Eerste zalm van 2011 gevangen in de Roer

Stichting RAVON
1-JUN-2011 - Op 28 mei werd de eerste zalm van 2011 gevangen in de vanginstallatie bij de vistrap in het mondingsgebied van de Roer, een zijriver van de Maas. Dit is beduidend vroeger dan in 2010, toen de eerste zalm op 1 september werd waargenomen. Ondanks de lage waterstanden lijkt de Maas dus goed optrekbaar voor trekvissen.

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op [publicatiedatum]

Op 28 mei werd de eerste zalm van 2011 gevangen in de vanginstallatie bij de vistrap in het mondingsgebied van de Roer, een zijriver van de Maas. Dit is beduidend vroeger dan in 2010, toen de eerste zalm op 1 september werd waargenomen. Ondanks de lage waterstanden lijkt de Maas dus goed optrekbaar voor trekvissen.

Nadat in de tweede helft van de 20e eeuw de populatie was ingestort is midden jaren negentig gestart met een herintroductieprogramma voor de zalm in de Roer. Hierbij werd ook de optrekbaarheid van de Roer voor vissen verbeterd middels het aanleggen van vistrappen. De eerste vistrap in de Roer ligt bij de ECI centrale en is in 2007 aangelegd door waterschap Roer & Overmaas. De vissen die hier passeren worden sinds augustus 2008 dagelijks gemonitord door een grote groep vrijwilligers middels een vangconstructie in de vistrap. Hierdoor wordt een grote hoeveelheid gegevens verzameld, hetgeen uniek is in Nederland.  

Zalm gevangen in de Roer op 28 mei 2011 (foto: Thijs Belgers)De zalm betrof een mannetje van 75 centimeter. Het dier was volkomen gaaf en in prima conditie. Dit is het vierde jaar op rij dat er optrekkende zalmen in de vistrap zijn aangetroffen. De tekenen voor een duurzame zalmpopulatie in de Roer zijn hiermee gunstig. Ook werden twee zeeforellen van 38 centimeter en een zeeprik van 85 centimeter gevangen. 

De zalm is een trekvissoort, die een groot deel van zijn volwassen leven doorbrengt in zee. In de zomer- en herfstmaanden trekt de zalm de rivier op om te paaien. De vis staat bekend om zijn ‘homing’ gedrag waarbij de volwassen dieren honderden kilometers zwemmen naar hun geboortegrond om zich voort te planten. Om zijn weg terug te vinden richt de zalm zich op geurstoffen in het water. Het paaien gebeurt in snelstromende rivieren, boven kiezelbedden. Na het paaien sterven de meeste zalmen. De jonge zalm (parr) brengt één of twee levensjaren door in de rivier nabij de paaiplaatsen. Hierna verandert de parr in een zogenaamde smolt, die is aangepast aan het leven in zout water, en trekt in het voorjaar naar zee om verder op te groeien.  

Tekst: Jan Kranenbarg, RAVON
Foto: Thijs Belgers