Vangsten van rode Amerikaanse rivierkreeften

Kleine rovers, grote trek – rivierkreeft als snack

Bureau Natuurbalans-Limes Divergens, Stichting Bargerveen
25-APR-2025 - Uitheemse rivierkreeften vormen een groeiend probleem in Nederlandse wateren. Kunnen inheemse predatoren helpen de jonge kreeftjes te bestrijden? In laagveenmoerassen zoeken onderzoekers van Bureau Natuurbalans en Stichting Bargerveen naar natuurlijke predatoren die een rol kunnen spelen bij het terugdringen van rivierkreeftpopulaties.

In hoog tempo breiden uitheemse rivierkreeften zich uit in Nederland. Ze woelen in de onderwaterbodem en graven gangen in oevers. Dit leidt tot verslechtering van de waterkwaliteit en het afkalven van oevers. Daarnaast verknippen de kreeften waterplanten en eten ze watermacrofauna en amfibieën, met nog meer negatieve gevolgen voor biodiversiteit. Met name in het laagveengebied, maar ook daarbuiten, voltrekt zich een ecologische ramp. Wateren worden daar compleet gedomineerd door rivierkreeften – vooral rode Amerikaanse rivierkreeft en geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft – en veranderden van helder en plantenrijk naar troebel en plantenarm. Hierdoor storten ecosystemen in.

Aantallen op natuurlijke wijze reguleren

Natuur- en waterbeheerders zijn naarstig op zoek naar een duurzame aanpak om de aantallen rivierkreeften omlaag te brengen en ontwikkelen daarom allerlei verschillende vangmethoden. Maar wat doe je als het gelukt is om de kreeftenaantallen omlaag te brengen? Wanneer je ophoudt met vangen, nemen ze weer in aantal toe… Om die vraag te beantwoorden laat OBN Natuurkennis, een kennisnetwerk dat werkt aan natuurherstel en -behoud in Nederland, onderzoek uitvoeren hoe aantallen rivierkreeften op een natuurlijke wijze kunnen worden gereguleerd.

Wie eet de jonge rivierkreeftjes?

Predatoren zijn een voor de hand liggende en natuurlijke kreeftenregulator. En dan hebben we het niet over mensen die de kreeften vangen voor consumptie, maar over allerlei inheemse roofdieren. Van een aantal soorten, zoals fuut, paling, snoek, meerval en otter, weten we al dat zij flinke aantallen rivierkreeft kunnen eten. Zij eten vooral de grote exemplaren. Maar, worden de jonge kreeftjes ook gegeten en door wie dan? Daar is nog helemaal niets van bekend. Om die vraag te beantwoorden doen Bureau Natuurbalans en Stichting Bargerveen onderzoek naar het dieet van kleine predatoren.

In De Wieden bleken grotere exemplaren van de rode Amerikaanse rivierkreeft talrijk te worden gepredeerd door otters

Predatoren verzamelen in laagveenwateren

Het onderzoek wordt uitgevoerd in een aantal laagveenwateren waar ondanks de aanwezigheid van kreeften toch nog kenmerkende planten voorkomen, zoals krabbenscheer, blaasjeskruid en waterviolier. Op drie plekken in Laag-Nederland – in het Naardermeer, De Wieden en nabij Nieuwkoop – zochten de onderzoekers met schepnetten naar inheemse soorten die in potentie groot genoeg waren om de kleinere rivierkreeftjes op het menu te hebben. In het vroege voorjaar kwalificeren de meeste kleine vissen en de grotere waterinsecten zich daarvoor, aangezien de jonge kreeften dan slechts 1 tot 2 centimeter groot zijn. In totaal werden 21 soorten verzameld, waaronder negen soorten vis, zes libellensoorten, drie soorten waterroofkevers, twee wantsensoorten en twee soorten vlokreeft. Van alle soorten zijn slechts enkele exemplaren verzameld, waardoor de lokale populaties niet in gevaar kwamen.

Prepareren en eDNA-metabarcoding

Het is niet gemakkelijk om vast te stellen of deze dieren kreeften hebben gegeten. Doordat veel predatoren hun prooi in kleine stukjes opeten of – in het geval van waterwantsen – leegzuigen, zijn prooiresten vrijwel onherkenbaar. Daar hebben we een moderne oplossing voor gevonden. In het laboratorium is het maagdarmstelsel uit de dieren geprepareerd. Ook voor de onderzoekers was dit geen alledaags werk. Geholpen door lang-vergeten practicumhandleidingen over de anatomie van gewervelden en ongewervelden slaagden zij er uiteindelijk in om de juiste organen uit de dieren te halen.

Na het verwijderen van het exoskelet zijn de organen van deze gestreepte haarwaterroofkever zichtbaar

De volgende stap, die de komende maanden wordt uitgevoerd, is om met behulp van eDNA-metabarcoding te bepalen welke prooiresten er in de bemonsterde spijsverteringsorganen van de potentiële kreeftenpredatoren zitten. Bij deze methode wordt allereerst het DNA uit de monsters geïsoleerd. Vervolgens worden delen van het DNA vermeerderd die uniek zijn voor allerlei soorten planten en dieren. Door tenslotte de volgorde af te lezen van de chemische basen van de stukjes DNA is het mogelijk om vast te stellen van welke soort het DNA afkomstig is. Zo is dus vast te stellen wat iedere bemonsterde soort recentelijk heeft gegeten. Op deze manier hopen we te achterhalen welke vis, libellenlarve, waterroofkever, waterwants en vlokreeft bijdraagt aan predatie van de kleine rivierkreeften.

Predatie van jonge rivierkreeftjes kan een wezenlijke schakel vormen in de oplossing van het probleem van de uitheemse rivierkreeften. In januari 2026 zal het onderzoek zijn afgerond en komt de rapportage beschikbaar.

Tekst: Hein van Kleef, Stichting Bargerveen; Pim Lemmers, Bureau Natuurbalans
Beeld: Pim Lemmers; Joël Groen