Fijngeschubde aardtong
Geoglossum fallax
M.W.Boomsluiter

Rapport over aardtongen

Nederlandse Mycologische Vereniging
13-JAN-2010 - Kees Roobeek verzamelde enkele jaren achtereen vele honderden aardtongen en onderzocht ze allemaal systematisch. Hij stelde een uitgebreid rapport samen, waarin onder andere een nieuwe determinatiesleutel staat. Hij ontdekte ook nog een nieuwe soort voor Nederland.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 13 januari 2010

Kees Roobeek verzamelde enkele jaren achtereen vele honderden aardtongen en onderzocht ze allemaal systematisch. Hij stelde een uitgebreid rapport samen, waarin onder andere een nieuwe determinatiesleutel staat. Hij ontdekte ook nog een nieuwe soort voor Nederland.

 
  Fijngeschubde aardtong

Nu alles buiten met een dikke laag sneeuw bedekt is, zijn er even geen paddenstoelen te vinden. Reden voor de meeste mycologen om hun vondsten van het afgelopen jaar na te kijken en op hun gemak de laatste paddenstoelenboeken en -rapporten er op na te slaan. Het rapport over aardtongen van Kees Roobeek is een Nederlands werk dat er uitspringt.

Kees verzamelde drie jaar lang aardtongen in Noord-Kennemerland en bekeek zo’n 1200 vondsten nauwkeurig onder de microscoop. Een waar monnikenwerk. En passant ontdekte hij een nieuwe soort voor Nederland, en bracht hij het voorkomen van de verschillende soorten aardtongen in het gebied in kaart.

Aardtongen zijn paddenstoelen zonder hoed. De soorten zijn donkergekleurd en onopvallend.

 
  Kleverige aardtong
Ze worden daarom ook vaak over het hoofd gezien. De meeste aardtongen zijn soorten van schrale graslanden die vaak in combinatie met felgekleurde wasplaten en andere zeldzame graslandpaddenstoelen groeien. In de afgelopen decennia zijn deze schrale graslanden en de soorten die er thuis horen in Nederland schaars geworden. Ook de onderzochte duingraslanden zijn achteruitgegaan, des temeer reden om ze goed te onderzoeken.

De methodische en nauwkeurige manier waarop Kees Roobeek dit heeft aangepakt is bewonderenswaardig en zijn rapport is tevens het eerste werk sinds 1964 waarmee aardtongen op naam gebracht kunnen worden. Het laatste werk, indertijd door de KNNV uitgebracht als ‘Wetenschappelijke Mededeling 52’ en geschreven door Dr. R.A. Maas-Geesteranus, is met toestemming van de KNNV vanaf de site van de Nederlandse Mycologische Vereniging te downloaden (NMV zie Downloads). Ook het rapport van Kees Roobeek is vanaf deze website te downloaden (NMV zie Actueel) en zo voor iedereen beschikbaar die meer wil weten over aardtongen. Ongetwijfeld zal een aantal mensen enthousiast geworden door zijn werk volgend jaar meer op aardtongen gaan letten.

Tekst en foto's: Menno Boomsluiter,  Nederlandse Mycologische Vereniging