Nieuw roodwier maakt Grevelingenmeer wollig

Stichting ANEMOON
5-FEB-2023 - Afgelopen zomer zagen waarnemers in het Grevelingenmeer rode bollen die delen van de bodem bedekten. De bollen zien er zacht uit en doen denken aan pompons op een wollen muts. Ze worden gevormd door een nieuw roodwier uit de Middellandse Zee. Met deze vorm lag een nieuwe Nederlandse naam voor de hand.

Wie in de zomer van 2022 ging snorkelen of duiken in het Grevelingenmeer kon op veel plaatsen rode bollen tegenkomen die grote delen van de bodem bedekten. De bollen zien er zacht uit en doen denken aan de wolbolletjes op en aan een (kinder)muts, pompons genoemd. Ook de grotere bollen die Amerikaanse cheerleaders gebruiken worden zo genoemd. De bollen in het Grevelingenmeer worden echter gevormd door een voor Nederland geheel nieuw wier dat nog niet zo lang geleden werd beschreven uit de Middellandse Zee. Vanwege de tere blaadjes van het wier en de vorm is als Nederlandse naam inmiddels Teer pomponwier vastgesteld.

Uiterlijk

Radicilingua mediterranea, zoals de wetenschappelijke naam van Teer pomponwier luidt, is een roodwier dat bolvormige struikjes tot een diameter van ongeveer 10 tot 15 centimeter vormt. De bollen zijn rozerood, helderrood of bruinrood en hebben een zachte textuur. Boven water behouden ze hun bolvormige structuur. Een struikje is opgebouwd uit smalle, tere, rode blaadjes. De bladrand heeft vaak puntvormige uitsteeksels. De blaadjes vertakken meestal onregelmatig. De soort heeft kleine hechtschijfjes waarmee het wier zich kan vasthechten en wortelvormige structuren die daarbij kunnen helpen. Kleinere exemplaren of losse blaadjes hechten zich aan grotere bruinwieren en roodwieren als Japans bessenwier en Iers mos. De hechting is echter zwak; al bij een geringe waterbeweging kunnen grotere exemplaren losraken en over de bodem gaan rollen.

Oppervlakteaanzicht blad van Teer pomponwier, waarbij de onregelmatige, microscopische nerven goed te zien zijn. De parallelle nerven zijn met de centrale nerf verbonden via dwarsnerven, waardoor een rechthoekig patroon ontstaat. Het blad is één cellaag dik

Verwarring

In Nederland is verwarring vooral mogelijk met Stippeltjeswier (Nitophyllum stellatocorticatum) en Kroeswier (Erythroglossum laciniatum). Stippeltjeswier in vruchtbare toestand is goed te herkennen aan de voorplantingsorgaantjes die zich als stippeltjes over het gehele blad aftekenen. Bij niet-vruchtbare exemplaren ontbreken de stippeltjes en dan is een microscoop nodig. Als er dan geen nerven te zien zijn, is het waarschijnlijk Stippeltjeswier.

Kroeswier heeft wel nerven die soms zelfs met het blote oog en anders met een handloep zichtbaar zijn. De nerven vervagen naarmate de afstand tot de bladrand kleiner wordt. In het verlengde van de nerven kunnen kenmerkende puntige uitstekels in de bladrand voorkomen. Met een microscoop is te zien dat het nervenpatroon van Kroeswier en Teer pomponwier duidelijk verschilt. Bij het onderscheid is ook de bladdikte van belang: bij Teer pomponwier is deze één cellaag en bij Kroeswier bij de oudere delen zes cellagen. Kroeswier voelt dus dikker aan.
Voor beschrijvingen en foto’s van deze en vele andere Nederlandse wiersoorten wordt verwezen naar de Veldgids Wieren.

Nadere detailopnames van de celstructuur van Kroeswier (Erythroglossum laciniatum) om het verschil met Teer pomponwier aan te geven. Links: de duidelijk veel bredere nerven, die bij Kroeswier naar de bladrand toe vervagen. Dit in tegenstelling tot bij Teer pomponwier. Kroeswier heeft bovendien fraaie bladrandstekels (rechterfoto) en is bij oudere delen zes cellagen dik

Habitat en verspreiding

Tot op heden is Teer pomponwier in Nederland alleen aangetroffen in het Grevelingenmeer, met name nabij oevers en op andere ondiepe plaatsen waar het licht tot op de bodem komt. Het water in het Grevelingenmeer is even zout als zeewater, maar door de dammen is er zo goed als geen getijstroming in deze voormalige zeearm. Juist dat maakt het tot een gunstige biotoop voor een wiersoort die zich niet sterk kan hechten. Wereldwijd is Teer pomponwier tot nog toe alleen bekend uit het Middellandse Zeegebied. Een mogelijke verklaring voor dit kleine, nu bekende verspreidingsgebied is dat de soort pas recent, in 2021, beschreven is uit de Lagune van Venetië. Wellicht is dit nieuwe wier in werkelijkheid al wijder verspreid dan we nu weten.

Exoot of klimaatschuiver

De vraag is of Teer pomponwier als een exoot of als klimaatschuiver moet worden beschouwd. De soort zou op eigen kracht via de Straat van Gibraltar, de Atlantische kusten van Portugal, Spanje, Frankrijk en België stapsgewijs onze kust hebben kunnen bereiken. Toch is dit erg onwaarschijnlijk. Daar zouden vele jaren overheen gaan en het wier zou dan naar verwachting ook gerapporteerd zijn van locaties langs deze kusten, tenzij de introductie net zoals in Nederland langere tijd onopgemerkt is gebleven. Met de kennis van nu is het veel aannemelijker dat een introductie in het Grevelingenmeer door toedoen van de mens heeft plaatsgevonden. Het wier kan bijvoorbeeld zijn meegelift met een schip. Waarschijnlijker is echter dat het direct of indirect meegekomen is met materiaal voor de schelpdierkweek.

Impact

Doordat Teer pomponwier zich niet stevig hecht aan substraat en daardoor vaak als losse kolonies voorkomt, zal deze soort zich vermoedelijk alleen massaal ontwikkelen in gebieden waar al te sterke getijstroming ontbreekt. Het Grevelingenmeer is daarom een geschikte biotoop. Daarbuiten is dit wier alleen massaal te verwachten in het Veerse Meer en diverse zoute kanalen.
Teer pomponwier was in 2022 op meerdere plekken in het Grevelingenmeer massaal en kan daar nog verder toenemen. Voor inheemse wieren zou dit nadelig kunnen zijn vanwege concurrentie om ruimte en licht. In 2023 zullen we zien of het Grevelingenmeer nog roder en nog wolliger wordt…

Meer informatie

  • Voor details over celstructuren, moleculaire analyses en voortplanting van Teer pompoenwier, verwijzen we naar een recent verschenen artikel (Van der Loos, et al., 2022) in Het Zeepaard, het tijdschrift van de al sinds 1941 bestaande Strandwerkgemeenschap (SWG).


Tekst: Luna van der Loos, Frank Perk, Mart Karremans en Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON
Foto's: Mick Otten (leadfoto: grote aantallen Teer pomponwier op de bodem van het Grevelingenmeer in 2022); Frank Perk