Slakkenhuis van de Steenbikker: van boven- en onderaf gezien bijna rond, van opzij gezien plat samengedrukt, met een hoekige mond en een 'kiel' rondom het midden van de windingen

De Steenbikker: al 83 jaar dé 'actie-slak' van Schellinkhout

Stichting ANEMOON
20-NOV-2016 - De Steenbikker is de eerste landslak waarvoor in Nederland met succes actie is gevoerd. Doordat malacologen (slakkenkenners) 22 jaar geleden snel ingrepen, werd de populatie gespaard bij werkzaamheden aan de IJsselmeerdijk bij Schellinkhout. Tijd voor een update: zitten ze er nog?

Dat op de dijk bij Schellinkhout bijzondere dieren leefden is bij de KNNV-vereniging voor veldbiologie (afdeling Hoorn) al heel lang bekend. Zo stamt de eerste melding van de Steenbikker al uit 1934. De Steenbikker is een in ons land zeldzame landslak met een afgeplat, rond slakkenhuis zo groot als een munt van 2 eurocent. De omstandigheden om de slak te zien moeten wel gunstig zijn: met droog zomerweer kruipen de meeste dieren diep weg tussen de stenen. Toen in 1994 door het Hoogheemraadschap een herzetting van de steenglooiing werd uitgevoerd op het traject bij Schellinkhout, was het hoog tijd om acuut aan de bel te trekken om deze enige vindplaats buiten Zuid-Limburg te behouden. En met succes!

Steenbikkers verstoppen zich vaak in de ruimten tussen de grote Poolse granietkeien, maar zijn bij vochtig weer soms actief kruipend waar te nemen. Exemplaar gefotografeerd in 2003

Reddingsoperatie

Bij de 'reddingsoperatie steenbikker', zoals de actie bij Schellinkhout in de media werd genoemd, speelden de menselijke steenbikkers (-zetters) van het Hoogheemraadschap en het aannemingsbedrijf een belangrijke rol. Op het moment dat duidelijk werd dat het biotoop voor de slakken op het punt stond te verdwijnen, werd het werk meteen stilgelegd. Er volgde overleg, met als resultaat dat een stukje van de dijk ter plaatse gespaard kon worden als een soort 'mini-slakkenreservaatje. Maar in 2010 startte een totale reconstructie van de Zuiderdijk tussen Hoorn en Enkhuizen. Dankzij intensief contact bleven natuurwaarden waar mogelijk gespaard.

Aan de bel trekken, zelfs voor slakjes

Ophogen van dijken, het herplaatsen van stenen en, het meest desastreus, het volgooien van de holtes tussen de Poolse granietkeien en basaltblokken om 'kelders' te vermijden; de kans dat huisjesslakken dat overleven is minimaal. Toch hoeft het niet zo te gaan. Er is genoeg kennis aanwezig om met kleine aanpassingen populaties te behouden. Wel is en blijft het belangrijk dat kenners de vinger aan de pols houden en tijdig aan de bel trekken.

Nog steeds Steenbikkers

Bij een steekproef op 24 augustus door leden van de KNNV in het betreffende dijkreservaatje, werden meerdere volwassen Steenbikkers aangetroffen. Aangezien de dieren meerjarig zijn, heeft deze voor Nederland zeldzame slak dus na de 'actie' minimaal tien nieuwe generaties kunnen voortbrengen. Hoewel er nooit meer waarnemingen van 'een groote menigte' (1934) en 'honderden exemplaren' (juni 1987) zijn gemeld, zoals wel het geval was vóór de dijkwerkzaamheden, lijkt de geredde populatie dus na al die jaren nog steeds te floreren tussen de IJsselmeerkeien, ondanks het recentelijk her en der invegen van toch wat breekstenen.

Steenbikker op steen bij Schellinkhout, gefotografeerd op 24 augustus 2016. Ze zitten er nog steeds!

Sparen

Wij Nederlanders houden van sparen. Geld op de bank, postzegels, plakplaatjes bij acties bij grootgrutters en dergelijke, sparen zit in ons bloed. Ook bij natuurbeleid en -behoud speelt 'sparen' een belangrijke rol. Er zijn genoeg voorbeelden van hoe je door hier en daar een stukje uit te sparen (niet te bewerken) het voortbestaan van dier- en plantensoorten kunt garanderen. Denk aan het om en om jaarlijks knotten van knotwilgen, aan afwisselend maaibeheer waarbij stukjes worden gespaard (eilanden) en het afwisselend schonen van slootkanten en rietkragen. Het kost relatief weinig moeite en levert een groot(s) resultaat. Dat zou zeker ook voor dijken en andere stenen waterkeringen kunnen gelden.

Slakken kijken

In het kader van het Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM) zijn en worden veel nieuwe excursies uitgevoerd, evenals diverse 'opfris-excursies' (hoe staat het met de populatie van ..'). Dit in het kader van de uit te brengen ecologische atlas voor land- en zoetwatersoorten via www.verspreidingsatlas.nl/weekdieren. Wie mee wil doen of eigen kilometerhokken of gebieden wil inventariseren is van harte welkom. Stuur een mail naar Stichting ANEMOON.

De IJsselmeerdijk. Als terughoudend wordt omgesprongen met het invegen van breuksteen tussen de keien, vormt dit rotsachtige milieu een rijke biotoop voor allerlei dieren, waaronder de Steenbikker. Deze boeiende slak is nog steeds aanwezig in het slakkenreservaatje bij Schellinkhout

Voorbeeldslak

De Steenbikker is op slakkengebied een mooi voorbeeld. Of het nu komt door de ook bij dijkwerkers populaire pakkende Nederlandse naam, of door de vinger-aan-de-pols acties van natuurbeschermers is bijzaak: de slakken zitten er nog. Alles wat nodig was, bleek een klein stukje te 'sparen' van het oorspronkelijke dijkvlak. En zo lang de beheerders en kenners elkaar op de hoogte blijven houden, is het bestaan van de slakken hopelijk gewaarborgd. En dan kan de Steenbikker voor altijd te boek blijven staan als onze eerste succesvolle 'actie-slak'.

Tekst: Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON en Nederlandse Malacologische Vereniging; Ina en Jan Marbus, KNNV-afdeling Hoorn/West-Friesland
Foto's: Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON (leadfoto: slakkenhuis van de Steenbikker: van boven- en onderaf gezien bijna rond, van opzij gezien plat samengedrukt, met een hoekige mond en een 'kiel' rondom het midden van de windingen); Ina en Jan Marbus, KNNV-afdeling Hoorn/West-Friesland