De redding voor het beekdal: zand, grind en hout in de beek

OBN Natuurkennis
13-MEI-2025 - Ophogen van beekbodems met zand, grind en dood hout blijkt een enorm succesvolle manier om verdroogde beekdalen te herstellen. De ervaringen uit negen herstelprojecten vormen de basis van een nieuwe OBN-brochure met tips voor beheerders van andere beekdalen.

Het water zo snel mogelijk afvoeren, dat was afgelopen decennia het doel dat waterbeheerders voor ogen hadden toen vrijwel alle beken in Nederland rechtgetrokken werden. Door de snellere afvoer sleten de beken ook nog dieper in, tot wel twee meter diep. Ook zijn bovenlopen uitgegraven op plaatsen waar voorheen een doorstroommoeras aanwezig was. Wat rest is een diep in het landschap liggende, drainerende beek met steile oevers en een kaal gespoelde bedding. De omgeving van de beek, het beekdal, verdroogt en waardevol kwelwater komt niet meer aan de oppervlakte. Dat leidt tot verlies van biodiversiteit.

Beekbodems weer ophogen

Om deze trend te keren zijn natuur- en waterbeheerders enkele jaren geleden experimenten gestart met het opnieuw ophogen van beekbodems met zand en grind. Door de bodem ondieper te maken, komt het waterpeil in en buiten de beek dichter bij het maaiveld. Hierdoor wordt het omliggende landschap natter, kan kwelwater beter uittreden en worden piekafvoeren afgevlakt (een belangrijk voordeel in tijden van klimaatverandering). Naast zand en grind blijkt ook dood hout een waardevolle toevoeging. Op plekken met hoger risico op erosie worden houtpakketten gebruikt om drempels te creëren. Ze zorgen voor stromingsvariatie, vertragen de stroomsnelheid, zorgen voor habitatvariatie en houden daardoor het ingebrachte materiaal op zijn plek.

Een beek wordt opgevuld met grind en zand

Opleving van het beekdal

In de voorbeeldprojecten waren al snel goede resultaten te zien. Kwelwater kwam weer in het beekdal aan de oppervlakte in plaats van in de beek zelf. De grondwaterstanden zakten veel minder ver onder het maaiveld weg dan voor de ingrepen, zelfs in extreem droge perioden. In verruigde elzenbroek- en elzenbronbossen en natte schraallanden in Twente trad hierdoor binnen enkele jaren op grote schaal spectaculair herstel op van de vegetatie. Ook de beekfauna profiteert. De ingrepen betekenen vaak in eerste instantie een klap voor de fauna, maar het nettoresultaat is meestal zeer positief. In de Leuvenemse beek was bijvoorbeeld vier maanden na zandsuppletie de soortenrijkdom en diversiteit van de haften-, steenvliegen- en kokerjuffersoorten volledig hersteld. Ook de visfauna herstelde zich snel. De jaren erna groeide de populatie beekprikken. Dat gold ook voor de populaties van de weidebeekjuffer, de bruintiphaft en de zeldzame waterwants Sigara hellensii.

Ophoging luistert nauw

Ophoging van beekbodems vergt een gedegen voorbereiding en doordachte aanpak. Anders kan het zomaar zijn dat met enkele hevige regenbuien al het ingebrachte materiaal benedenstrooms in de beek belandt en de positieve effecten weer verdwijnen. De kennis en ervaringen zijn opgenomen in een brochure die waterbeheerders handvatten geeft voor een goede voorbereiding, waarbij het hele beekdal wordt meegenomen en ook de oorzaak van de insnijding wordt aangepakt. De auteurs geven adviezen over een effectieve aanpak bij de uitvoering, waarbij bestaande natuurwaarden ook zo veel mogelijk worden gespaard. Tot slot pleiten ze voor meerjarige monitoring, zodat effecten op flora, fauna en hydrologie goed kunnen worden gevolgd én bijgestuurd.

Meer informatie

Tekst: OBN Natuurkennis
Beeld: Rob van Dongen; Fons Eysink