Moerasparelmoervlinder - primair

Acht op de tien dagvlinders verdwenen

De Vlinderstichting
29-MRT-2019 - Tussen 1890 en 2017 is het aantal dagvlinders met minstens 84 procent achteruitgegaan; 15 soorten zijn zelfs helemaal uit Nederland verdwenen. Dit blijkt uit een analyse van langetermijngegevens tot 127 jaar terug door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en De Vlinderstichting, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Biological Conservation.

Grote parelmoervlinder, ernstig bedreigdVlinderwaarnemingen over de periode 1890 tot 2017 werden geanalyseerd om de langetermijnverandering in het voorkomen van vlindersoorten in Nederland te bepalen. Voor 71 soorten was het mogelijk om betrouwbare historische trends in het aantal bezette 5 x 5 kilometerlocaties te bepalen voor de periode vanaf 1890 tot 1990. Hierbij werd rekening gehouden met veranderingen in onderzoeksinspanning. De trend in de verspreiding voor alle soorten daalde in die 100 jaar met 67 procent. De gegevens uit het verleden betreffen vooral waarnemingen uit in collecties verzamelde vlinders. Later kwamen er ook gegevens van excursieverslagen en dagboeken bij. Sinds 1990 worden waarnemingen systematisch verzameld binnen het Landelijk Meetprogramma Vlinders. Als het aantal getelde vlinders in de monitoringroutes wordt geanalyseerd, blijkt dat er sinds 1990 een achteruitgang van 50 procent is. Een combinatie van de ‘oude’ verspreidingstrend en de ‘recente’ meetnettrend in aantallen, levert een geschatte totale daling op van minimaal 84 procent over de periode 1890 tot 2017.

Achteruitgang dagvlinders: van 1890 tot 1990 verspreidingstrend; vanaf 1990 aantalstrend

Zowel in grasland als in bos en heide is de achteruitgang sterk. De trend in verspreiding van graslandsoorten is recentelijk gestabiliseerd, na een sterke daling tot 1980. Een eeuw geleden waren bijna alle graslanden in Nederland rijk aan bloeiende planten, hoewel ze ook toen al werden gebruikt als landbouwgrond. Sindsdien is de landbouwpraktijk geïndustrialiseerd. Onder invloed van hoge stikstofgiften en grootschalige ontwatering komen graslandkruiden er nu nauwelijks tot niet meer voor. Een kruidenrijkdom die vergelijkbaar is met de situatie van weleer vind je tegenwoordig alleen nog in natuurreservaten. De trend in verspreiding van bosvlinders nam af tot 1980 en stabiliseerde daarna. De recente uitbreiding van enkele zeldzame bosvlinders (boswitje, kleine ijsvogelvlinder, grote weerschijnvlinder en keizermantel) geeft aan dat de habitatomstandigheden aan het verbeteren zijn, waarschijnlijk gestimuleerd door klimatologische opwarming in combinatie met weer toenemende variatie in de bossen. Voor de vlinders van de heide gaat de achteruitgang nog steeds door. Versnippering en de te hoge stikstofbelasting zijn de belangrijkste oorzaken.

Achteruitgang vlinders in een veranderend landschap, fictief voorbeeld omgeving Veenendaal

Hier vindt u de link naar de publicatie in Biological Conservation.

Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Tekst: Chris van Swaay en Kars Veling, De Vlinderstichting
Illustraties: Kars Veling; Landelijk Meetprogramma Vlinders & NDFF; Chris van Swaay & Topotijdreis.nl