Paddenstroperij
RAVONBericht uitgegeven door Stichting RAVON [land] op [publicatiedatum]
Een niet alledaagse vondst die men in de lente en zomer in het veld kan doen, is een afgestroopt paddenvel. Een binnenstebuiten gestroopt, uitgehold velletje, inclusief vingers en tenen. Een opmerkelijke en tegelijk macabere vondst.
Kikkers en padden vormen smakelijke hapjes voor nogal wat andere dieren, zoals reigers en buizerds. Jonge dieren worden in groten getale ook door allerlei kleinere vogels gegeten, zoals merels, kraaien, eksters en ijsvogels. Ook eenden slobberen heel wat kikker- en paddenlarven naar binnen. Volwassen padden staan echter maar bij een beperkt aantal dieren op het menu. De gifklieren op de huid maken hen tot een onsmakelijke hap, waar kleine dieren ziek van kunnen worden en in uitzonderingsgevallen zelfs aan kunnen sterven.
De bunzing heeft daar wat op gevonden. Bunzings weten precies hoe ze het paddenboutje van zijn giftige jasje moeten ontdoen. Nadat ze de pad doodgebeten hebben, stropen ze de paddenhuid binnenstebuiten af en houden zo een smakelijke hap over, zonder ongewenste nawerkingen. Lang niet alle bunzings eten padden, maar in bepaalde gebieden zijn er dieren die er zich op gespecialiseerd hebben. Vaak zijn dat waterrijke gebieden, maar ook in drogere terreinen kun je af en toe zo’n leeg paddenomhulsel tegenkomen. Soms onthoofd, soms compleet met kop, zoals op de bovenstaande foto.
Aan de oevers van beken en plassen waar otters voorkomen, kan zo’n afgestroopt paddenvel ook een prooirest van de otter zijn, ook hij kan met grote precisie een paddenhuid afstropen. Als er veel padden in het water zitten, zelfs aan de lopende band. Niet te verwarren met de dode padden die bruine ratten in het voorjaar in het water soms massaal doodbijten en daarna naar voorraadplaatsjes op de oever slepen. Vervolgens worden ze vanwege de gifklieren niet opgegeten, want bruine ratten hebben het kunstje nog niet afgekeken van de bunzing en de otter. Zij moeten zich tevreden stellen met kikkerbillen waarvan ook het velletje eetbaar is.
Tekst en foto: Annemarie van Diepenbeek, RAVON