Vink

Vinken trekken massaal door

Sovon Vogelonderzoek Nederland
21-OKT-2016 - De Scandinavische bossen lopen leeg, en dat is te merken... In twee dagen tijd telden de Nederlandse trektellers circa 767.000 voorbijsuizende vinken. En dat zal nog niet alles zijn.

Vinken zijn in heel Europa talrijk als broedvogel. In Nederland is het de op drie na talrijkste soort in de broedtijd. Onze vinken zijn voornamelijk standvogel. In het najaar trekken vogels uit Scandinavië door ons land. Het gaat om enorme aantallen, zo bleek ook recent weer.

Op zondag 16 oktober, met prachtig weer, waren veel tellers actief. Gedurende 356 gezamenlijk gemaakte uren zagen ze ruim 500.000 vinken passeren. De verreweg grootste aantallen werden vastgesteld langs de Zuid-Hollandse kust; een klassieke situatie bij winden in de goede tijd met een zuidoostelijke component. Op De Vulkaan in Den Haag verveelde men zich niet... daar kwamen 119.000 vinken voorbij, het moet een indrukwekkende stroom zijn geweest. Telposten elders aan de Zuid-Hollandse kust deden goed mee met ieder rond de 45.000 vogels. Wat zuidelijker, op de Zeeuwse kust, zijn er nog 36.000 geteld op Westenschouwen.

Nu ook het binnenland

Een dag later, 17 oktober, waren er minder tellers actief (maar nog steeds gedurende 202 uren), maar was de vinkenstroom nog alleszins de moeite waard (ruim 267.000). Opnieuw veel vinken aan de Zuid-Hollandse kust (maximaal 41.000 langs De Vulkaan), maar nu ook forse aantallen door het binnenland, vooral in de zuidelijke helft van Nederland. Aantallen van rond 10.000 (verschillende locaties), 16.000 (Kwintelooijen bij Veenendaal) of zelfs 21.600 (Zweefvliegveld Malden) mogen er zijn, voor binnenlandse begrippen.

Voer voor onderzoek

BeukennootjesHet al dan niet massale optreden van vinken tijdens de najaarstrek heeft altijd al mensen geboeid, van vinkenvangers tot vogelaars. Ontelbare publicaties zijn gewijd aan de relatie tussen de weersomstandigheden en de trekintensiteit. Zie voor een recent voorbeeld een intermezzo over de soms massale vinkentrek langs De Vulkaan in het jaarverslag Trektellingen 2014, pagina 18 en 19. Een onderwerp waaraan eindeloos gepuzzeld kan worden. En hoe zou het zitten met de doortrek van mannen en vrouwen? Zou die nog steeds hetzelfde verlopen als in de jaren tachtig, toen mannetjes gemiddeld vijf dagen later bleken te passeren dan vrouwtjes, althans op een telpost in Zuidoost-Nederland? (Limosa 1987, 119-122). Het zou de moeite waard zijn zulk onderzoek te herhalen, nu er ook in de trek van sommige vogelsoorten wijzigingen optreden onder invloed van klimaatverandering.

Komende dagen en de winter

Op dit moment beleven we een regenperiode en dan valt de trek over het algemeen nagenoeg stil. Vanaf vrijdag verbetert het weer met in het weekend wind uit oost. Het kan zo maar zijn dat de doortrekkende aantallen weer opleven. Of we er wat van zien is een tweede, bij meewind kan de trek ook hoog en ongezien verlopen.

De winteraantallen schommelen jaarlijks. Die fluctuaties hebben meestal te maken met de beschikbaarheid van beukennoten. Als er veel beukennoten zijn, en langdurige sneeuwval uitblijft, is er relatief veel wintervoedsel beschikbaar. Dan kunnen in theorie veel vinken blijven overwinteren. Dit weten we door het langst lopende telproject van Sovon (vanaf 1978), het Punt-Transect-Tellingenproject (PTT). Dit jaar zijn er weer veel beukennootjes. Benieuwd of we dat gaan terugzien in het aantal vinken tijdens de PTT, die plaatsvindt in de laatste twee weken van het jaar.

Tekst: Fred Hustings & Jan Schoppers, beiden Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Jan Nijendijk, Saxifraga; Jan Schoppers, Sovon Vogelonderzoek Nederland