Bd sluipmoordenaar van de geelbuikvuurpad
RAVON4 oktober 2017 verschijnt het artikel 'Fragile co-existence of a global chytrid pathogen with amphibian populations is mediated by environment and demography' in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the Royal Society B.
Dat de chytride-schimmel Bd in Nederland voorkomt werd al eerder aangetoond. Er werden in Nederland ook besmette geelbuikvuurpadden aangetroffen. Deze schimmel heeft wereldwijd al veel amfibieënpopulaties, en zelfs ook soorten, laten uitsterven. Met name in Australië en Zuid-Amerika zijn de effecten desastreus. Ook in Europese landen heeft chytridiomycose (de ziekte die veroorzaakt wordt door Bd) voor massale sterfte gezorgd, onder andere bij de vroedmeesterpad. Onderzoek van RAVON liet echter zien dat Bd in Nederland waarschijnlijk al langer voorkomt, maar dat de aanwezigheid van de schimmel hier nooit leidt tot massale uitbraken.
Theorie
Hoe kan het dat sommige ziekteverwekkers (Bd) en hun gastheer (geelbuikvuurpad) samen kunnen voorkomen? Een mogelijkheid is dat de ziekteverwekker geen reactie van de gastheer opwekt, ze leven dan dus eigenlijk in harmonie. Een andere mogelijkheid is dat de ziekteverwekker wel degelijk impact heeft op de gastheer, maar dat alleen de zwakkere dieren worden getroffen. Dit levert dus geen grote extra last op voor de populatie, want deze dieren hadden toch al een hogere kans snel te sterven. Een derde mogelijkheid is dat de ziekteverwekker wel extra sterfte oplevert, maar dat de populatie als geheel hiervoor kan compenseren, bijvoorbeeld door meer jongen te krijgen. Zo kan een ziekteverwekker dus onopgemerkt blijven, maar wel degelijk een impact hebben op individuele dieren.
Onderzoek
RAVON en de Universiteit Gent verrichtten zeven jaar onderzoek naar de dynamiek van twee populaties geelbuikvuurpadden in Nederland. Dit onderzoek laat zien dat Bd wel degelijk de overleving van individuele geelbuikvuurpadden verlaagt. Ongeacht de conditie van een dier, had elk dier een even grote kans om besmet te raken met de schimmel. Eenmaal geïnfecteerd daalde de overlevingskans van het individu aanzienlijk. Gedurende de onderzoeksperiode bleven de onderzochte populaties echter constant van omvang. Dit komt doordat in de jaren waarin er een duidelijk verlaagde overleving was van de volwassen dieren, dit werd gecompenseerd door een verhoogde overleving van de jonge dieren.
Lang en gelukkig?
Dit mechanisme stelt de soort in Nederland in staat om langere tijd met een ziekteverwekker te overleven. Het is echter geen duurzame verstandhouding. Als door veranderende omstandigheden in bijvoorbeeld omgevingstemperatuur (de huidige temperaturen dempen de intensiteit van de infectie) of in het beheer van de leefgebieden (minder geschikt voortplantingswater) de situatie minder geschikt wordt, kan de aanwezigheid van de schimmel wel degelijk een serieuze bedreiging vormen voor de soort.
Behoud
De focus voor het behoud van de soort moet dan ook liggen op het in stand houden, verbeteren en vergroten van de bestaande leefgebieden. Het verplaatsen en introduceren van dieren naar andere gebieden vormt een hoog risico op het verplaatsen van ziektes.
Gebieden
Het onderzoek vond plaats in Groeve ‘t Rooth en in Wahlwiller. Onze dank gaat uit naar Limburgs Landschap, Sibelco en Staatsbosbeheer voor de jarenlange samenwerking.
Meer informatie
- Contact RAVON: Annemarieke Spitzen; a.spitzen@ravon.nl
- Contact Staatsbosbeheer: mevr. Joke Bijl; 06 - 1250 7820; persinfo@staatsbosbeheer.nl
- Het artikel 'Fragile co-existence of a global chytrid pathogen with amphibian populations is mediated by environment and demography'
Tekst: Annemarieke Spitzen, RAVON, Frank Pasmans, Universiteit Gent en Joke Bijl, Staatsbosbeheer
Foto's: Frank Pasmans, Universiteit Gent; Edo van Uchelen, Saxifraga