Onderzoek naar kansrijke beheerstrategieën voor wasbeer in Nederland

Onderzoek naar kansrijke beheerstrategieën voor wasbeer in Nederland

Zoogdiervereniging
10-DEC-2025 - Hoewel de wasbeer een hoog knuffelgehalte heeft, vormt deze invasieve exoot een serieus risico. Wasberen bedreigen namelijk kwetsbare soorten, zoals broedende vogels of amfibieën, kunnen infecties overdragen en veroorzaken overlast in en rond huizen. Het Nederlands Expertisecentrum Exoten (NEC-E) heeft onderzocht hoe de wasbeer in Nederland kan worden teruggedrongen.

De wasbeer (Procyon lotor) komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is door menselijk toedoen in Europa terechtgekomen. In het begin van de vorige eeuw is de wasbeer in Europa beland voor de pelsdierfokkerij, maar het zoogdier is in Duitsland ook uitgezet als jachtwild. De afgelopen jaren blijken nieuwe introducties in Europa vooral veroorzaakt te worden door ontsnappingen uit dierenparken. De wasbeer heeft een voorkeur voor vochtige gebieden, zoals beekdalen en moerasgebieden, maar het dier voelt zich ook heel goed thuis in dorpen en steden. Dankzij die flexibiliteit is de wasbeer inmiddels wijdverbreid in Europa, in sommige steden en regio’s zelfs in zeer hoge dichtheden. Vanuit Duitsland en België is de wasbeer de provincie Limburg ingetrokken. Omdat de aantallen pas sinds 2017 duidelijk toenemen, kunnen effectieve maatregelen deze toename hopelijk beperken. Maar welke maatregelen zijn dat? De Provincie Limburg en het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) hebben het Nederlands Expertisecentrum Exoten opdracht gegeven dit te onderzoeken.

Een bedreiging voor kwetsbare soorten

In de Duitse stad Kassel wordt de wasberendichtheid ingeschat op honderd wasberen per vierkante kilometer. Hier wordt niet aan beheer of bestrijding gedaan. Als gevolg van interacties met mensen zijn de wasberen hier hun schuwheid verloren

De wasbeer is een alleseter en eet het voedsel dat voorhanden is. Lokaal kan de wasbeer dan ook grote negatieve effecten hebben op 'predatiegevoelige' soorten. Bij vogels zijn dat bijvoorbeeld watervogels – zoals eenden, die in oevers of op eilanden broeden – boombroedende en nestkastbewonende vogels, bijvoorbeeld spechten en vliegenvangers, en roofvogels, denk aan havik, rode wouw en zwarte wouw. In de Duitse Eifel worden in steengroeves bijvoorbeeld jonge oehoes gedood door wasberen. Ook worden amfibieën gegeten, waaronder in Nederland (sterk) bedreigde en beschermde amfibieën, zoals de geelbuikvuurpad en rugstreeppad. Bovendien kunnen winterslapende vleermuizen gevaar lopen. Of predatie door wasberen daadwerkelijk zal leiden tot het compleet verdwijnen van populaties van specifieke ‘gevoelige’ soorten is vooralsnog onduidelijk. Het zal sterk afhankelijk zijn van de lokale populatiedichtheden van wasberen: er zal een hogere predatiedruk zijn bij een hogere dichtheid wasberen. Het ligt er ook aan hoe goed het gaat met een specifieke inheemse soort. Bij bedreigde soorten, met een kleine populatie, zal de impact groter zijn dan bij meer algemene soorten.

Overdracht van ziekteverwekkers en overlast rond huis

De wasbeer vormt niet alleen een gevaar voor andere dieren door predatie, maar kan ook drager zijn van verschillende ziekteverwekkers die ziekten kunnen veroorzaken bij mensen en dieren. Een voorbeeld daarvan is de wasberenspoelworm. De afgelopen jaren bleek ongeveer 60 procent van de Limburgse wasberen besmet te zijn met deze parasiet. De kans op besmetting met wasberenspoelworm en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen is erg klein, maar het kan leiden tot ernstige ziekte met onder andere neurologische klachten. Als wasberen dichtbij mensen leven, is de kans op besmetting groter. Daarnaast ervaren mensen overlast van wasberen in of om het huis. Wasberen kunnen gemakkelijk huizen binnenkomen, bijvoorbeeld via kattenluikjes, maar ook prima klimmen en op zolder of in de spouw schade aanrichten. Ook kippen en konijnen zijn niet veilig en worden zo nu en dan opgegeten.

