Iepenpage

Verkrijgbaar in de betere iepenkruin: de Iepenpage

13-AUG-2013 - Men zegt wel eens dat een boek gedateerd is van zodra het uitkomt. Dat geldt ook voor het standaardwerk 'de nieuwe dagvlinderatlas'. Over de Iepenpage lezen we in die atlas dat het een typische soort is van de zuidwestelijke en zuidoostelijke heuvelzone (daaronder valt een groot deel van de provincie Vlaams-Brabant, zoals het Pajottenland en het Dijleland). Maar dat blijkt onlangs veranderd te zijn, want intussen worden aan de rand van het leefgebied almaar meer vindplaatsen ontdekt.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Goed nieuws voor de Iepenpage. In de atlas "Dagvlinders in Vlaanderen" lazen we nog dat de soort typisch is voor de zuidwestelijke en zuidoostelijke heuvelzone, maar intussen worden almaar meer vindplaatsen van de soort ontdekt.

Terwijl men in Nederland blij is met een tweede vindplaats van de Iepenpage, werd de vlinder in Vlaanderen en het Brussels Gewest reeds op meer dan 120  locaties gezien. Dat heeft veel te maken met een bijzonder natuurbeschermingsproject dat met de steun van de provincie Vlaams-Brabant de voorbije jaren in de betreffende provincie uitgevoerd werd. Ten tijde van de vorige atlas, rond de eeuwwisseling, werd de Iepenpage nog als ‘onvoldoende gekend’ beschouwd. Slechts sporadisch werd de soort waargenomen. Vanaf 2010 werd er echter gericht gezocht naar de soort, wat resulteerde in tientallen nieuwe vindplaatsen, tot aan de zuidrand van de provincie Antwerpen, zoals bleek uit dit natuurbericht.

Iepenpages voeden zich met honingdauw, die ze op de bladeren van de bomen vinden. (foto: Ilf Jacobs)
Gericht zoeken is echt nodig: de Iepenpage laat zich niet gemakkelijk opmerken. Het vlindertje zelf is al niet groot en ze fladderen graag rond de toppen van de grootste iepen. De vlinders voeden zich voornamelijk met honingdauw, die ze op de bladeren van de bomen vinden. Je ziet ze dan ook niet zo heel veel op bloemen. Die factoren zorgen ervoor dat de Iepenpage een eerder verborgen bestaan leidt. Het provinciaal project leidde tot een beter beeld van de verspreiding van de soort in Vlaams-Brabant. Door de toegenomen aandacht en een beter zoekbeeld worden de laatste tijd meer en meer nieuwe populaties ontdekt, tot ver buiten het in 2009 vermoedde verspreidingsgebied.

Gerichte zoekacties hebben de kennis over het verspreidingsgebied van de Iepenpage flink vergroot. (foto: waarnemingen.be)

Toevallig fotografeerde Marc Gorrens in 2012 een nectardrinkende Iepenpage in het Zevenbergenbos te Ranst (provincie Antwerpen), een eind ten noorden van de noordelijkst gekende vindplaats. Intussen is gebleken dat dat Zevenbergenbos een mooie populatie herbergt. Tot voor kort leek het te gaan om een geïsoleerde populatie, maar het gat tussen de waarnemingen werd intussen reeds 'dichtgereden'.

De afgelopen weken werden immers nog meer waarnemingen verricht die aan de rand of een eindje buiten het gekende verspreidingsgebied liggen. Gerichte zoekacties leidden onder meer tot de ontdekking van bijkomende populaties in de provincie Antwerpen (in het centrum van Lier en langs de Schelde in Hingene) en de noordrand van Vlaams-Brabant (o.a. de omgeving van Aarschot). Maar tevens in Oost-Vlaanderen (Maarkedal en Ename) en Limburg (Kanne) resulteerden gerichte zoekacties in de ontdekking van nieuwe populaties. Die nieuwe waarnemingen sterken onze overtuiging dat de soort wijder verspreid voorkomt dan tot voor kort werd aangenomen. De zoekzone met hoge potenties is vandaag de dag groot; het West-Vlaamse heuvelland, de Vlaamse Ardennen, de alluviale delen van de provincie Antwerpen, zuidoost-Limburg en de lege gaten in Vlaams-Brabant. Met de tips die aangereikt worden in deze inventarisatiefiche lukt het misschien ook jou om een nieuwe populatie te vinden! Niet te lang wachten is de boodschap want de vliegperiode van de soort zit er bijna op.

Tekst: Ilf Jacobs en Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie

Foto: Ilf Jacobs, Natuurpunt Studie