Verrassend veel inheemse vlinders in botanische tuin

Op 12 juli 2025 deed de Leidse Hortus Botanicus voor het eerst mee met de jaarlijkse Tuinvlindertelling. Verspreid over de dag werd drie keer op verschillende locaties in de tuin een kwartier lang naar dagvlinders gezocht. In totaal werden zeven soorten waargenomen, een kwart van het landelijke aantal.

Atalanta (Vanessa atalanta) en Bont zandoogje (Pararge aegeria) werden gezien op bloeiend Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) in zonnevlekken onder de monumentale Japanse paardenkastanje (Aesculus turbinata).

In de Clusiustuin werd Klein koolwitje (Pieris rapae) waargenomen op Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens) en Kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) op Zeepkruid (Saponaria officinalis. In de Mediterrane tuin werd Klein geaderd witje (Pieris napi) op Reuzenlavendel (Salvia yangii) gezien en Boomblauwtje (Celastrina argiolus) op Rode duizendknoop (Bistorta amplexicaulis). In de buurt van Eik (Quercus robur), langs het pad met oude eiken, werden meerdere, snel opvliegende exemplaren van Eikenpage (Favonius quercus) waargenomen.

Vijf jaar geleden is volledig gestopt met het gebruik van pesticiden in de Leidse Hortus. Sindsdien neemt het aantal waargenomen insectensoorten gestaag toe. Om de kans op het zien van Eikenpages te verhogen, zal Sporkehout (Frangula alnus) worden geplant. Op de bloemen van deze kleine boompjes kunnen bezoekers hopelijk volgend jaar Eikenpages naar nectar zien zoeken.

Tekst: Barbara Gravendeel, Hortus Botanicus Leiden
Beeld: Hortus Botanicus Leiden; Jan Meijvogel; Wil Leurs