bruin zandoogje - primair

Warm en droog: zegen of vloek voor vlinders?

De Vlinderstichting
23-JUN-2017 - Dagvlinders zijn zonaanbidders en houden van warmte. Ze vlogen dan ook goed de eerste maanden van 2017. Ook momenteel, met het zonnige en warme weer, zijn er veel vlinders te zien. Is dit goed voor de vlinders of zit er ook een keerzijde aan?

Mede door het zonnige weer in april zijn veel oranjetipjes geteldTot dusver zijn er meer vlinders geteld in de routes van het Landelijk Meetnet Vlinders dan gemiddeld over de jaren 1992 tot en met 2016. Dat heeft zeker ook te maken met het goede weer. In april was het weliswaar niet heel warm, maar wel waren er erg veel zonuren. Dagvlinders zijn zonaanbidders, ze gebruiken de zonnestralen om de gewenste temperatuur van 30 graden te bereiken. In mei was het wel erg warm en ook nog zonnig, dus ook toen hebben de vlinders volop gevlogen. Ook juni is tot nu toe erg warm, zonnig en droog en ondanks de gebruikelijke junidip, zijn er ook nu veel vlinders te zien. Vooral bruin zandoogje, groot dikkopje en atalanta worden erg veel gemeld. Voor veel vlinderaars is 2017 tot nu toe dan ook een prima vlinderjaar. Maar is het ook goed voor de vlinders?

 

 

De rode lijn geeft het aantal getelde vlinders per route in 2017, de blauwe lijn is het gemiddelde van 1992-2016Op het eerste gezicht zou je zeggen van wel. Als de vlinders goed, warm en zonnig weer hebben kunnen ze veel vlieguren maken en dat betekent dat mannetjes veel vrouwtjes zullen kunnen vinden en dat vrouwtjes veel tijd hebben om hun eitjes af te zetten. Veel voortplanting betekent dat er in de volgende generatie meer vlinders zullen zijn. Tot zover dus goed nieuws. Maar de droogte kon wel eens roet in het eten gooien. De rupsen die uit al de eitjes komen moeten eten van specifieke waardplanten en als deze, door de droogte, niet of veel minder aanwezig zijn of van een onvoldoende kwaliteit, dan kan dit betekenen dat de vlinders een flinke tik krijgen. Door droogte kunnen ook de bloeiende planten minder nectar gaan geven (de ‘brandstof’ voor vlinders) waardoor ze, ondanks het mooie weer, toch minder kunnen vliegen en zich dus minder voortplanten.

 

Kleine heivlinder is na de hete, droge zomer van 2003 enorm achteruitgegaanEen ander voorbeeld van het gevaar van de droogte voor vlinders zagen we in 2003. Dit was toen voor vlinderaars ook een geweldig jaar en er werden heel veel vlinders gezien. Veel mensen hadden voor het eerst heivlinder en kommavlinder in de tuin, leuke tuinsoorten! Maar heivlinder en kommavlinder horen helemaal niet thuis in tuinen, maar op de heide. Die was echter zo droog dat er voor de vlinders niets te halen was, zodat ze naar de tuinen vluchten om toch maar aan nectar te komen. Daar kunnen ze zich helaas niet voortplanten en we zien dan ook dat voor veel heidevlinders de jaren vanaf 2003 zeer slecht waren. De kleine heivlinder, een echte zeldzaamheid, is na die warme zomer uit heel veel vliegplaatsen zelfs verdwenen en komt nu alleen nog maar op het Kootwijkerzand voor.

Kortom: prachtig vlinderweer en veel vlinders zien wil nog niet zeggen dat het een goed vlinderjaar is. We hopen voor de vlinders dat het snel flink gaat regenen!

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting