Een wulp (Numenius arquata)

Laatste ijstijd nog steeds van invloed op verspreidingsgebied wulp

Naturalis Biodiversity Center
21-DEC-2019 - Het verspreidingsgebied van ondersoorten van de wulp is terug te voeren tot het laatste glaciale maximum, zo’n 20.000 geleden. Dat blijkt uit onderzoek van biologen van onder andere Naturalis Biodiversity Center. Zij vergeleken het DNA van wulpen en regenwulpen in Eurazië en Noord-Amerika om te verklaren waarom welke ondersoort waar voorkomt.

De wulp (Numenius arquata) komt in grote delen van Eurazië voor en is verdeeld in drie ondersoorten, elk met een eigen verspreidingsgebied. Om een beter beeld te krijgen van de verschillende populaties, hebben de onderzoekers bloed- en weefselmonsters genomen van ondersoorten van de wulp en de regenwulp. Op basis van kleine verschillen in het DNA van wulp-ondersoorten konden de onderzoekers de huidige verschillen terugleiden tot drie groepen wulpen tijdens de laatste ijstijd.

Het verspreidingsgebied van een vogelsoort wordt beïnvloed door veel verschillende factoren. Zo spelen de huidige en historische geografie een rol, maar ook het gedrag, afstand van de trek, en de aanwezigheid zijn van invloed. Al deze zaken bij elkaar maakt het verklaren van een verspreidingsgebied complex.

Door het DNA van de wulp-ondersoorten te vergelijken, waren de onderzoekers in staat de ondersoorten terug te leiden tot drie populaties tijdens de laatste ijstijd. De voorouders van de huidige wulpen hebben zich op drie verschillende plekken verscholen voor de enorme ijskappen die tijdens het laatste glaciale maximum over Europa en Azië lagen. Deze populaties vormden de basis voor de huidige ondersoorten.

Omdat wulpen niet ver trekken en een grote voorkeur hebben om steeds op dezelfde plek te nestelen, namen de genetische verschillen tussen te groepen toe. Met de jaren heeft de opbouw van die verschillen ertoe geleid dat de populaties van toen nu ondersoorten zijn geworden.

Regenwulp

Dit staat in contrast tot de regenwulp (Numenius phaeopus). Populaties van deze soort in Eurazië zijn minder gefragmenteerd geraakt tijdens de laatste ijstijd. Daarnaast trekt de regenwulp over grotere afstanden dan de wulp, wat ertoe leidt dat populaties minder snel geïsoleerd raken van elkaar. Wel toont het onderzoek aan dat er tussen regenwulpen in Eurazië en Noord-Amerika een grote kloof is ontstaan.

Om exact te bepalen waar de groepen wulpen zich precies schuil hebben gehouden tijdens de IJstijd is meer onderzoek nodig. Justin Jansen, die namens Naturalis aan het onderzoek was verbonden, is al bezig met een vervolgstudie. Jansen: "Een nieuw onderzoek op basis van museumstukken geeft ons samen met het verse materiaal een helderder beeld van deze zeer wijd verspreide groep vogels. Behalve op Antarctica, komen ze overal ter wereld voor.”

Tekst: Mark Reid, Naturalis Biodiversity Center
Foto: Dirk-Jan van Roest