VOOR EENMALIG GEBRUIK
Landschap met water

Zaden liften kilometers verder mee met vissen dan gedacht

16-JUN-2015 - Via hun darmen kunnen zoetwatervissen plantenzaden veel verder verspreiden dan eerder gedacht. Dit maakt hen opeens ‘met stip’ belangrijke verbinders van leefgebieden en dus een factor om rekening mee te houden in natuurbeheer en -herstel. Een onderzoeksteam ontdekte bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) dat hun vertering trager werkt bij flinke inspanning. Ook van toepassing op allerlei andere dieren?

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Via hun darmen kunnen zoetwatervissen plantenzaden veel verder verspreiden dan eerder gedacht. Dit maakt hen opeens ‘met stip’ belangrijke verbinders van leefgebieden en dus een factor om rekening mee te houden in natuurbeheer en -herstel. Een onderzoeksteam ontdekte bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) dat hun vertering trager werkt bij flinke inspanning. Ook van toepassing op allerlei andere dieren?

Karper (foto: Bart Pollux)“Het maakt voor onze darmen ook uit of we een marathon aan het lopen zijn of voor de tv zitten met een zak chips,” legt dierecoloog Casper van Leeuwen uit. De darmen van zoetwatervis de karper blijken in rust anders te werken dan als ze actief zwemmen. Daardoor poepen ze tijdens het zwemmen tot een paar uur later. En laat dat nu net belangrijk zijn voor de natuur!

Net als andere dieren kunnen vissen zaden van planten verspreiden door ze op te eten en ergens anders weer uit te poepen. Veel zaden overleven de reis door de darmen namelijk. Zo bereiken ze nieuwe leefgebieden, zoals stroomopwaarts in rivieren. Hoe ver de zaden kunnen komen? Dat blijkt nu kilometers verder dan gedacht!

Tot nu toe schatten onderzoekers wereldwijd de zaadverspreiding aan de hand van rustende dieren. “Terwijl ze per definitie juist bewegen als ze zaden verspreiden,” leggen de onderzoekers de vinger op de zere plek. Voor het eerst berekende het team van het NIOO, de Universiteit van Oslo en Wageningen UR het met de hulp van zwemmende vissen. De karpers mochten zaden van moerasplanten eten en daarna rusten of juist zwemmen. De darmen werkten tijdens het zwemmen één tot twee uur trager, waardoor de vissen pas ‘vele kilometers verder’ de zaden uitpoepten.

Zoetwatervissen kunnen plantenzaden veel verder verspreiden, en daardoor het landschap beïnvloeden, dan eerder gedacht (foto: Casper van Leeuwen)

De resultaten zijn waarschijnlijk op meer vissoorten dan alleen de onderzochte karpers van toepassing. En op meer dan alleen zaden: ook allerlei kleine waterbeestjes kunnen waarschijnlijk weer levend een vis verlaten. “Volgende week ben ik op de internationale conferentie Fish Passage 2015 in Groningen,” merkt Van Leeuwen op. “Daar bespreken we met een paar duizend mensen het belang van vistrappen in rivieren voor het verbinden van verschillende leefgebieden. We weten nu dus dat dit niet alleen voor trekkende vissen zelf belangrijk is, maar voor het hele zoetwater-ecosysteem.”

Hoofdonderzoekers Bart Pollux & Liesbeth Bakker denken nog verder. Het is tijd voor meer opnieuw berekende records, van belang voor natuurbeheer. “Buiten het water wordt er ook van alles verspreid door dieren. Of beweging ook impact heeft op hun darmen? Er is eigenlijk geen reden waarom het daar anders zou werken.”

Tekst: Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
Foto's: Bart Pollux; Casper van Leeuwen