
Na wat hulp ontwikkelt de natuur zich weer volop in De Kempen
StaatsbosbeheerZo’n vijf jaar geleden zijn er op verschillende plekken in De Kempen, onder Eindhoven, herstelmaatregelen genomen om meer robuuste natuur te stimuleren. Veel van deze maatregelen hadden als doel om de oude, niet-ontgonnen situatie weer terug te krijgen, met nattere en voedselarme condities. Zo heeft Waterschap De Dommel er samen met provincie Noord-Brabant en Staatsbosbeheer voor gezorgd dat het brongebied van de Strijper Aa weer oppervlakkig kan afstromen door moerassige laagtes richting de huidige beek.
Monotoon grasland
Met zijn ogen op de grond gericht loopt Bjorn door de natte heide. Om de paar meter bukt hij om een plantje aan te wijzen, zoals verschillende soorten heide in de laatste fase van hun bloei, maar ook moerasrolklaver, kale jonker en de zeldzame klokjesgentiaan. “Het is haast niet voor te stellen dat dit vijf jaar geleden nog monotoon grasland en pitrus was”, aldus Bjorn.
Om dit te bereiken heeft Staatsbosbeheer de fosfaat- en stikstofrijke bovenste laag van de bodem afgehaald. Ook zijn sloten weggehaald of uitgesmeerd. Dit laatste zorgt voor vlakkere oevers, veel reliëf en overgangen tussen nat en droog. “Zo hebben we de bodem verschraald en ervoor gezorgd dat er meer water in het gebied blijft. Daarna hebben we heidemaaisel elders uit het gebied hier uitgestrooid. De ontwikkeling tot wat het nu is, is het werk van de natuur.” Het geknerp van de moerassprinkhaan klinkt, een kikker springt weg en een icarusblauwtje en een kleine vuurvlinder trekken met hun felle kleuren de aandacht. “Het niet zoveel voorkomende heideblauwtje zit hier ook, maar die laat zich nu niet zien.”
Door de tijd scrollen
De natte heide gaat over in een ven met vlakke oevers en helder water. Een paar jaar geleden was dit er niet. Op zijn mobiel laat Bjorn kaarten zien van dit gebied in de eerste helft van de vorige eeuw. “Toen lag dit ven er ook.” Als hij door de tijd scrolt, verandert het landschap in met rechte sloten doorsneden agrarisch gebied. Het ven is verdwenen. Maar de jongste luchtfoto’s laten weer een opvallende overeenkomst zien met de oude kaarten. Zelfs de vorm van het ven is hetzelfde. “Dat komt omdat de natuurlijke waterhuishouding weer is hersteld.” Op de oevers en op de bodem van het ven breidt het inmiddels uitgebloeide moerashertshooi zich langzaam uit. “Dit is een plant die het van een voedselarme, niet te zure bodem moet hebben. Het is een goed teken dat hij het hier zo goed doet.”
En zo zijn er meer voorbeelden in de Brabantse Kempen. Op oude landbouwenclaves van de Strabrechtse Heide is ook het stikstof- en fosfaatrijke deel van de bodem verwijderd. Op andere delen haalt Staatsbosbeheer de stikstof zoveel mogelijk uit de bodem door meerdere keren per jaar te maaien. Of door akkeren. Bjorn laat een veld zien waar onder meer zonnebloemen weelderig bloeien. “Met akkeren zaaien we hier gewassen in als boekweit, winterrogge en zonnebloemen die aan het eind van het jaar worden geoogst. Ook zo haal je de stikstof uit de grond. Het duurt wel veel langer, maar ondertussen heb je ook prachtige natuur.”
Flinke boost
Met dit soort maatregelen heeft Staatsbosbeheer de natuur hier een flinke boost gegeven. “Hiermee ontstaat weer een robuust natuurgebied dat tegen een stootje kan en veel soorten huisvest.” De maatregelen zijn genomen om de natuur te herstellen, maar het verbaast Bjorn niet dat ook de recreanten erover te spreken zijn. “Als je hier vijf jaar geleden wandelde of fietste, keek je uit over maisakkers. Nu zie je bloemrijke graslanden. En dat meer daar verderop wordt volop door kieviten, reigers en zelfs lepelaars gebruikt. Dat is toch een andere beleving.”
Tekst en beeld: Staatsbosbeheer