Het zal je misschien verbazen, maar in de duinen, dicht bij het strand, leven meer paddenstoelen- dan plantensoorten. Je kunt hier wel zo’n twintig tot dertig soorten tegenkomen, waaronder echte duinspecialisten: soorten die je nergens anders tegenkomt. In het binnenland loopt het paddenstoelenseizoen langzaam ten einde, maar in de duinen zijn juist nu veel bijzondere soorten paddenstoelen te vinden – en die periode gaat nog wel even door.
Witte duinen
In de duinen zijn twee habitattypes van belang, de 'witte duinen' en de 'grijze duinen'. De witte duinen liggen direct aan het strand en ze stuiven regelmatig. De naam witte duinen slaat op de kleur van het zand: omdat er nog geen bodemontwikkeling heeft plaatsgevonden, is de kleur nog wit in plaats van grijs. Witte duinen, met helm- en biestarwegrasbegroeiingen, ontstaan van nature daar waar embryonale duinen zó ver aanstuiven, dat de plantengroei buiten het bereik van zout grondwater en overstromend zeewater komt. Dit proces vindt plaats in de zeereep, de duinenrij die aan het strand grenst. Ook al overstromen de witte duinen niet, de invloed van zeewater is nog steeds groot door de inwaai van fijne zoutdruppeltjes, die ontstaan bij de verneveling van opspattend golfwater. Zoutinwaai en stuivend zand zorgen voor een extreem milieu, waarin slechts weinig plantensoorten kunnen overleven. De vegetatiestructuur, die door helmgras word gevormd, legt het zand vast. Tijdens het opstuiven van het zand kan helm tot wel een meter mee blijven groeien.
Ondanks dat het er misschien eentonig uitziet, heeft het witte duin een enorme rijkdom aan soorten paddenstoelen. Op de wortels en dode plantendelen van biestarwegras en helm komen tal van verschillende soorten paddenstoelen voor, zoals de duinveldridderzwam, de duinfranjehoed, de duinstinkzwam en het zandtulpje.
November en december zijn de beste maanden om uit kijken naar deze bijzondere groep paddenstoelen. Als het nauwelijks tot vorst komt, kun je ze zelfs tot diep in de winter nog vinden.

Grijze duinen
Dieper landinwaarts, achter de witte duinen, liggen de grijze duinen. Hier heeft de wind minder invloed, zodat het zand wordt vastgelegd door verschillende soorten mossen, korstmossen, kruiden en grassen. Door deze vegetaties ontstaat er een grijze laag in de bodem, vandaar de naam 'grijze duinen'. Karakteristiek voor dit type is de dominante aanwezigheid van het duinsterretje, een soort mos. Om deze duinen in stand te houden is het belangrijk dat er lichte zandverstuiving en begrazing door konijnen blijft plaatsvinden. Helaas zijn de konijnenpopulaties ineengestort en zorgt de stikstofdepositie ervoor dat de grijze duinen zeer snel dichtgroeien. Dit zet het habitattype sterk onder druk.
In grijze duinen komen veel bijzondere soorten paddenstoelen voor die alleen daar goed gedijen, zoals verschillende soorten aardsterren, helmharpoenzwammen, stuifballen, koraalzwammen, champignons en trechtertjes. De variatie in paddenstoelen is enorm. Goed kijken tussen het mos loont zich dan ook.

Paddenstoelen monitoren voor het Meetnet zeereep
Paddenstoelen zijn goede indicatoren voor de kwaliteit van de duinen. Daarom is in 2014 het 'Meetnet paddenstoelen van de zeereep' opgestart. Dit meetnet is gericht op het monitoren van typische en begeleidende soorten paddenstoelen die in de witte en grijze duinen voor kunnen komen.
Meer informatie
- Kijk jij wel eens naar deze fascinerende paddenstoelen in de duinen en wil je ook een belangrijke bijdrage leveren door ze te monitoren, lees dan hoe je kan helpen op onze website.
Tekst: Ronald Morsink, Paddenstoelenonderzoek Nederland
Beeld: Robin Wisse (leadfoto: Coprinus levisticolens, Schouwen-Duiveland, Zeeland); Ronald Morsink
