Fastfood voor franjestaart: een zero waste maaltijd in KempenBroek

ARK Rewilding Nederland
5-OKT-2025 - Een wildcamera in KempenBroek legde een bijzondere scène vast: diep in de nacht cirkelde een franjestaart boven een kadaver op een Dood doet Leven-plek. De waarneming, inmiddels bevestigd door vleermuisexperts, illustreert op indrukwekkende wijze wat ARK Rewilding Nederland en partners beogen: kadavers laten liggen als voedselbron voor aaseters en de soorten die daar vervolgens van profiteren.

De camera registreerde dit voorjaar meerdere malen hoe de franjestaart zijn ronde maakte boven een kadaver, vermoedelijk op zoek naar insecten die zich rondom het karkas verzamelen.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Franjestaart in KempenBroek mei 2025 (Bron: ARK Rewilding Nederland)

Toen vleermuisexpert Carlo Wijnen het filmpje onder ogen kreeg, hoefde hij niet lang te kijken. “Dat moet haast wel een franjestaart zijn”, zei hij meteen. “Kijk maar hoe langzaam hij vliegt, bijna alsof hij even in de lucht blijft hangen om na te denken.” Carlo legde uit dat dit typisch gedrag is voor de soort. Ze kunnen zelfs zo stil blijven hangen dat ze voor een spinnenweb kunnen 'parkeren'. Met hun echolocatie checken ze dan nauwkeurig of de spin aan de voorkant of achterkant van het web zit, om hem er vervolgens feilloos af te plukken. Ook iets anders viel Carlo op: de stand van de oren. Die wijzen iets naar voren, of zelfs een beetje omlaag, zodat de vleermuis ook geluid van onder hem kan opvangen. “Een franjestaart is een zogenaamde gleaner, net als de gewone grootoorvleermuis. Deze vleermuizen vangen hun prooi door ze van oppervlakken, zoals bladeren of de grond te plukken, in plaats van ze in de lucht te vangen. Ze vertrouwen sterk op hun gehoor om geluiden van hun prooi te detecteren, zoals geritsel of beweging, en zijn aangepast aan complexe habitats. Langzame vluchten, brede vleugels en lange oren ondersteunen hun gespecialiseerde foerageerstrategie”, aldus Carlo.

Voor KempenBroek, of eigenlijk voor Nederland, is dit een primeur. Franjestaarten zijn nog niet eerder boven een kadaver gefilmd.

Dood doet Leven in KempenBroek

Indy van der Giessen, stagiair bij ARK en student aan de Universiteit van Utrecht, onderzoekt al langere tijd de Dood doet Leven-plekken in KempenBroek. Met behulp van cameravallen legt Indy vast welke aaseters aanwezig zijn bij de kadavers en welke functionele rollen zij vervullen tijdens het ontbindingsproces. Samen met Elke Wenting van de Radboud Universiteit plaatste zij deze resultaten in een breder perspectief door de verschillen met andere gebieden te vergelijken. Daarnaast is Indy gestart met een langdurig onderzoek naar de effecten van kadavers op vegetatie en bodem.

Op verschillende locaties in KempenBroek liggen af en toe kadavers van bijvoorbeeld reeën of vossen, vaak dieren die verkeersslachtoffer zijn geworden. Door deze kadavers in de natuur te laten liggen, worden ze een belangrijke voedselbron voor andere dieren en leveren ze waardevolle mineralen terug aan het ecosysteem.

Nieuwe onderzoeksvragen

Indy: “In KempenBroek hebben we met cameravallen onderzoek gedaan op dertien verschillende locaties. Hier lagen kadavers van vos, ree of das die werden bezocht door verschillende aaseters. Bepaalde aaseters die de kadavers hebben bezocht, zoals een vos en buizerd, had ik zeker verwacht. Dat er ook een havik op de filmbeelden opdook was voor mij een verrassing, net als die foeragerende franjestaart”. De waarneming van de franjestaart motiveert Indy om nieuwe onderzoeksvragen te formuleren. “Ik zou wel willen weten op welke insecten deze vleermuizen nu precies afkomen. En of vleermuizen eerder op een kadaver van een carnivoor of een omnivoor af zouden komen. Bij andere dieren zien we daar namelijk behoorlijk grote verschillen tussen.”

Hiermee leveren deze Dood doet Leven-plekken niet alleen voedselbronnen op voor andere soorten, ook zijn het interessante locaties om onderzoek te doen en meer te weten te komen over welke dieren van kadavers gebruikmaken. Dankzij een samenwerking met Natuurmonumenten is er sinds dit jaar een openbaar toegankelijke locatie. Hier kunnen bezoekers zien hoe de natuur zichzelf recyclet. Alle onderdelen van het dier worden benut door allerlei organismen, van insecten tot kleine roofdieren. In een tijd waarin kadavers in het wild nog vaak worden verwijderd, zijn zulke plekken uniek voor nieuwe waarnemingen en ecologische inzichten. ARK hoopt natuurlijk dat op termijn dit soort voorbeeldprojecten niet meer nodig zijn, omdat we dan de rol van dood in de natuur weer normaal zijn gaan vinden.

Kijkje in een verborgen ecosysteem

De franjestaart is een relatief zeldzame soort in Nederland, met een voorkeur voor halfopen, waterrijke bossen en besloten landschappen. Het observeren van deze soort boven een kadaver bevestigt dat zulke plekken fungeren als hotspots voor insecten en andere kleine dieren. En mogelijk ook concentraties van vleermuizen aantrekken. Naast kadavers kunnen ook natuurlijke latrines – plekken waar dieren hun uitwerpselen concentreren – fungeren als kleine hotspots voor insecten. De uitwerpselen trekken allerlei vliegende insecten aan, zoals vliegen en kevers, die op hun beurt voedsel zijn voor vleermuizen en andere dieren. Zo ontstaat een netwerk van voedselbronnen in het landschap, waarin zowel dode biologische reststoffen als levende organismen een rol spelen in het ondersteunen van biodiversiteit.

Kadavers leveren zo een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit – ze versterken voedselnetwerken en ondersteunen de ecologische stabiliteit. Het laten liggen van kadavers is dus geen passieve handeling, maar een actieve vorm van natuurbescherming.

Kadavers die spreken

Voor beleidsmakers en natuurbeheerders biedt deze waarneming een concreet voorbeeld van ecologische meerwaarde. Een kadaver wordt niet alleen voedsel, maar een levend ecosysteem, een plek waar soorten elkaar ontmoeten en voedselketens versterkt worden. Zulke ontdekkingen helpen ook het publiek te laten zien dat de natuur vaak op verrassende manieren zelf voor balans zorgt.

Meer informatie

Tekst: Mignon van den Wittenboer, ARK Rewilding Nederland
Beeld: René Janssen (leadfoto franjestaart); ARK Rewilding Nederland