Wijde mantels overleven deze winter in de Oosterschelde

Gevolgen warme winter nu ook onder water goed zichtbaar

Stichting ANEMOON
22-JAN-2012 - Dat op het land de gevolgen van de extreem warme winter overal duidelijk te zien zijn is uitgebreid in het nieuws geweest. Onder water heeft het even geduurd maar door de aanhoudende relatief hoge watertemperatuur zien we nu ook in de Zeeuwse Delta de effecten op de mariene natuur in het warme zeewater. Het zijn vooral de soorten die tijdens een normale winter door de lage watertemperatuur het heel slecht hebben, die nu in grote aantallen overleven en prominent aanwezig blijven, zoals Blauwtipjes, Wrattig tipjes, Bruine plooislakken, Fluwelen zwemkrabben en Wijde mantels. Het zijn slechts enkele van de vele soorten die blij zijn met de warme winter.

Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]

Dat op het land de gevolgen van de extreem warme winter overal duidelijk te zien zijn is uitgebreid in het nieuws geweest. Onder water heeft het even geduurd maar door de aanhoudende relatief hoge watertemperatuur zien we nu ook in de Zeeuwse Delta de effecten op de mariene natuur in het warme zeewater. Het zijn vooral de soorten die tijdens een normale winter door de lage watertemperatuur het heel slecht hebben, die nu in grote aantallen overleven en prominent aanwezig blijven, zoals Blauwtipjes, Wrattig tipjes, Bruine plooislakken, Fluwelen zwemkrabben en Wijde mantels. Het zijn slechts enkele van de vele soorten die blij zijn met de warme winter.

Vorig jaar was rond deze tijd het water in de Oosterschelde slechts 1 graad Celsius. Nu is het 5 tot 6 graden. Voor veel zeedieren maakt dit verschil heel veel uit. Juist tijdens strenge winters zien we dat veel soorten niet tegen een aanhoudende lage zeewatertemperatuur kunnen. Zij leggen dan massaal het loodje. Dit is een natuurlijk fenomeen dat in onze kustwateren thuishoort en bij herhaling voor een specifieke dynamiek in de lokale biodiversiteit zorgt. Op natuurbericht.nl hebben we in het verleden hier al vaak over geschreven. Fluwelen zwemkrabben, Hooiwagenkrabben, Ruigkrabbetjes, Brokkelsterren, diverse weekdieren zoals de Groene wierslak, Wijde mantels en vele andere mariene diersoorten hebben zwaar te lijden onder strenge winters.

Fluwelen zwemkrabben zijn blij met warme winter (foto: Peter H. van Bragt)
Deze soorten overleven deze winter in de Zeeuwse delta juist heel goed en zullen, mits er geen strenge winter meer komt, het komende voorjaar doorgroeien en zich gaan voortplanten. Daardoor kunnen zij zich de komende zomer hier in nog grotere aantallen vestigen, terwijl zij hier na strenge winters soms een of meerdere jaren afwezig zijn. Sportduikers die deze winter doorduiken melden waarnemingen van Fluwelen zwemkrabben, heel veel Blauwtipjes, Bruine plooislakken en Wrattig tipjes. Vooral zuidelijke soorten, die door de klimaatveranderingen en het opwarmen van het zeewater steeds vaker op onze kust aangetroffen worden, kunnen van deze warme winter profiteren en zich hier in toenemende aantallen vestigen.

Blauwtipjes zijn nu nog massaal aanwezig in Oosterschelde (foto: Peter H. van Bragt)

De typische wintersoorten zijn echter ook gewoon aanwezig en winterse natuurfenomenen lijken vooralsnog ook gewoon plaats te vinden. De Wulken, Snotolven, Slakdolven, Rosse sterslakken en Zeedonderpadden zijn zich nu op onze kust aan het voortplanten. Het zijn natuurlijke fenomenen die we ook tijdens strenge winters jaarlijks waar te nemen zijn.

De langetermijneffecten van deze extreem warme winter zullen, mits hij zich voortzet, pas deze zomer veel beter te zien zijn. Kortsnuit zeepaardjes, Wijde mantels en Zwartoog lipvissen zijn enkele soorten die afgelopen jaar hier zeer schaars aanwezig waren. Mogelijk zien we die de komende zomer wat vaker. Maar we zullen ook grotere en meer Fluwelen zwemkrabben, meer Gladde sponspootkrabben en Ruigkrabbetjes onder de golven van Oosterschelde en Grevelingenmeer aantreffen dan vorig jaar het geval was. Dat maakt duiken in de Zeeuwse Delta zo leuk. Het is er onder water zo dynamisch dat er ieder seizoen en ieder jaar weer iets anders te zien is.

Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon