De offers van vogelouders

Vogelbescherming Nederland
13-MEI-2025 - Van baby tot puber, iedere fase in de opvoeding van een kind vraagt aandacht en hard werken. Voor vogels is dat niet anders. Een paar indrukwekkende, ontroerende of vieze voorbeelden van offers die vogelouders brengen voor hun kinderen.

Het voeren van kuikens is geen sinecure. Vogelouders zien er na het broedseizoen dan ook vaak verfomfaaid uit: grauw met uitstekende plukken en kale plekken. Geen wonder als je weet dat bijvoorbeeld een koolmees zich wel zo’n 400 keer per dag op en neer naar de nestkast haast en zich door dat invlieggat wurmt met een rups. Hoe meer jongen, hoe vaker. Dat doen ze minstens 18 dagen en dan blijven ze ook nog bijvoeren tot een week of twee nadat de jongen uitvliegen. Vaak volgt een tweede nestje er strak achteraan...

Het engelengeduld van moeder kerkuil

Moeder kerkuil heeft ook wat te verduren, want ze moet haar jongen op een aparte manier voeren. Ze onthoofdt de muis en eet de kop en andere harde delen zelf. De zachte delen, zoals de darm en kleine stukjes vlees, geeft ze aan het jong. Dat is mooi te zien in deze video op Beleef de Lente. Eén zo’n voedering duurt de eerste dagen maar liefst een uur! En dan te bedenken dat ze vaak vier tot zeven kuikens heeft. Overigens van verschillende leeftijden, dus niet allemaal even bewerkelijk.

Het mannetje krijgt het niet eens voor elkaar om zoveel geduld op te brengen, dus die jaagt, maar voert niet. Pas in de derde week kunnen de jongen kleine prooien, zoals spitsmuizen, geheel naar binnen werken.

Voedsel braken

Aalscholvers zijn viseters en pakken het weer anders aan. Ze blijven wat langer weg en schrobbelen zoveel mogelijk vis naar binnen. Dan vliegen ze terug naar het nest - waar ze net niet worden aangevallen door hun hongerige jongen - en braken het voedsel voor ze op. Hoe moeilijker het vis-vangen is, hoe langer visetende vogels wegblijven. Albatrossen spannen de kroon en vliegen soms wel 2000 kilometer en blijven tot tien dagen weg van de broedkolonie.

De poep van je kroost opeten

Oudervogels willen zo veel mogelijk jongen, zo gezond mogelijk groot krijgen. Genoeg eten is dan essentieel, maar hygiëne ook. In de uitwerpselen van jongen die dagen of zelfs weken in het nest blijven, leven namelijk ziekteverwekkers en de stank brengt predatoren op het spoor van dat kommetje vol lekkere hapjes. 

Vandaar dat bijna alle jonge vogels die het eerste deel van hun leven in het nest blijven, poepen in een soort zakje van een stevig wit of doorzichtig vlies. Vader of moeder hoeft dat zakje alleen maar overboord te gooien om het nest schoon te houden. Je kunt het met eigen ogen zien bij de koolmezen van Beleef de Lente.

Soms eten ze het poepzakje zelfs op. Dat is wat overdreven hygiënisch denk je misschien, maar het is ook slim, want vaak bevat het nog goede voedingsstoffen. Met de eischalen doen ze trouwens hetzelfde, ook uit het nest gooien of opeten, met precies dezelfde reden.

Hissen en flapperen 

Naast deze passieve vorm van nestverdediging, verweren sommige vogels hun nest ook nogal actief. Hoe groter de vogel, hoe meer indruk dat maakt. Bij zwanen heb je het vast wel eens aan den lijve ondervonden als je nietsvermoedend in de buurt van een nest kwam. Ze beschermen hun kroost door te hissen en met hun vleugels te flapperen of zelfs te slaan. Die zwanenmoeder is ervan overtuigd dat je haar kinderen wilt opeten, dus neem het haar maar eens kwalijk.

Andere vogels vallen aan vanuit de lucht en proberen op het hoofd te poepen, pikken of krabben als jij (of een andere rover) in de buurt van hun nest komt. Denk bijvoorbeeld aan alle nieuwsberichten over ‘terror-buizerds’ die fietsers aanvallen. ‘Moeder van het jaar’ zou een betere benaming zijn, al ervaren de aangevallenen dat vast anders.

Doen alsof je gewond bent

Wie niet sterk is, moet slim zijn, en dat spreekwoord neemt de kievit ter harte. Niet zo krachtig als zwaan of buizerd, doet ie alsof ie gewond is en fladdert met zijn hangende vleugel uit de buurt van het nest. Hij lijkt dan een makkelijke prooi en zo lokt hij roofdieren, zoals vossen, marterachtigen en roofvogels, weg. Komt de rover in de buurt, dan volgt een wonderbaarlijke genezing. Overigens schroomt hij ook niet om aan te vallen als het nodig is.

Fuut

Dragen of laten meeliften

In gracht, park of sloot zie je nog een sterk staaltje van ouderliefde bij knobbelzwanen of futen. Hun jongen mogen gezellig meeliften op de rug van vader of moeder.

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Beeld: Jelle de Jong (leadfoto: wilde zwaan); Koos Dansen