kadeni-stofuil - primair

Kadeni-stofuil wordt steeds algemener

De Vlinderstichting
15-SEP-2025 - De kadeni-stofuil is een trekvlinder die in 2006 voor het eerst in Nederland is vastgesteld en sindsdien jaarlijks gezien wordt. Eerst vooral in Zeeland en Limburg, maar tegenwoordig zijn er meldingen uit het hele land. Nu, in september, is de trefkans het grootst.

Kadeni-stofuil foeragerend op bloeiende klimopNa de eerste meldingen werden er tot 2011 jaarlijks 1 tot 20 kadeni-stofuilen gemeld. Tussen 2012 en 2017 lag het gemiddelde op 50, in 2018 en 2019 was dat toegenomen tot meer dan 200 per jaar. Inmiddels gaat het om nog grotere aantallen met het voorlopige record in 2023 van meer dan 2000 meldingen. In 2024 werden meer dan 900 kadeni-stofuilen gezien. In het verspreidingskaartje zien we ook dat de soort steeds verder naar het noorden oprukt en inmiddels in vrijwel het hele land wordt gemeld. De kadeni-stofuil is een trekvlinder, die jaarlijks vanuit het zuiden ons land binnenkomt. Of we al van populaties kunnen spreken, staat allerminst vast. Het feit dat driekwart van de waarnemingen uit september en oktober komt, wijst eerder op migratie. Het kleinere piekje in juni zijn binnenvliegende vlinders en in de nazomer verschijnen de nakomelingen daarvan. De toenemende aantallen doen de mogelijkheid op een permanente vestiging in ons land wel toenemen, maar waarschijnlijk kunnen ze nu onze winter nog niet overleven.

Inmiddels is de kadeni-stiofuil verspreid door heel het land gezien, zelfs op de meeste Waddeneilanden

De kadeni-stofuil is geen moeilijke klant. Hij komt voor op allerlei warme open, zandige plaatsen. Je vindt de vlinder langs bosranden, maar ook in tuinen. De rupsen eten van diverse kruidachtige planten en lijken ook niet erg kieskeurig. Waarschijnlijk is de temperatuur de enige reden waarom de soort steeds meer in ons land wordt gezien. De meeste kadeni-stofuilen worden op licht gezien, maar de vlinders komen ook wel af op smeer en bloeiende bloemen. Laat in het jaar is klimop een van de belangrijkste voedselbronnen. De lichtvondsten zijn voor een deel gedaan door met lamp en laken te nachtvlinderen, tweederde van de meldingen komt echter uit lichtvallen en LedEmmers. Het feit dat er recentelijk steeds meer met vallen wordt gewerkt, zal zeker meespelen in de toename in waarnemingen, maar is slechts een deel van de verklaring. De soort is daadwerkelijk aan een uitbreiding bezig. September is de piek, maar ook in oktober kunnen nog kadeni-stofuilen worden gezien, dus houd lichtbronnen en bloeiende planten in de gaten.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: Nationale Databank Flora & Fauna (NDFF)