De vlinderslaap is begonnen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De eerste vorst ligt als een wit deken over de weides en het is tijd voor veel soorten om in winterslaap te gaan, ook voor vlinders. De rupsen gaan “cocoonen”, de eitjes en de poppen zijn verstopt. Slechts enkele vlindersoorten overwinteren echt als “vlinder”. Sommige soorten hebben het echt slim bekeken: ze ontwijken de vorst en maken een wonderbaarlijke reis naar verre, bloemrijke oorden.
Vlinders hebben verschillende strategieën ontwikkeld om de winter door te geraken maar het gros van de vlindersoorten overwintert als eitjes, rupsen of poppen. Van deze vlindersoorten bestaan er in de winter dus enkel "kinderen". Zo zit de hele soort veilig opgeborgen in jonge levensstadia. Pas in de lente zullen ze zich ontpoppen tot fladderende vlinders.
Je kan de slapende vlinders en vlinderkinderen in de tuin ontdekken. Maar ruim je tuin niet op, want het zijn net de natuurlijke herfstelementen die de vlinders nodig hebben om zich te kunnen verschuilen. Eitjes, rupsen en poppen overwinteren in verdorde planten en lang gras, tussen kleine takjes en dorre bladeren of in een niet te “strak” geschoren haag. De Sleedoornpage brengt de winter door als eitje in de oksels van sleedoorntakken. Het Bruin zandoogje overwintert als rups, verscholen in een graspol. Tussen takjes in de strooisellaag op de grond verstoppen poppen van koolwitjes zich. Poppen van Koninginnepages maken zich met een fijn, zelf gesponnen draadje vast aan stengels van kruiden. De Schedeldrager, een nachtvlinder, overwintert als pop in een stevige cocon, meestal onder mos op een boomstam.
Slechts enkelen, zoals Dagpauwoog, Kleine vos, Gehakkelde aurelia en Citroenvlinder overwinteren als volwassen vlinder. Ze zetten zich op een beschut plekje: in een boom, tussen dorre bladeren, in een haag of in een tuinhuis. Ze kunnen goed tegen de vorst omdat ze hun lichaamsvloeistoffen indikken tot een natuurlijke “anti-vriesvloeistof”.
De trip van hun leven (en langer)
Erg tot de verbeelding sprekend zijn ten slotte de trekvlinders zoals Atalanta en Distelvlinder. Zij zijn in de herfst alweer zuidwaarts gevlogen om er in de winter hun buikje te vullen. De Atalanta overwintert meestal langs de Middellandse zee. Maar vlinders leven niet lang en het is dan ook niet hetzelfde individu dat de heen- én terugweg aflegt. Bij de Atalanta zijn het de kinderen en bij de Distelvlinder zelfs de kleinkinderen van de vlinder die heen vloog, die de terugtocht zullen maken.
De fase waarin vlinders overwinteren: als ei, rups, pop of vlinder bepaalt hoe vroeg je de soort het volgende jaar als vlinders ziet rondvliegen. De soorten die als volwassen vlinder overwinteren, kunnen als eerste in februari al rondfladderen, vanaf het ogenblik dat het warm genoeg is. De “pop-overwinteraars” zitten al “klaar” te wachten op de juiste omstandigheden om te metamorfoseren tot een vlinder. Maar de “rups-overwinteraars” moeten nog een tijd eten in het voorjaar. De “ei-overwinteraars” zijn meestal de laatst vliegende soorten, omdat die nog de hele ontwikkeling van jonge rups over verschillende vervellingsstadia en pop tot volwassen vlinder moeten doormaken. De trekvlinders zien we in groepjes terugkomen in de late lente.
Tekst: Kassiopeia Devriendt & Wouter Vanreusel, Natuurpunt Studie
Foto's: Kars Veling & Marc Herremans