Weidehommel op rode klaver

1 mei: Dag van de Werksters

EIS Kenniscentrum Insecten
1-MEI-2017 - De hommelwerksters komen er aan. Maart en april waren de maanden van de hommelkoninginnen, die uit hun winterslaap kwamen. Maar nu wordt het mei: de maand waarin de werksters beginnen met hun taakjes. De eerste zijn al gesignaleerd en het worden er elke dag meer. Bij deze roepen we 1 mei uit tot de Dag van de (hommel)werksters. Ontwaakt, verworpenen der aarde!

Werkster van steenhommel

Hommelwerksters zijn dochters van koninginnen. De koninginnen hebben vorige zomer gepaard en brengen de winter door met bevruchte eieren in hun achterlijf. In het vroege voorjaar zoeken zij een nieuwe nestelplek, die ze van voedsel voorzien (stuifmeel) en waarin ze de eieren leggen. Uit deze eitjes komen enkele weken later de werksters.

Werksters zijn in hun lichaamsbouw en kleuren vrijwel gelijk aan hun moeder. Het enige verschil is hun formaat: werksters zijn kleiner dan koninginnen. Meestal is dit verschil duidelijk, maar er is overlap, zodat het moeilijk kan zijn om een kleine koningin van een grote werkster te onderscheiden.

Noeste arbeid

Het leven van een werkster staat geheel in dienst van de koningin. Zodra de eerste werksters uitkomen, blijft de koningin in het nest en legt zij alleen nog maar eieren. De werksters bouwen verder aan het nest, vliegen er op uit om voedsel te zoeken en leggen hiermee de voorraden aan voor hun jongere zussen en, in een later stadium, broers.

Werksters, zoals deze tuinhommel op ratelaar, kunnen 60% van hun lichaamsgewicht aan stuifmeel vervoerenHommelwerksters werken hard. Werkdagen van 15 uur zijn geen uitzondering en ze zijn al actief bij temperaturen van 5ºC. De plekken waar zij voedsel zoeken, kunnen ver van het nest liggen. De maximale afstanden verschillen per hommelsoort. Steenhommels hebben een actieradius van hooguit 450 meter, terwijl aardhommels tot meer dan twee kilometer afstand van hun nest foerageren. In één à twee uur tijd bezoeken ze honderden bloemen en uiteindelijk transporteren ze tot 60% van hun lichaamsgewicht aan stuifmeel. In hun achterlijf vervoeren ze ook nog eens 60 tot 200 microliter nectar.

Oude dag

In de loop van de zomer komen er geen werksters meer uit de eieren van de koningin, maar mannetjes en nieuwe koninginnen. Deze worden nog door de werksters grootgebracht, maar uiteindelijk zitten hun taakjes er op. Vaak zijn ze dan al dusdanig versleten dat ze geen tijd meer over hebben om van een welverdiend pensioen te genieten. Sommige werksters zijn echter nog kwiek en willen nu eindelijk wel eens weten hoe het voelt om koningin te zijn: ze gaan zelf eieren leggen. Deze werksters hebben echter niet gepaard en leggen dus onbevruchte eieren, waaruit alleen mannetjes komen.

Uiteindelijk sterven alle werksters aan het einde van de zomer. Ook de mannetjes gaan dood. Alleen de nieuwe konininginnen overwinteren. Zij zorgen dat er volgend jaar weer nieuwe werksters komen.

Tekst en foto's: Menno Reemer, EIS Kenniscentrum Insecten, Bestuivers.nl