Invasieve exoot

In 2016 is de wasbeer opgenomen op de Europese Unielijst van invasieve exoten. EU-lidstaten zijn hierdoor verplicht om het ontstaan van een populatie wasberen op hun grondgebied vroegtijdig te detecteren, deze op te sporen en, indien mogelijk, te verwijderen. Gevestigde, wijdverspreide wasbeerpopulaties dienen te worden beheerst, zodat ongewenste effecten zo veel mogelijk worden voorkomen. Sinds eind 2017 komt er een wasberenpopulatie voor in de provincie Limburg, maar ook elders in Nederland worden in toenemende mate wasberen met jongen gesignaleerd. Verwijdering van de wasberenpopulatie bij een langdurige en gecoördineerde aanpak wordt op dit moment door het Ministerie van LVVN nog als een haalbaar doel ingeschat. De ambitie van de Rijksoverheid is daarom om in Nederland de wasbeer volledig te verwijderen.

Doel van het onderzoek

In 2024 is in Limburg gestart met het vangen en doden van wasberen door een gespecialiseerd vangteam. Ondersteunend vindt afschot van wasberen door jagers plaats en worden bijvangsten van muskus- en beverratbestrijders gedood. Als onderdeel van de Limburgse aanpak is een onderzoek uitgevoerd om strategieën en methodieken te identificeren, die bij kunnen dragen aan de bestrijding van de huidige wasberenpopulatie in Limburg en die praktisch inzetbaar zijn in andere delen van Nederland en buurlanden.

Bevestigde waarnemingen van wasberen in Nederland uit de periode 2010-2024. De overgrote meerderheid van waarnemingen is afkomstig uit de provincie Limburg

Uitkomsten onderzoek

Naast de twee bestaande beheerstrategieën voor wasberen – vangen door een gespecialiseerd vangteam en aanvullend afschot door jagers – zijn diverse nieuwe strategieën onderzocht: het vormen van selectieve anticonceptie, vangen-steriliseren-vrijlaten (Trap, Neuter & Return, TNR), verschillende typen slimme vallen, mitigatie van gevoelige soorten en gene editing. Ook de optie om ‘geen beheer’ toe te passen is beoordeeld. Van de elf beoordeelde strategieën blijken er vijf kansrijk en inzetbaar om bij te dragen aan een nulstand: het huidige beleid (afschot en vangst), en drie typen selectieve vallen voor wasbeer (mechanisch, met beeldherkenning en pootomsluitend). Mitigatiemaatregelen voor gevoelige soorten worden aanbevolen als aanvullende ‘no-regret’-maatregel.

De beste aanpak

Een combinatie van de kansrijke beheerstrategieën lijkt de beste aanpak voor de bestrijding van wasberen. Met behulp van de inzet van selectieve vallen kan de vangstefficiëntie van een professioneel vangteam worden geoptimaliseerd. Afschot door jagers, en vangsten door beverrat- en muskusratbestrijders kunnen hierbij belangrijke ondersteuning bieden. Ook goed geïnstrueerde particuliere terreineigenaren en/of gemeentes kunnen het beheer ondersteunen met selectieve vallen. Mitigerende maatregelen kunnen altijd worden ingezet om lokale populaties van kwetsbare inheemse soorten te beschermen. Welke strategieën en maatregelen inzetbaar zijn, is terug te lezen in de rapportage.

Conclusie

De wasbeer is overal in Europa en dus ook in Nederland bezig aan een stevige opmars. Het terugdringen van deze invasieve exoot is nodig omdat wasberen kwetsbare soorten bedreigen,  wasberenspoelworm kunnen overdragen en overlast in en rond huizen veroorzaken. Snel overgaan tot actie is effectief aangezien het aantal wasberen in Nederland momenteel nog relatief klein is. Het terugdringen van de wasbeer heeft echter alleen kans van slagen wanneer de bestrijding in nauwe samenwerking en coördinatie met onze buurlanden plaatsvindt.

Meer informatie

  • De pdf van de rapportage is te downloaden op de website van de Provincie Limburg. 

Tekst: Pim Lemmers, Natuurbalans – Limes Divergens en Nederlands Expertisecentrum Exoten; Maurice La Haye, Zoogdiervereniging en Nederlands Expertisecentrum Exoten
Beeld: Pim Lemmers; NDFF Verspreidingsatlas, Zoogdiervereniging