krabbenscheer

Laat wat krabbescheer met rust!

De Vlinderstichting
6-NOV-2008 - Was 2007 al een slecht jaar voor de Europees beschermde groene glazenmaker, uit de voorlopige gegevens van het Landelijk Meetnet Libellen lijkt 2008 nog minder te zijn geweest voor deze libel uit laagveengebieden.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op 6 november 2008

Was 2007 al een slecht jaar voor de Europees beschermde groene glazenmaker; uit de voorlopige gegevens van het Landelijk Meetnet Libellen lijkt 2008 nog minder te zijn geweest voor deze libel uit laagveengebieden.

De groene glazenmaker is een zeldzame soort in Nederland en heel Europa. Hij is daarom Europees beschermd. Groene glazenmakers komen alleen voor op plaatsen waar veel krabbenscheer in het water staat. Deze plant is in ons land vooral gebonden aan de laagveengebieden (Zuid- en Noord-Holland en Utrecht en Noordwest-Overijssel, Friesland en Groningen). Daar is dan ook de groene glazenmaker te vinden. Vrouwtjes kruipen tussen de – stekelige – krabbenscheer en leggen hun eitjes in de bladeren. Deze eitjes overwinteren in de plant en komen pas volgend voorjaar uit. Na twee tot drie jaar in het water te hebben gezeten kruipt de larve uit het water, barst open en de libel komt er uit gekropen.

De groene glazenmaker vliegt van eind juli tot ver in september. Groene glazenmakers worden meestal pas ’s middags actief. Jagende dieren zijn op beschutte plekken aan te treffen, zoals open rietlanden, bosranden en ruigten. Op warme avonden kan dit doorgaan tot ver na zonsondergang. In andere landen (en vroeger ook in Nederland) gebeurt dit soms in grote groepen. Mannetjes (foto links) patrouilleren ’s middags boven krabbenscheervelden. Eitjes worden solitair door het vrouwtje (foto onder) afgezet, vrijwel uitsluitend in krabbenscheerplanten. Dit gebeurt vooral in tweede helft van de middag. Vrouwtjes gaan bij de eiafzet vaak verscholen tussen de krabbenscheerplanten, maar zijn wel goed hoorbaar door hun vleugelgeritsel. De eitjes overwinteren in de krabbenscheerplanten die naar de bodem zijn gezakt. De larven overwinteren vervolgens nog een (soms twee) keer. Uitsluipen gebeurt meestal ook op krabbenscheerplanten.

In 2007 was de groene glazenmaker al weinig geteld in het Landelijk Meetnet Libellen (CBS en De Vlinderstichting), maar 2008 lijkt nog slechter te zijn verlopen voor deze soort. Op een aantal plaatsen is dit te wijten aan het verdwijnen van de krabbenscheervegetatie. Herstel hiervan is zeker mogelijk, als de waterkwaliteit goed genoeg is. Proeven met het inbrengen van krabbenscheer in de Polder Mastenbroek hebben uitgewezen dat deze planten snel weer een dichte bedekking kunnen krijgen als de omstandigheden goed zijn. Als bij het schonen van sloten ook rekening wordt gehouden met de groene glazenmaker en als dus niet alle krabbenscheer wordt afgevoerd, maar slechts een deel ervan, is er kans op het duurzaam voortbestaan van populaties.

Tekst: Tim Termaat & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Jaap Bouwman, Robert Ketelaar & Kars Veling