De Kerf (Schoorl)

Kustplanten in De Kerf ‘herontdekt’

FLORON
27-JAN-2011 - Eind 1997 werd in de duinen bij Schoorl door Rijkswaterstaat ‘De Kerf’ gecreëerd: een een bres in de zeereep naar de achtergelegen duinvallei, waardoor een ‘slufter’ ontstond. Een uniek experiment aan de Hollandse kust, na eeuwenlang zand vasthouden en verstuiving tegengaan. De evaluatie vijf jaar later sprak van een succesvol experiment met terugkeer van zeldzame soorten die van verstuiving en de zoet-brakke overgang afhankelijk zijn. Aan het natuurfront werd het daarna stil; de natuur zelf stond echter niet stil.

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

Eind 1997 werd in de duinen bij Schoorl door Rijkswaterstaat ‘De Kerf’ gecreëerd: een een bres in de zeereep naar de achtergelegen duinvallei, waardoor een ‘slufter’ ontstond. Een uniek experiment aan de Hollandse kust, na eeuwenlang zand vasthouden en verstuiving tegengaan. De evaluatie vijf jaar later sprak van een succesvol experiment met terugkeer van zeldzame soorten die van verstuiving en de zoet-brakke overgang afhankelijk zijn. Aan het natuurfront werd het daarna stil; de natuur zelf stond echter niet stil.

In november 1997 maakten bulldozers een bres in de zeereep bij Schoorl. Bij extreem hoge waterstanden mocht het zeewater er doorheen stromen en aldus ontstond ‘De Kerf’. Doel was om meer dynamiek, gradiënten en natuurwaarden te creëren. De angst voor de zee was groot. Groter haast dan De Kerf zelf en achterliggende vallei erbij. Toch is dat gebied van een paar honderd meter ’peanuts’ in vergelijking met het vier kilometer brede duingebied Schoorl. Dat is zelfs het breedste van Nederland.

De Kerf bij Schoorl (foto: Thea Spruyt)

Binnen een maand liep De Kerf vol zeewater. En tot 2003 gebeurde dat nog dertig keer. In de geplagde vallei kwelde ook zoet water op uit het brede duinmassief. De zoet-brak overgang waarop men hoopte was gecreëerd en stuivend zand kwam met bakken de vallei binnengewaaid. Evenals de hordes toeristen die er door alle publiciteit op afkwamen.

In 2003 is het project geëvalueerd: dynamiek was aanwezig, zilte soorten en de natte duinvallei kwamen goed tot ontwikkeling. Parnassia en Moeraswespenorchis werden geroemd, en Zeewolfsmelk arriveerde aarzelend. Toeristen bleven komen, maar floristisch werd het stil. De ingang bij zee werd door instuivend zand minder breed en diep; zeewater kwam er zelden meer binnen. Er leek niets bijzonders meer te verwachten.

Het tij keerde toen in de voorzomer van 2009 een paar planten Zeewolfsmelk en Zeepostelein werden herontdekt. Zij lokten floristen die op hun beurt later die zomer meer exemplaren van beide soorten vonden. Daarnaast vonden zij nog méér zeldzame kustplanten: Zeevenkel en Zeelathyrus zijn juweeltjes, die je behalve bij het Kennemerstrand zelden langs de vastelandskust vindt. In De Kerf waren ze nog niet eerder gezien. Parnassia en andere soorten van natte duinvalleien zoals Sierlijke vetmuur groeien er volop, terwijl verderop buiten het zilte stuk Rond wintergroen massaal groeit. Waar wat klei is achtergebleven groeien Zulte (Zeeaster) en Zilte zegge; soorten die je eerder op kwelders verwacht. Op de droge delen in De Kerf waar het zand minder stuift bloeit Zeewinde.

In de droge zomer van 2010 werden deze zeldzame kustplanten opnieuw gemeld. Het lijken dus blijvertjes. Of ze voor 2009 verdwenen waren en opnieuw uit door zee aangevoerd zaad weer zijn ontkiemd, of dat ze jaren over het hoofd zijn gezien, is onbekend. Regelmatig kijken en melden blijft nodig, ook op andere ‘vergeten’ plekken.

Tekst en foto: Thea Spruijt, FLORON