Gemeente Stichtse Vecht timmert aan de weg met Wet natuurbescherming

Provincie Utrecht
26-APR-2019 - Gemeenten die zich het hoofd breken over hoe ze natuur kunnen beschermen zonder dat het klauwen met geld en zeeën van tijd kost, kunnen hun licht opsteken bij ambtenaren Loes van de Craats en Cees van der Weerd van de gemeente Stichtse Vecht. Zij vertellen hoe hun gemeente de plaatselijke natuur beschermt.

Bijenlinten, nestkasten voor mezen die de eikenprocessierups bestrijden, een lijst van beschermde (doel)soorten en een webtool die toont welke beschermde soorten in de buurt kunnen leven: zomaar wat middelen waarmee Stichtse Vecht invulling geeft aan de Wet natuurbescherming. De gemeente is hiermee een voorbeeld voor andere gemeenten in de provincie Utrecht.

Motivatie

“De biodiversiteit is sterk afgenomen. Door kwetsbare dieren en planten te beschermen willen wij deze weer vergroten. Dat zien we als onze verplichting naar de volgende generaties”, vertelt Loes. “Wij willen laten zien dat het leuk is om de natuur te beschermen, ervoor te zorgen dat dieren en planten blijven bestaan en zich zelfs kunnen uitbreiden”, vult Cees aan.

Bijenlinten

Samen met inwoners legt de gemeente zogeheten bijenlinten aan om deze nuttige insectengroep terug te laten keren. “Hiervoor hebben we grasvelden omgeploegd en bollen ingeplant met kruiden waar straks de bijen op af moeten komen”, vertelt Cees. De gemeente is hiervoor door Nederland Zoemt in 2018 benoemd tot bij-vriendelijke gemeente. “Daar zijn we wel trots op!”

Mezen vangen eikenprocessierups

Koolmees jaagt op kleine eikenprocessierupsenDe eikenprocessierups is een jaarlijks terugkerend probleem. Loes: “Wij pakken deze rups biologisch aan door mezen de rupsen te laten vangen. Daarom hebben wij mezenkasten opgehangen, speciaal om kool- en pimpelmezen te trekken. Alle inheemse vogels zijn volgens de Wet natuurbescherming beschermd. Zo bevorderen we ook nog eens de toename van de populaties van deze mezen.”

Lijst beschermde (doel)soorten

De gemeente heeft een lijst gemaakt met de beschermde soorten en de doelsoorten. Cees: “Doelsoorten zijn planten en dieren die geen beschermde status meer hebben, maar voor de gemeente wel belangrijk zijn. Voorbeelden zijn de rouwmantel, een vlinder, en de rietorchis, een vaatplant.”

Webtool voor iedereen

De gemeente zet medio april een webtool online die voor iedereen toegankelijk is. Hierin kan je zelf zien welke beschermde soorten je mogelijk in je omgeving kan tegenkomen. Loes: “Dit is handig wanneer je een omgevingsvergunning wilt aanvragen. Dan wil je weten of er vanwege de aanwezigheid van beschermde soorten nog extra onderzoek nodig is, en of je een ontheffing moet aanvragen bij de provincie.”

Soortenmanagementplan

De gemeente wil graag een soortenmanagementplan gaan opstellen voor gebouwbewonende beschermde diersoorten zoals vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen. Cees: “Als we dit plan hebben, kunnen we vooraf bij de provincie een ontheffing vragen. Deze ontheffing geldt voor werkzaamheden aan alle onder het plan vallende gebouwen. Op deze manier hoeven we niet elke aanvraag apart te laten beoordelen.” De gemeente laat in samenwerking met de woningcorporatie, voordat ze het plan gaan opstellen, eerst onderzoek doen. Hiervoor kunnen ze subsidie krijgen van de provincie.

Inspiratiesessie

Ook een inspiratiesessie over de Wet natuurbescherming staat op de wensenlijst. Cees: “Deze sessie willen we samen met de provincie organiseren voor onze ambtenaren die te maken hebben met deze wet. Tijdens de sessie willen we laten zien welke gegevens we hebben over beschermde soorten en hoe we hiermee om moeten gaan.”

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming is sinds 1 januari 2017 van kracht, en beschermt kwetsbare natuur. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de provincie: zij geeft ontheffing voor werkzaamheden. De Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) houdt toezicht en handhaaft namens de provincie. De gemeenten voeren de wet uit: zij zien erop toe dat aanvragen voor een omgevingsvergunning volledig zijn en dat een ontheffing is aangevraagd als er sprake is van gevolgen voor beschermde soorten.

Tekst: Provincie Utrecht
Foto's: Rik Huisinga; Silvia Hellingman