Winterkoning
Deze foto is voor eenmalig gebruik bij het persbericht van SOVON dat op 23 maart 2012 op natuurbericht is verschenen

SOVON presenteert broedvogelrapport: Winterkoning achteruit

Sovon Vogelonderzoek Nederland
23-MRT-2012 - In het recent verschenen broedvogelrapport zet SOVON de laatste feiten over de Nederlandse broedvogelstand op een rij. De gegevens uit het rapport worden door zo’n 1.700 deskundige vrijwilligers verzameld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Bericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

In het recent verschenen broedvogelrapport zet SOVON de laatste feiten over de Nederlandse broedvogelstand op een rij. De gegevens uit het rapport worden door zo’n 1.700 deskundige vrijwilligers verzameld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Winterkoning
De winterkoning behoort tot de top-tien van talrijkste broedvogels in Nederland. De landelijke stand bevindt zich nu op het niveau van 1984. In de tussentijd hebben zich aanzienlijke fluctuaties voorgedaan. Die hebben vooral te maken met het voorkomen van streng winterweer: in koude en sneeuwrijke winters kan de populatie landelijk halveren en lokaal zelfs instorten. Het zijn vooral volwassen winterkoningen die sterven in koude winters. Overleeft in milde winters zo’n 40 procent van de volwassen winterkoningen, in echt koude winters daalt dat tot ongeveer 10 procent. In het verleden deed zo’n ‘crash’ zich voor in de Elfstedenwinters van 1984/85 en 1985/86, en opnieuw in 1995/96 en 1996/97. Daarna herstelde de populatie zich in vijf tot zes jaar weer tot het ‘oude’ niveau. De vier meest recente winters waren de eerste met serieuze koude-perioden sinds de jaren negentig.

Winterkoning (foto: Harvey van Diek)
Hogere sterfte door koude winters
Koude speelt een belangrijkere rol in sterfte dan sneeuwbedekking. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat winterkoningen bij een sneeuwdek en niet te koude omstandigheden nog wel voldoende voedsel kunnen vinden in struiken en schorsspleten van stammen en takken van bomen, maar niet meer wanneer prooidieren vanwege vorst blijven stilzitten. Daarnaast is bij kou meer energie nodig om warm te blijven, en dat effect is bij zo’n klein vogeltje extra groot. Er lijkt geen verband te zijn tussen het broedsucces en kou; strenge winters leiden niet tot merkbare problemen bij de oudervogels om eieren te produceren of voedsel te vinden voor hun jongen in het volgende voorjaar.

Ook goed nieuws
Naast een achteruitgang van wintergevoelige soorten, is er ook goed nieuws te melden. In 2010 konden we een nieuwe broedvogel aan de Nederlandse avifauna toevoegen. In Friesland bracht een paartje nonnetjes in een eendenkorf in een met bomen omzoomde plas zeven jongen groot. Op 4 juni verlieten de jongen het nest. De vogels verlieten direct daarna het gebied en werden niet meer gezien zodat onduidelijk bleef of de jongen vliegvlug werden.

Meer weten?
SOVON verzamelt de gegevens van het broedvogelrapport in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, een samenwerkingsverband van verschillende organisaties waaronder het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Ministerie van Economie Landbouw & Innovatie (Min. EL&I), Rijkswaterstaat en de Gegevensautoriteit Natuur. Het broedvogelrapport is als pdf te downloaden.

Tekst: SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland