Lindebos ondergroei Den Ouden

Juli: toch nog lindemaand?

Wageningen University
20-JUL-2008 - Het heeft dit jaar niet mee gezeten. De hagelbuien van eind juni hebben – om met de dichter Willem Kloos te spreken - veel bloemen in de knop gebroken. En de julimaand die daarop volgde was koel en nat. Maar nu, met een paar echte zomerse dagen in het vooruitzicht, lijken we op de valreep toch nog te kunnen gaan genieten van die typische hoogzomersensatie: de zware, zwoele geur van lindebloesem. Door de eeuwen heen hebben de mensen lindebomen gekoesterd, en niet alleen om die hemelse geur.

Bericht uitgegeven door Alterra, Wageningen UR op zondag 20 juli 2008 

Het heeft dit jaar niet mee gezeten. De hagelbuien van eind juni hebben – om met de dichter Willem Kloos te spreken - veel bloemen in de knop gebroken. En de julimaand die daarop volgde was koel en nat. Maar nu, met een paar echte zomerse dagen in het vooruitzicht, lijken we op de valreep toch nog te kunnen gaan genieten van die typische hoogzomersensatie: de zware, zwoele geur van lindebloesem. Door de eeuwen heen hebben de mensen lindebomen gekoesterd, en niet alleen om die hemelse geur.

Tot ver in de twintigste eeuw werden op het platteland in grote delen van Europa in het voorjaar lindedansen georganiseerd:

 
Lindedans: illustratie uit het
'Kreutterbuch' van Hieronymus Bock
uit 1546
 
voor de dorpsjeugd in het pre-discotijdperk dé gelegenheid om zich op de plaatselijke huwelijksmarkt te oriënteren. In deze traditie kunnen wij de herinnering zien voortleven aan voorchristelijke tijden, toen in de linde Freya werd vereerd, de godin van liefde, vruchtbaarheid en gerechtigheid. Maar in de moderne tijd lijkt de macht van Freya wat te zijn afgenomen: wie nu een leilinde voor zijn huis plant, is niet meer automatisch verzekerd van een goed huwelijk en een rijk nageslacht!

Ook in ecologisch opzicht is het de linde de afgelopen millennia niet voor de wind gegaan. Van hoofdboomsoort in het oerbos van de lage landen is zij gaandeweg gedegradeerd tot folkloristische rariteit in steden en dorpen. De laatste jaren lijkt het tij echter te keren, nu de linde door de bosbouwwereld is herontdekt. De verklaring voor deze ommezwaai heeft niets van doen met geur, folklore of de prijs van het lindehout. Waar het hem om gaat is de uitzonderlijk goede kwaliteit van het bladstrooisel. Linde is – net als bijvoorbeeld iep, es, esdoorn en hazelaar – in staat uitgespoelde kalk uit de diepere ondergrond via zijn bladeren weer in de kringloop terug te brengen. Daarmee wordt het bodemleven gestimuleerd, de ophoping van strooisel voorkomen en verzuring tegengegaan. De in het grootste deel van ons bosareaal gangbare boomsoorten – eik, beuk en naaldbomen – missen dit vermogen en dragen juist bij aan de bodemverzuring.

 
Open plekken in oud eikenbos bij Doorwerth werden in de winter van 1948-1949 ingeplant met linde. Nu, een halve eeuw later...   ... is hier de bosbodem in het voorjaar bedekt met een tapijt van bosanemoon waartussen zich tal van andere bosplanten hebben weten te vestigen

Gebruik van linde – en andere producenten van ‘rijk’ strooisel - heeft veel voordelen. Terugdringen van bodemverzuring is economisch en ecologisch van belang. De biodiversiteit neemt toe en zeldzaam geworden bossoorten krijgen opnieuw kansen. Daarbij kunnen onze bossen voor recreanten aantrekkelijker worden: in het voorjaar door de bloemenpracht op de bosbodem, in de zomer door de geur van bloesem in het kronendak. Freya laat ons niet in de steek!

Meer informatie over dit onderzoek is te lezen op www.kennisonline.wur.nl en in Terug naar het lindewoud. Strooiselkwaliteit als basis voor ecologisch bosbeheer  van Patrick Hommel, Rein de Waal, Bart Muys, Jan den Ouden & Theo Spek (2007, KNNV Uitgeverij, Zeist. 72 pp.)

Tekst: Patrick Hommel, Alterra, Wageningen UR 
Foto’s: Jan den Ouden, Wageningen Universiteit 
Foto illustratie: Bibliotheek Wageningen Universiteit, afdeling Special Collections