De wasbeer: Houdini's met een masker
Bericht uitgegeven door Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Met hun zwart masker zien wasberen eruit als inbrekers, en ze hebben de vaardigheden die bij hun uiterlijk horen. Het zijn lenige klimmers die snel leren en dankzij hun bijna mensachtige handjes overal lijken binnen te geraken. Of buiten te geraken. Wasberen zijn de Houdini's van de dierenwereld en eens ze de vrijheid geproefd hebben, proeven ze ook wel eens van inheemse diersoorten. Tel daarbij op dat ze zich gemakkelijk aanpassen en het mag een klein wonder heten dat deze bezoekers uit Amerika niet algemener voorkomen in ons land.
Vanaf de jaren 1930 werden wasberen ingevoerd uit Noord-Amerika. Ze werden in de toenmalige Sovjet-Unie en West-Duitsland gekweekt voor hun pels en uitgezet voor de jacht. Van hieruit koloniseerden ze Europa en tegenwoordig bevinden de dichtstbijzijnde populaties zich in Duitsland, sommige delen van Noord-Frankrijk en in Wallonië. De eerste Belgische wasberen doken in de jaren 1980 op in Noord-Limburg. Terwijl de wasbeer zich inmiddels gevestigd heeft in de Ardennen, blijft het voor Vlaanderen voorlopig bij de occasionele waarneming van een zwerver uit de buurlanden of een ontsnapt exemplaar; al zijn er indicaties dat ze stilaan de weg naar Vlaanderen gevonden hebben.
Ondanks de kleine aantallen is de aanwezigheid van de wasbeer niet zo onschuldig. Volgens het ISEIA-protocol – een protocol dat de impact van exoten in België inschat – zit de wasbeer in de categorie A2: een populatie met een beperkte verspreiding, maar een hoge impact. Onderzoek in het buitenland heeft aangetoond dat wasberen een bedreiging kunnen zijn voor inheemse amfibieën en grondbroedende vogels. Daarnaast zijn het concurrenten voor inheemse roofdieren zoals marters en bunzingen. Wasberen zijn geen kieskeurige eters: ze verorberen alles van vruchten en granen, over insecten en slakken, tot vogels en hun eieren, kleine zoogdieren en afval. Ze hebben een voorkeur voor waterrijke gebieden en oude loofbossen met holle bomen, maar voelen zich evengoed thuis in meer stedelijke gebieden, waar menselijk afval voor het grijpen ligt, of op zijn minst bereikbaar is voor een handige opportunist die een beetje moeite wil doen.
Waar zitten de ‘Vlaamse’ wasberen?
De meeste wasberen die in Vlaanderen worden gezien, zijn rondzwervende leden van de populaties uit Wallonië of ontsnapte exemplaren. Hoewel het verboden is om zonder vergunning wasberen te houden, zijn ze toch vrij populair als huisdier. Ze zijn slim en nieuwsgierig en dus gemakkelijk te temmen. Bovendien stellen ze geen hoge eisen op het vlak van verzorging. Helaas zorgen diezelfde intelligentie en zin voor avontuur ervoor dat ze wel eens verder willen kijken dan het huis of de tuin. Voeg klimvaardigheid en handige voorpootjes toe en je bent al snel een huisdier armer. In de Vlaamse opvangcentra voor vogels en wilde dieren logeren jaarlijks tien tot vijftien wasberen. De meeste van hen zijn vrij tam en dus zeker geen wilde exemplaren. Toch lijken deze tamme dieren zich goed in het wild te kunnen handhaven. Zo werd een wasbeer die in Kortrijk ontsnapte vijf maanden later in Gent gevangen.
In januari filmde de cameraval van Willem Boonen, conservator van het natuurgebied Kortelake in Geraardsbergen een in het wild levende wasbeer. Dat was niet de allereerste keer: in 2012 deed Frederik Thoelen dat ook in Voeren (video). Vorige week werden daarnaast nog onmiskenbare wasbeersporen aangetroffen in ’t Hasselterbroek in Bree (zie foto). Deze waarnemingen zijn mogelijke indicaties dat de wasbeer zich begint te vestigen in Vlaanderen.
Project Invasieve Exoten
Heb je zelf een wasbeer gezien? Meld dat dan (liefst met foto) op www.waarnemingen.be. Op basis van die waarnemingsgegevens kan de verspreiding van deze invasieve exoot in de gaten gehouden worden. Natuurpunt werkt samen met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het INBO aan het project Invasieve Exoten, een snel waarschuwingssysteem voor exotische soorten die een gevaar vormen voor inheemse fauna en flora. Een snelle opsporing is cruciaal om tijdig te kunnen ingrijpen, voor de wasbeer zich definitief weet te vestigen.
Tekst: Niels Desmet, Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt
Foto's: Hans Van Loy, Annelies Janssens