vuursalamander

Promotieonderzoek geeft aan wat te doen bij amfibieziektes

RAVON
21-NOV-2018 - Op dinsdag 6 november verdedigde promovenda Annemarieke Spitzen haar proefschrift over de impact van invasieve chytride schimmels op inheemse amfibieën. Haar werk toont de praktische mogelijkheden die beheerders hebben in het veld.

Het proefschrift getiteld ‘It takes three to tango. The impact of chytridiomycosis on native amphibians in the Netherlands’ biedt enerzijds ruim informatie over de verspreiding van de twee chytride schimmels Batrachochytrium dendrobatidis (Bd) en Batrachochytrium salamandrivorans (Bsal) in Nederland en België, maar gaat anderzijds ook uitgebreid in op de vraag hoe hier vanuit beheersoogpunt op kan worden gereageerd. Het is dus zowel een wetenschappelijk als praktisch document geworden.

Onderzoek

Omslag proefschrift Annemarieke Spitzen

Het proefschrift begint op het moment dat we nog niet wisten of Bd in Nederland voorkwam. Bd werd echter al snel gevonden bij dieren die verhandeld worden en ook onder in het wild levende amfibieën blijkt Bd in België en Nederland ruim verspreid aanwezig. Op het oog lijkt Bd geen impact te hebben op onze inheemse soorten, terwijl er wel een hoogpathogene variant van de schimmel aanwezig is. De werkelijkheid ligt genuanceerder. Met Bd besmette geelbuikvuurpadden hebben een duidelijk verhoogde kans op sterfte, maar dat wordt momenteel gecompenseerd door een verhoogde reproductie. Hiermee wordt ook direct aangegeven hoe precair dit evenwicht is. Bij slecht habitatbeheer wordt het voor de dieren onmogelijk om die extra voortplanting te realiseren en is er wel degelijk een populatiecrash mogelijk.

Hierna gaat het proefschrift verder met de beschrijving van de ontdekking van Bsal als veroorzaker van de massale sterfte van de vuursalamander in Nederland (momenteel is nog 0,1% van de populatie over). Welk is Bsal waarschijnlijk een minder goed verspreider is dan gedacht. Dit betekent dat isolatie van besmette gebieden een effectieve beheersmaatregel is.

Hygiëne

Het onderzoek aan de beide schimmels geeft duidelijk aan hoe belangrijk het is om hygiëneprotocollen te handhaven. De beste manier om met een probleem om te gaan is immers door te voorkomen dat je een probleem krijgt! Door veldmaterialen te desinfecteren kan voorkomen worden dat een andere, virulentere stam van Bd wordt geïntroduceerd, en ook dat Bsal door de mens naar andere kwetsbare plekken wordt gebracht.

Beheer

In de discussie wordt aan de hand van de verschillende ‘invasie-fasen’ aangegeven welke beheersmaatregel het meest effectief is. Hierbij worden drie fasen onderscheiden: 1) pre-invasie, 2) invasie/epidemie en 3) gevestigd.

Promovenda Annemarieke Spitzen

Fase 1: pre-invasie

In fase 1 is al veel kennis nodig. Wat komt eraan, hoe bedreigend is het voor de populatie, regio of soorten en hoe voorkomen we dat het binnenkomt? Maatregelen in deze fase omvatten onder andere desinfectieprotocollen, het opzetten van een 'Early Warning System', zorgdragen voor een goede monitoring, en het creëren van betrokkenheid bij veel partners. Essentieel in deze fase is ook om te werken aan een ‘Emergency Action Plan’ waarin exact wordt beschreven wie wat doet wanneer het pathogeen daadwerkelijk aangetroffen wordt.

Fase 2: invasie/epidemie

In fase 2 is het pathogeen het land, de regio of de populatie binnengedrongen en veroorzaakt een epidemie. Om te voorkomen dat het pathogeen voet aan de grond kan krijgen, zich verspreidt of een populatie of soort uitroeit, zijn er verschillende beheersmogelijkheden, zoals isolatie van het getroffen gebied of populatie, en het rigoureus (snel en effectief) verwijderen van de gastheersoorten en – indien bekend – vectoren. In deze fase is het belangrijk dat er geen halve maatregelen worden genomen.

Fase 3: gevestigd

In fase 3 komt er hopelijk een evenwicht tussen gastheer en pathogeen. Dit hoeft zeker niet te betekenen  dat dit een stabiel evenwicht is waarbij de populatie van de gastheer, bijvoorbeeld de vuursalamander, weer kan groeien. In deze fase wordt vaak gedacht aan het weer kunnen bijplaatsen van dieren uit bijvoorbeeld gevangenschap, maar men dient zich te realiseren dat dit enkel haalbaar is als zeker is dat het pathogeen niet meer in het systeem aanwezig is. Als de ziekteverwekker nog wel in het systeem aanwezig is, en de concentratie gastheersoorten wordt verhoogd, dan gaan we terug naar fase 2.

Promotie bij de Universiteit Gent

Overzicht

In het proefschrift is een overzichtelijke tabel opgenomen waarin deze maatregelen per fase worden opgesomd, maar duidelijk wordt ook dat verdergaand onderzoek, monitoring en surveillance cruciaal zijn om de nog openstaande vragen te beantwoorden, zodat we ook daadwerkelijk kunnen toewerken naar het elimineren van Bsal uit het systeem. De hulp van alle mensen die monitoren of meldingen doen van zieke en/of dode amfibieën is hierbij onmisbaar.

Aan de hand van de verschillende ‘invasie-fasen’ aangegeven welke beheersmaatregel het meest effectief is. Hierbij worden drie fasen onderscheiden: 1) pre-invasie, 2) invasie/epidemie en 3) gevestigd

Tekst: Tariq Stark & Annemarieke Spitzen, Stichting RAVON (het proefschrift is op te vragen via a.spitzen@ravon.nl)
Foto's: Jelger Herder (leadfoto: vuursalamander); Albin Hunia; Sergé Bogaerts; Tariq Stark