen hitteWereldwijd is er steeds meer stedelijk gebied waar sprake is van het stedelijk hitte-eilandeffect. Dit betekent dat het in stedelijke gebieden gemiddeld warmer is en dat er frequenter extreem hoge temperaturen voorkomen dan in landelijke gebieden. Dat zal dus zeker van invloed zijn op de biodiversiteit, op de in de stad levende planten en dieren. Recent onderzoek van Thomas Merckx en collega’s richt zich op een algemene nachtvlinder, de klaverspanner. Deze nachtvlinder komt in Nederland wijd verbreid voor en vliegt van half april tot begin september in twee generaties. De vlinders zijn overdag actief en worden vaak uit lage vegetatie opgejaagd. Ze landen gewoonlijk met gedeeltelijk omhooggeheven vleugels en bewegen na het neerstrijken altijd nog een aantal keer de vleugels op en neer. De vlinders komen ook op licht af. De klaverspanner leeft in diverse open terreinen, zoals graslanden en heiden, maar ook in tuinen en steden. De waardplanten zijn, zoals de naam al verklapt, allerlei vlinderbloemigen als klavers, lathyrus en luzerne.

Hitte-eilandeffect: gebouwen, huizen, wegen en stenen houden veel warmte vast. Grote steden herken je op de kaart van Nederland daarom meteen aan de rode en gele vlekken. Ook kleinere woongebieden zie je als lichtblauwe en gele plekken oplichten

Klaverspanners in stedelijk gebied hebben een langere vliegtijdDe onderzoekers vergeleken klaverspanners uit stedelijk gebied met vlinders van het ‘platteland’. Ze gebruikten hiervoor gegevens uit meetnetten en door vrijwilligers verzamelde losse waarnemingen. Daarnaast deden ze kweekexperimenten in het laboratorium. Het bleek dat bij de stedelingen de vlinders evolutionair waren aangepast en beter tegen de hitte bestand waren. Bij de rupsen bleek dit niet het geval. De verschillen tussen de stedelijke en de plattelandsvlinders was best groot en vergelijkbaar met de verschillen tussen vlinders uit Noord-Europa en die uit Midden-Europa. Eerder al was er onderzocht of het hitte-eilandeffect ook invloed had op de vliegtijd van klaverspanners. Ook die bleek duidelijk te verschillen tussen vlinders uit de stad en die erbuiten. De vliegseizoenen in de stad zijn langer en eindigen later, wat duidt op een verschil in de timing van het moment van in winterrust gaan. Blijkbaar kunnen vlinders als de klaverspanner zich evolutionair aanpassen aan veranderde omstandigheden. De verstedelijking is echter al lang aan de gang en het stedelijk hitte-eilandeffect wordt momenteel veel extremer door klimaatverandering. Het is de vraag of de vlinders dat bij kunnen houden.

Meer informatie

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling; Jurriën van Deijk
Kaartje: Atlas leefomgeving