Verspreiding Japanse zeepbelslak komt langzaam op gang
Stichting ANEMOONDe eerste Nederlandse waarnemingen van de Japanse zeepbelslak (Haminoea japonica Pilsbry, 1895) waren zonder meer spectaculair. De soort werd – meteen zeer massaal – voor het eerst aangetroffen in juni 2018, op slechts een zeer kleine locatie direct ten westen van de jachthaven van Wolphaartsdijk. De enorme aantallen die toen werden waargenomen doen ons vermoeden dat de dieren er waarschijnlijk al enkele jaren eerder moeten zijn terechtgekomen. Het oorspronkelijke gebied van voorkomen ligt in oost-Azië, Japan en omstreken, maar de soort is inmiddels ook van een aantal plaatsen in Europa bekend. Mogelijk is de slak hier beland via schelpdierentransporten of de scheepvaart vanuit een ander deel van de West-Europese kust. Nu, veertien maanden later, zijn de dieren en hun eieren tot drie kilometer ten westen van de oorspronkelijke vindplaats aanwezig. Ten oosten van Wolphaartsdijk zijn ze tot nu toe slechts anderhalve kilometer verder opgerukt. Al met al komt de soort nu hemelsbreed voor over een gebied van circa 4,5 kilometer langs de oevers van het Veerse Meer.
Gezien de enorme aantallen dieren en eieren die we er aantreffen, lijkt zo’n beperkte verspreiding in een jaar tijd maar heel weinig. De mogelijke redenen hiervoor zijn waarschijnlijk het gebrek aan stroming in het Veerse Meer, de beperkte mobiliteit van de dieren zelf en het feit dat de larven van deze schelpdieren waarschijnlijk geen vrijzwemmende fase hebben. Dat wil zeggen dat ze meteen nadat ze uit het ei kruipen op de bodem vallen en zich niet zwemmend of door stroming over grotere afstanden verplaatsen.
We kunnen niet uitsluiten dat de Japanse zeepbelslak ook al elders in de Zeeuwse Delta is gearriveerd. Voor sportduikers is het een lastig waar te nemen soort. De dieren vestigen zich namelijk bij voorkeur heel ondiep en uitsluitend in de wierzone. De bruine kleur en beperkte afmetingen maken dat ze daar lastig zijn waar te nemen.
Stichting ANEMOON verwacht dat de Japanse zeepbelslak zich de komende jaren verder in het Veerse Meer zal verspreiden. Als de dieren verder naar het oosten migreren kunnen ze via het doorlaatmiddel in de Zandkreekdam ook in de Oosterschelde terechtkomen. Of de soort zich vervolgens ook zo massaal in het getijdenwater van de Oosterschelde zal vestigen als nu in het Veerse Meer, is nog maar de vraag. Wel ligt het voor de hand aan te nemen dat de verspreiding door de getijdenstromingen dan sneller gaat.
Stichting ANEMOON vraagt de sportduikers speciaal naar dit fraaie schelpdiertje uit te kijken. Dat geldt niet alleen voor overige locaties in het Veerse Meer, maar ook voor ondiepe plaatsen in met name de centrale zuidelijke Oosterschelde. Waarnemingen kunnen gemeld worden via het waarnemingenportaal van de stichting of via Telmee. Hier kunnen ook alle waarnemingen van andere soorten zeedieren worden geregistreerd.
Met dank aan Marco Faasse en Riaan Rijken voor waarnemingen met betrekking tot de verspreiding van de Japanse zeepbelslak in het Veerse Meer.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON