Parels voor de zwijnen

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]

Voor wilde zwijnen breekt nu een goede tijd aan: in de nazomer en herfst kunnen ze zich weer tegoed doen aan eikels en beukennootjes. De mate waarin hun favoriete voedsel aanwezig is verschilt per jaar. De laatste jaren neemt het aantal goede jaren  toe: mogelijk als gevolg van klimaatverandering. Het aantal wilde zwijnen is ook toegenomen.

Wilde zwijnen zijn niet erg kieskeurig wat hun voedsel betreft: ze eten zo ongeveer alles wat ze tegenkomen. De varkens eten vooral plantaardig voedsel zoals gras, wortels (onder meer van varens), bessen, maïs en graan; maar ook paddenstoelen, insecten, muizen, jonge konijnen, vogels en aas (restanten van dode dieren) laten ze niet aan hun neus voorbij gaan. 

In deze tijd van het jaar is het voor de zwijnen extra genieten omdat hun voorkeursvoedsel weer beschikbaar komt: eikels en beukennoten. Bovendien vormen deze noten een rijke bron aan eiwitten, koolhydraten, vetten en verschillende mineralen.

Vaak zijn eikels en beukennoten in grote hoeveelheden aanwezig in de bossen waar wilde zwijnen leven. Deze hoeveelheden zijn echter variabel: de jaren met veel meer eikels en beukennoten dan in normale jaren noemen we mastjaren.

De frequentie van zachte winters en goede mastjaren is toegenomen, mogelijk door klimaatverandering. Dit heeft in grote delen van Europa tot een toename in reproductie en overleving van wilde zwijnen geleid.

Tekst: Stefan Vreugdenhil, www.Zoogdiervereniging.nl
Foto: Edwin Kats