dril bruine kikker

Trop is teveel en teveel is trop (of toch niet?)

25-JUN-2013 - Bijna dagelijks krijgen we ze. Telefoontjes van bezorgde mensen. Duizenden dikkoppen in hun vijver! Dat kan onze tuin niet aan. Help ons. Behoed ons van een kikkerplaag.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Bijna dagelijks krijgen we ze. Telefoontjes van bezorgde mensen. Duizenden dikkoppen in hun tuinvijver! Dit kan onze tuin niet aan. Help ons. Behoed ons van een kikkerplaag.

Was het maar waar: een kikkerplaag. Het gros van de inheemse amfibieën gaat al jaren in de min dus om een kikker meer zouden we zeker niet verlegen zitten. En neen: die duizenden dikkoppen zullen niet leiden tot de gevreesde invasie. Niet in je tuin, niet in die van de buren, nergens.

Een vrouwtje Bruine kikker zet in een klomp 700 tot 4.500 eitjes af (foto: Hugo Willocx)

Gewone padden en Bruine kikkers verzamelen eind februari, begin maart op vaste paarplaatsen. De geslachtsrijpe mannetjes vormen in het water paarkoren en proberen vooral ’s avonds en ’s nachts door hun zacht geluid wijfjes te lokken. De voortplantingstijd loopt gemiddeld van half maart tot eind april. De dikkopjes die de voorbije weken (soms in grote aantallen) in tuinvijvers en poelen worden opgemerkt, zijn larven van beide soorten. Een vrouwtje Gewone pad zet 2.000 tot 6.000 eitjes af in een drie tot vier meter lang dubbel eisnoer dat rond waterplanten, rietstengels of in het water drijvende takken wordt gewonden. Een vrouwtje Bruine kikker zet één (heel soms twee) eiklompen af (kikkerdril). Afhankelijk van de grootte van het vrouwtje bevat zo’n eiklomp van 700 tot 4.500 eitjes. Bij beide soorten komen de eitjes uit na 10 tot 14 dagen.

Kikkers en padden zijn, in tegenstelling tot watersalamanders - die slechts een paar honderd eitjes afzetten - zogenaamde reproductieve strategen. Ze produceren massa’s eieren waarvan slechts weinig tot ontwikkeling komen en uitgroeien tot volwassen, geslachtsrijpe exemplaren. Het sterftecijfer tijdens de eerste ontwikkelingsstadia ligt enorm hoog: dikkopjes worden opgegeten door o.a. waterkevers, libellenlarven, vissen, eenden, IJsvogels, Blauwe reigers, noem maar op. Ook volwassen salamanders eten dikkopjes (vooral dan van Bruine Kikker).

Van de 2000 tot 6000 eitjes per paddensnoer, zal slechts een fractie zich ontwikkelen tot volwassen, geslachtsrijp exemplaar (foto: Hugo Willocx)

Tegen eind juni-begin juli is het gros van de dikkoppen gemetamorfoseerd en verlaten ze de poel om de rest van het jaar aan land door te brengen. Dit jaar zal dit wat later zijn, omdat de meeste legsels een paar weken later werden afgezet. Uit onderzoek blijkt dat minder dan 1% van de eitjes uitgroeit tot een volwassen, geslachtsrijp individu; 99% sterft dus vroegtijdig door natuurlijke predatie, als verkeersslachtoffer of door vernietiging van de water- of landhabitat. De hoge aantallen dikkopjes zullen dus sterk worden uitgedund waardoor het niet nodig is om dikkopjes uit een tuinvijver of poel weg te vangen en te verplaatsen naar een andere locatie. ‘Overbevolking’ treedt in een ecologisch systeem in evenwicht trouwens niet op. Door zelfregulerende systemen zorgt elke soort ervoor dat er nooit een ‘teveel’ ontstaat.

Duizenden dikkoppen in de tuinvijver: geniet er van!

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Hugo Willocx