Blaasvaren veilig bij defensie
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]
Het ministerie van Defensie gaat zorgvuldig om met de grootste Nederlandse groeiplaats van de wettelijk beschermde Blaasvaren. Handhaving op de huidige locatie was niet wenselijk, maar een deel van de planten is op andere locaties ondergebracht.
Het was een spectaculaire vondst enkele jaren geleden: bij een planteninventarisatie op kamp Soesterberg werd een grote populatie Blaasvaren (Cystopteris fragilis) gevonden. Sterker nog: een enorme populatie van wel 10.000 exemplaren, waarmee het aantal in ons land in één keer verveelvoudigde.
Blaasvaren is een in ons land zeldzame, kleine en kieskeurige varen die vooral op muren in het stedelijk gebied wordt aangetroffen. De meeste populaties bevinden zich in Zuid-Limburg, maar incidentele vondsten zijn ook bekend van diverse steden in het westen als Amsterdam en Haarlem. Daar groeien de planten op oude, vochtige kademuren met kalkrijke specie. Bij herstelwerkzaamheden moet rekening worden gehouden met deze bij wet beschermde planten, bijvoorbeeld door speciale mortel te gebruiken (zie Natuurbericht 'Restauratie kademuur met oog voor de natuur'.
De standplaats in Soesterberg was ongebruikelijk. De varentjes werden aangetroffen onder legertrucks op een parkeerplaats. Langparkeerders waren het. Trucks niet meer bedoeld voor eigen gebruik, maar wachtend op een koper. Dat schiep gunstige groeiomstandigheden voor de varens. Die houden wel van een vochtige en schaduwrijke omgeving op kalkrijke ondergrond. De vondst van de Blaasvarens hield de trucks uiteindelijk nog langer op hun plaats. Verplaatsing van de trucks betekende een overtreding van de Flora- en Faunawet, omdat de beschermde Blaasvarens dat zonder extra maatregelen niet zouden overleven.
Defensie schakelde deskundigen in om een oplossing te vinden. En die kwam er uiteindelijk: ook de varens worden verplaatst. Dat maakt de weg vrij voor verplaatsing van de legertrucks. Of verplaatsing van de varens succesvol is moet blijken uit de evaluatie in het najaar. Dan wordt gekeken of de planten op hun nieuwe plekken in het Kuinderbos, aan de kade van het IJ en in twee botanische tuinen goed zijn aangeslagen. Tot die tijd blijft de oorspronkelijke plek nog met enkele legertrucks beschermd!
Tekst en foto's: Wout van der Slikke, FLORON